Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 24
(1971)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 821]
| |
1. Dit schreef T.S. Eliot in zijn voorwoord tot de verzamelde literaire essays van Ezra PoundGa naar eind1.. Deze uitspraak is meer dan een ‘hommage’ van de geniale leerling aan de grote meester, zij is ontegensprekelijk waar, voor zover men op ‘Angelsaksisch standpunt’ blijft. Engelse en Amerikaanse dichters van het formaat en het belang van Baudelaire of Rimbaud zijn er onder de tijdgenoten van deze laatsten niet te vinden. In het begin van de 20ste eeuw zal het ‘zwaartepunt’ weer naar de in het Engels geschreven poëzie gaan. Nog vóór het ontstaan van Dadaïsme en Surrealisme op het Europese vasteland, kreeg het credo van een geheel andere literaire stroming in Engeland vaste vorm. 2. Ezra Pound werd geboren op 30 oktober 1885. Hij was Amerikaan, net als Eliot, die drie jaar jonger was, en W.C. Williams die zijn studiemakker was aan de universiteit van Pennsylvania. Het is een eigenaardig feit dat het, na Edgar Allan Poe, opnieuw Amerikanen zijn die een grote rol zullen spelen in de ontwikkeling van de moderne Europese poëzie. In 1908 kwam Pound in Londen aan en kwam er snel in kontakt met jonge schrijvers en dichters. In Venetië was in hetzelfde jaar zijn eerste bundel A Lume Spento verschenen, die ongeveer in zijn geheel werd opgenomen in de tweede, Personae, in 1909 te Londen uitgegeven. Pound was een jonge dichter met twee bundels op zijn aktief, toen hij de literaire kring van T.E. Hulme ontmoette. Over het ontstaan en de werkelijke stichting van het ‘Imagisme’, de literaire vlag waaronder een aantal dichters gedurende korte tijd schuilgingen, zijn vele artikels geschreven en polemieken gevoerd. De naam en het teoretisch manifest vinden in ieder geval hun oorsprong bij Pound. De eerst ‘imagistische’ verschijnselen in de poëzie zijn moeilijk terug te vinden. In zijn uitstekend werk The Influence of Ezra PoundGa naar eind2. geeft K.L. Goodwin vier verschillende ‘starting-points’ op, zonder Pound zelf te noemen, die wellicht een meer inventieve rol heeft gespeeld in het werkelijk ‘ontstaan’ van het imagisme dan | |
[pagina 822]
| |
algemeen wordt aanvaard. Deze mogelijke ‘pioniers’ zijn T.E. Hulme, Ford Madox Hueffer [later F.M. Ford], Allen Upward en wellicht ook W.C. Williams. Wat er ook van zij, Pound heeft de naam en het credo gelanceerd en werd als de vaandeldrager beschouwd. Het verschil tussen Symbolisme en Imagisme kan onduidelijk lijken, vooral als men de grote invloed kent die Franse Symbolisten als Laforgue en Corbière op Pound hebben uitgeoefend. Wanneer men Pounds eigen bepaling leest: ‘An Image is that which presents an intellectual and emotional complex in an instant of time’Ga naar eind3. wordt men niet veel wijzer. Complex is een vage term, de hele definitie is trouwens weinig verhelderend. Door de 3 ‘principes’ van het Imagisme, vastgesteld door Pound, Richard Aldington en H.D. [Hilda Doolittle] wordt de bedoeling van de beweging veel duidelijker gemaakt. Die principes zijn: 1. Direct treatment of the ‘thing’ whether subjective or objective. Verdere aanbevelingen zijn: ‘Go in fear of abstractions’, Er is een streven naar direktheid, funktionaliteit van woorden en ritme. Het verschil met het Symbolisme ligt hierin: de ‘Imagisten’ willen zo direkt mogelijk een beeld oproepen, om de zin die dit beeld zelf heeft; de ‘Symbolisten’ gebruiken de beelden om de betekenis die zij verhullen, het beeld staat voor iets anders, meestal een abstrakte idee. ‘I believe that the proper and perfect symbol is the natural object, that if a man uses “symbols” he must so use them that their symbolic function does not obtrude; so that a sense, and the poetic quality of the passage, is not lost to those who do not understand the symbol as such, to whom, for instance, a hawk is a hawk.’Ga naar eind7. Een dergelijk streven naar zuiverheid en direktheid | |
