les évêques décidés à recourir aux grands moyens avaient, par un mandement collectif du 7 décembre 1878, enjoint au clergé de refuser tout sacrement aux maîtres et aux élèves des Ecoles publiques ainsi qu'à leurs parents’. Coulon had nog leugen, laster en broodroof die het leven van zovelen hebben vernietigd, kunnen vermelden.
Meester Ottevaere uit Lovelings ontroerende roman Sophie (1885) (die, hoewel hij bijna onvindbaar is geworden, om niet-literaire redenen uit haar verzameld werk (1938-1934) werd geweerd) is wel godsdienstig maar niets kan deze eerlijke ambtenaar het officieel onderwijs ontrouw doen worden. Hij wordt gehoond, gelasterd, zijn vrouw wordt niet meer tot de biecht toegelaten omdat ze haar man niet wil verloochenen. Totaal uitgeput door die kwellende, onmenselijke vervolgingen, wordt Meester Ottevaere ziek. Niemand wil of durft ‘de meester van de geuzenschool’, ‘de ketter’, verzorgen, behalve Sophie, die het daardoor zelf hard te verduren krijgt. Als Meester Ottevaere aan het sterven is, stelt een priester hem voor de keuze: ofwel zijn aanhankelijkheid aan het officieel onderwijs afzweren ofwel sterven zonder biecht en absolutie:
‘Daar lag de uitgeleefde, tot een geraamte schier afgeleerde man hulpeloos op zijn sterfbed; daar stond de welgevoede onderpastoor met bolle, blinkende wangen en driedubbele kin voor de sponde: twee ongelijk toegeruste kampioenen om den uitersten strijd aan te gaan.
‘Verzaakt gij aan uwe dwalingen?’, vroeg de machtige, verzekerd van de zegepraal.
Maar het was de zwakke, die antwoordde:
‘Neen, mijne laatste daad zal geene lafheid wezen!’.
‘De heilige absolutie tegen dien prijs’, zei Teeuwis.
‘Vader, doe het, stem toe’, smeekte zijne echtgenoote. En Sophie vouwde angstig de handen, heimelijk hopend, dat hij standvastig blijven zou.
‘Neen’, sprak hij met inspanning, ‘ik kan niet huichelen op het oogenblik dat ik voor God verschijnen ga’.
Een hulppriester die in ongenade was gevallen omdat hij weigerde aan de schooloorlog deel te nemen, komt dan de stervende bijstaan. Sophie neemt verder uitsluitend het Evangelie en het geweten als maatstaven aan.
Aan deze teksten dachten we toen we onlangs Virginie Lovelings eigenhandig geschreven testament - tien mooi,