[pagina 823]
| |
heeft als konsekwentie een grote aandacht voor de techniek. Pound schrijft: ‘I believe in technique as the test of a man's sincerity... I think the artist should master all known forms and systems of metric...’Ga naar eind8. [Ook Eliot hecht een zeer groot belang aan de techniek, de beheersing van het idioom.] 3. De Imagistische beweging heeft weinig poëzie van grote waarde voortgebracht. Zij heeft ook slechts kort bestaan. Om haar werkelijke waarde in te zien moet men eerst de literaire en sociale ‘background’ beschouwen, de situatie op het ogenblik van haar ontstaan. ‘The situation of poetry in 1909 or 1910 was stagnant to a degree difficult for any young poet of to-day to imagine’ schreef Eliot in zijn voorwoord op de literaire essays van PoundGa naar eind9.. De Imagistische beweging was een reaktie op deze ‘stagnatie’ van de poëzie, en een reaktie die relatief sukses kende vooral door het kritisch-teoretisch werk van Pound, dat agressief maar intelligent was en een onmiskenbaar effekt had. We moeten Pounds kreatief en teoretisch werk als één geheel zienGa naar eind10.. Pound had een zeer grote belangstelling voor andere, jongere dichters; hij schreef over hen, zorgde voor publikatie, stelde bloemlezingen samen en was even tevreden over het sukses van zijn discipelen als over dat van zichzelf. ‘He has always been, first and formost, a teacher and a compaigner’Ga naar eind11.. Het is eigenlijk vooral in deze kritische begeleiding van het Imagisme dat de beweging haar grootste belang heeft [enkele gedichten van ‘H.D.’ en Lustra en Cathay van Pound zelf niet te na gesproken]. Een vroegere reaktie was reeds gekomen: die van de ‘Georgian Poets’. Op het einde van de 19de eeuw werd de Engelse literatuur gedomineerd door dichters en schrijvers als Kipling, Hewlett, Newbolt en Arnold Bennett [de ‘Mr. Nixon’ uit H. Selwyn Mauberley]. De poëzie was moraliserend, retorisch, vaderlandslievend. De romans zoeterig en traditioneel. Tegen deze situatie reageerden dichters als D.H. Lawrence, Siegfried Sassoon, | |
[pagina 824]
| |
Wilfred Owen en Robert Graves. Zij schreven over nieuwe ‘gedurfde’ onderwerpen, protesteerden later tegen het hoera-patriottisme en het onrealistische, immorele aspekt van de oorlogsgedichten van minor-poets als Oxenham, Watson en Newbolt. In The New Poetic, een belangwekkende studie van C.K. Stead, vinden we een interessante verdediging van deze ‘Georgian Poets’, die door de meeste critici volledig zijn ‘afgemaakt’Ga naar eind12.. Stead bewijst aan de hand van vele citaten uit artikels en gedichten dat de ‘Georgians’ werkelijk revolutionaire doelstellingen hadden, of die althans in de ogen van de oudere generatie bezaten. Bij een vergelijking met de Imagisten, moet hun reaktie echter onvermijdelijk als weinig efficiënt en kleinburgerlijk voorkomen. Bovendien wordt door de critici blijkbaar de gehele beweging vereenzelvigd met de dichters die in het Londense tijdschrift Mercury tot het einde der twintiger jaren publiceerden, zich ‘Georgian Poets’ noemden en een zeer konservatieve houding aannamen. ‘But we owe the original Georgian movement an acknowledgement it will not receive while critics continue to confuse its beginning with its decline in the pages of the Mercury.’Ga naar eind13. De Imagistische strekking was belangrijker, konsekwenter en gepassioneerder, maar, het werd reeds opgemerkt, gaf daarom niet de aanleiding tot het schrijven van werkelijk waardevolle gedichten. ‘Very little poetry of worth... had been written in the Imagist style when the group began to lose its energy and voice, but... I shook up the literary scene.’Ga naar eind14. Pound had intussen Eliot ontmoet, hem onmiddellijk als een dichter van groot belang herkendGa naar eind15. en beiden begonnen zich los te werken van de beweging als dusdanig. Er ontstond een konflikt met Amy Lowell, de Amerikaanse dichteres die een nieuwe ‘Imagistische’ bloemlezing wilde samenstellen op basis van een brede selektie. ‘I should like the name “Imagisme” to retain some sort of a meaning. It stands, or I should like it to stand for hard, light, clear edges. I cannot trust any democratised committee to maintain that standard.’ | |
[pagina 825]
| |
schreef Pound in een brief aan Amy Lowell in 1914Ga naar eind16.. Hij zocht naar een nieuwe ‘richting’ om die te vinden, samen met Eliot, in Gautiers Emaux et Camées. Zoals Pound zelf schreef in het tijdschrift The Criterion van juli 1932: ‘two authors... decided that the dilutation of vers libre, Amygism [spotnaam door Pound bedacht voor Amy Lowells poëzie], Lee Masterism, general floppiness had gone too far and that some counter-current must be set going... Remedy prescribed: “Emaux et Camées”, Rhyme and regular strophes’Ga naar eind17.. Ik zal verder in deze paragraaf terugkeren op de situatie waartegen het ‘Imagisme’ reageerde, i.v.m. het kommunikatieprobleem en de houding van Pound t.o.v. het publiek. De verdere ontwikkeling van Pound en Eliot heeft nog weinig te maken met deze stroming, die dan ook feitelijk verdwijnt. Een nadere ontleding van kenmerken en evolutie van de poëzie van beide dichters lijkt aangewezen. Dat het probleem van de kommunikatie hierbij dikwijls als dominant zal naar voren komen ligt zeker niet enkel aan het feit dat dit het bepaalde aspekt is van waaruit de moderne poëzie hier beschouwd wordt maar ook en vooral aan de aard van de poëzie van Pound en Eliot zelf, de voortdurende tegenstellingen erin en de manifeste aandacht voor en bekommernis om het publiek [zowel in positieve als negatieve zin] die blijkt uit hun kritisch en beschouwend werk.
4. Als we het werk van Ezra Pound onderzoeken op de toegankelijkheid ervan, komen we tot de vaststelling dat we, volgens dit kriterium, een onderscheid moeten maken tussen duidelijk hermetische gedichten en anderzijds zeer eenvoudige poëzie. Pound publiceerde een ‘normaal’ aantal dichtbundels, werkte mee aan verschillende tijdschriften, maar dan meer op kritisch vlak, en maakte ook gebruik van de radio, maar dit was dan zeker niet met poëtische bedoelingen... Al bij al, geen experimenten op dit gebied, geen grote neiging tot publikatie, zoals we die wel bij sommige Surrealisten vinden. | |
[pagina 826]
| |
Over avonden en lezingen voor het publiek is mij weinig bekend. Het oude patroon van de dichter die nu en dan een boekje publiceert blijft bij Pound grotendeels gehandhaafd. De toegankelijkheid qua ‘medium’ is niet bijzonder groot. Wat de toegankelijkheid van zijn poëzie zelf betreft, is er een onweerlegbare, duidelijk in de bundels te volgen evolutie te vinden. Een evolutie van hermetisme en eruditie naar eenvoud en direktheid, en dan weer naar hyper-geslotenheid en agressie. In ‘Personae’ [in 1909 gepubliceerd] vinden we een grote hoeveelheid retoriek, opzettelijk verouderd taalgebruik en reminiscenties aan oudere kulturen. Vooral naar de Provençaalse lyriek wordt voortdurend verwezen. Invloeden van Browning zijn terug te vinden, o.a. in ‘Mesmerism’ zeer uitdrukkelijk. Here's to you, Old Hippety-Hop o' the accents maar ook Propertius en Villon worden vertaald of ‘hertaald’ [cf.: ‘A Villonaud: Ballad of the gibbet’Ga naar eind19. en ‘Prayer for his lady's life’Ga naar eind20.]. De belangrijkste invloeden zijn echter die van de Provençaalse dichters, vooral van Arnaut DanielGa naar eind21.. Naast vertalingen van Provençaalse lyriek [zie b.v. ‘Na Audiart’Ga naar eind22.] zijn in de bundel ook gedichten opgenomen die onderwerpen behandelen, eigen aan de Troubadours. Praise of Ysolt
In vain have I striven
to teach my heart to bow;
In vain have I said to him
‘There be many singers greater than thou.’Ga naar eind23.
De hele bundel vergt van de lezer meer dan normale kennis van de Provençaalse lyriek en de Romeinse geschiedenis. Daarenboven is de taal zeer ‘zwaar’, retorisch, soms op de rand van het bombastische. ‘What hast thou. O my soul, with paradise?’Ga naar eind24.
‘O Age gone lax! O stunted followers,
That mask at passions and desire desires’Ga naar eind25.
‘O dieu, purifiez nos coeurs!
porifiez nos coeurs!’Ga naar eind26.
De poëzie uit Personae is een zeer hermetische | |
[pagina 827]
| |
poëzie zowel wat de vorm [verouderd, retoriek] als de inhoud [Romeinse, Italiaanse en Provençaalse achtergrond] betreft. Over het eerste werk van Pound schreef Eliot: ‘Few readers were prepared to accept or follow the amount of erudition which entered into Personae’Ga naar eind27.. Hij beweert dat men echter niet meer informatie nodig heeft dan Pound zelf geeft. Het zouden vooral de ongewone vormen zijn [o.a. Provençaalse dichtvormen] en het nieuwe metrum, samen met de ‘luiheid van de niets vermoedende lezer’, die oorzaak zijn van de ‘moeilijkheid’ van Pounds verzen. ‘It is hardly too much to say that there is no poem in these volumes of Mr. Pound which needs fuller explanation than he gives himself. What the poems do require is a trained ear, or at least the willingness to be trained, for the metres and the use of language are unfamiliar.’Ga naar eind28. Als argument dat spreekt voor de toegankelijkheid van Pounds poëzie, maakt Eliot een vergelijking met Mallarmé, en konkludeert dat Pounds poëzie toch veel duidelijker en scherper isGa naar eind29.. We moeten eraan toevoegen dat Eliot dit kort essay [anoniem] voor het eerst uitgaf in 1917 te New York en dat een dergelijke naïeve argumentatie in zijn later essayistisch werk niet voorkomt... Wat Eliot ook moge beweren, Personae is een zeer hermetische, dandyeske bundel; de relaties met de omringende wereld zijn miniem, de binding met het, meestal voor de lezer onbekende, kulturele verleden overtalrijk. In Ripostes [1912] dat opgedragen was aan W.C. Williams vinden we weer dezelfde invloeden, maar ook andere, eenvoudiger gedichten; het mooiste voorbeeld hiervan is: A Girl
The tree has entered my hand,
The sap has ascented my arms,
The tree has grown in my breast -
Downward,
The branches grow out of me, like arms.
Tree you are,
Moss you are,
You are violets with wind above them.
| |
[pagina 828]
| |
A child - so high - you are,
And all this is folly to the world.Ga naar eind30.
De eerste ‘imagistische’ gedichten zijn erin terug te vinden, naast vertalingen [o.a. van het oud-Engelse: ‘The Seafarer’Ga naar eind31.] en het uiterst hermetische ‘The Alchimist’. Selvaggia, Guiscarda, Mandetta
Rain flakes of gold on the water,
Asure and flaking silver of water
Alcyon, Phaetona, Alcumiena,
Pallor of silver, pale lustre of Latona...Ga naar eind32.
Wel zijn ook sommige vertaalde gedichten veel eenvoudiger, direkter. Zo b.v. het mooie ‘Dieu qui l'a faicte’, naar Charles d'OrléansGa naar eind33., dat begint: God! that mad'st her well regard her,
How she is so fair and bonny;
For the great charms that are upon her
Ready are all folks to reward her.
‘Imagisme’ vinden we b.v. in ‘Apparuit’. ‘Golden rose in the house, in the portal I saw thee, a marvel...
... Life died down in the lamp and flickered, caught at the wonder.’Ga naar eind34.
In Lustra [1914] en Cathay [1915] heeft Pound de mooiste gedichten van het Imagisme gepubliceerd. De beide bundels kunnen samen worden besproken, omdat zij als het ware tegelijk zijn ontstaan en veel raakpunten vertonen. In 1914 zond de weduwe van Ernest Fenollosa aan Ezra Pound een manuskript waaraan haar man had gewerkt en dat een verhandeling was over de Chinese lettertekens, samen met enkele ruwe vertalingen van Chinese poëzie. Zij deed dit nadat ze in tijdschriften enkele gedichten van Pound [later in Lustra opgenomen] die haar aan die Chinese poëzie herinnerden, had gelezen. Ezra Pound vertaalde of herwerkte de gedichten, samen met andere [meestal van Rihaku] en publiceerde ze in Cathay. In Lustra werden andere vertalingen en bewerkingen opgenomen, naast vele gedichten die dezelfde ‘geest’ hebben als de Chinese. ‘... but the separate poems in Lustra had mostly been written before the Chinese translations were begun and had mostly been printed in periodicals either here or in America. | |
[pagina 829]
| |
I think you will find all the verbal constructions of Cathay already tried in “Provincia Deserta”. The subject is Chinese, the language of the translation is mine - I think.’ In Lustra staan gedichten als en zuiver-imagistische pareltjes als In a station of the Metro
The apparition of these faces in the crowd;
Petails on a wet, black bough.Ga naar eind36.
De eenvoud van de Chinese en Japanse poëzie, zeer nauw verbonden met de bedoelingen van het Imagisme [direktheid, soberheid, beperktheid] moest een grote invloed hebben op Pound. In de kernachtige stijl van Martialis' epigrammen heeft hij zeker ook een voorbeeld gevonden. Bovendien treedt bij Pound nu een vorm van ‘engagement’ op, volledig onbestaand in de vorige bundels. De binding met de omringende wereld, de sociale orde, wordt uitgedrukt. De gedichten waarin Pound mensen en toestanden beschrijft zijn meestal ironisch, soms bijtend en agressief. The Social Order
This government official
Whose wife is several years his senior,
Has such a caressing air
When he shakes hands with young ladies.Ga naar eind37.
is een goed voorbeeld van wat ik ‘imagistische sociale kritiek’ zou willen noemen: Door het beschrijven van bepaalde handelingen, een enkel voorbeeld soms, suggereert Pound een ‘state of mind’ van een bepaalde klasse, een achtergrond, een ‘social order’. Het gedicht op zichzelf is heel begrijpelijk, kort en direkt. Dit is typisch imagisme. Agressief wordt Pound soms ook, zij het nog wat verkapt. In ‘Ancient Music’Ga naar eind38. wordt het woordje ‘Goddamm’ 12 maal herhaald, maar het hele gedicht is in een verouderd Engels geschreven en wordt voorgesteld als een soort volksliedje. Nieuwe elementen dus in Pounds poëzie: eenvoud en direktheid, ironie, agressie. De vroegere invloeden van Provençaalse en Romeinse dichters zijn ver- | |
[pagina 830]
| |
minderd. De retoriek is vervangen door het treffende beeld. De ‘vertalingen’ in Cathay behoren tot het beste werk van Pound en wellicht tot de beste vertalingen die ooit werden gemaakt. De toegankelijkheid is hier inderdaad bijna volkomen, en de poëtische kracht, de waarde van de beelden zo groot dat de misschien wat bevreemdende Chinese achtergrond [geografische termen vooral] geen afbreuk doet aan de kommunikatieve waarde. In ‘The River-Merchant's Wife: A Letter’Ga naar eind39. b.v. wordt de liefde van de vrouw en haar ongeduld de man die zij liefheeft terug te zien op zo'n eenvoudige en toch sterk ontroerende wijze weergegeven, dat dit gedicht alleen m.i. de hele bundel Personae waard is. You dragged your feet when you went out.
By the gate now, the moss is grown, the different mosses,
Too deep to clear them away!
The leaves fall early this autumn, in wind.
... I grow older.
If you are coming down through the narrow of the river Kiang,
Please let me know beforehand,
And I will come to meet you,
As far as Cho-fu-Sa.
De volgende bundel Poems from Lustra [1915] brengt de syntese, naast gedichten met sterk Provençaalse invloed [o.a. Near PerigordGa naar eind40., door Eliot zeer bewonderd] en vertalingen van Latijnse dichters, vindt men er korte ‘Chinese’ gedichten in als Pagani's, November 8
Suddenly discovered in the eyes of the very beautiful
Normande cocotte
The eyes of the very learned British Museum assistant.Ga naar eind41.
De invloeden van Browning [‘Near Perigord’] en Gautier [‘Carmen est maigre’ in ‘To a Friend writing on cabaret dancers’]Ga naar eind42. worden opnieuw door Pound zelf uitdrukkelijk aangetoond. De sociale kritiek wordt op een nog ironischer en scherper manier dan vroeger geprojekteerd op bepaalde figuren in het bekende ‘Moeurs contemporaines’ dat acht ‘portretten’ geeft en zeer mooie staaltjes van sarkasme bevat als: | |
[pagina 831]
| |
IV
At the age of 27
Its home mail is still opened by its maternal parent
And its office mail may be opened by
its parent of the opposite gender.
It is an officer,
and a gentleman,
and an architect.Ga naar eind43.
Poems From Lustra is een soort van syntese van al de vorige ‘richtingen’ doordat al deze richtingen er door enkele gedichten in vertegenwoordigd zijn, al is de retoriek van het begin gelukkig afwezig. Poems From Lustra vormt hierdoor ook geen echt geheel. Dat doet Hugh Selwyn Mauberley [Life and Contacts] wel. In deze bundel, de laatste vóór de Canto's, gebruikt Pound de ‘ideogram’-metode: in een aantal gedichten, min of meer los van elkaar, wordt telkens een bepaald beeld gegeven van een algemeen onderwerp, zodat de bundel een geheel vormt. De gedichten zelf zijn echter weer veel hermetischer, vol namen en citaten in het Grieks en het oud-Frans, vol allusies op literaire gebeurtenissen en figuren. De uiteindelijke bedoeling was een beeld op te hangen van de literaire wereld van dat ogenblik, de geslotenheid van de gedichten maakt dit beeld echter bijzonder wazig. Van ‘Mauberley’ naar de ‘Canto's’, waaraan Pound tot na de tweede wereldoorlog heeft gewerkt, was maar een kleine stap. In de Canto's evolueert Pound naar een uiterst doorgedreven hermetisme, dat in de laatste uit de reeks b.v. zich uit in het voortdurend gebruiken van Chinese lettertekens. Deze ‘zangen’ zijn doorspekt met citaten in de oorspronkelijke taal en vereisen van de lezer een enorme achtergrond. Door deze arrogante eruditie en de totale verwaarlozing van de kommunikatie, krijgen deze latere gedichten een agressief karakter dat zeer goed past bij de latere politieke overtuigingen van Pound.
Patricia LASOEN
[Fragment uit de studie ‘Kommunikatie als kernprobleem in de moderne poëzie’] |
|