werkelijk verfraaiing, ethisch, nuttig en sociaal, maar niet alleen maar en niet voornamelijk dat.
Als men zegt dat kunst een raadsel, geheim, mysterie, groot avontuur is, zegt men niet wat kunst is, want kunst is dat slechts ten dele en in zeker opzicht.
Met andere woorden, elke bewering in deze fraaie passus, elk woord is onjuist, is vaag, is klets.
We maken daar de proef op en vervangen in de schone holle tirade het woord kunst door wetenschap, een geesteswerkzaamheid in object, vorm en methode rechtstreeks tegengesteld aan kunst. Alles blijft even waar. Ook wetenschap is meer dan verfraaiing, ook in wetenschap moet men wantrouwen wat wil opvoeden, ook wetenschap is misschien onontbeerlijk, maar laat zich niet misbruiken, laat staan hanteren als een tafel en stoel, ook zij is gedwee zolang haar wezen met rust wordt gelaten, ook zij is raadsel, mysterie, groot avontuur, een verschrikkelijke nieuwsgierigheid, een ontmoeting van het ik met het onbekende.
Gij allen die het goed meent met de kunst en weet hoe de pompiers ze naar het leven staan, neemt met ons deel aan de stille kruistocht met een speld, een gewone speld van honderd voor een frank, op de revers van uw kraag, om in de opgeblazen kunstblazen te prikken, om met Degas te fluisteren que c'est bien plus bête que ça en daardoor schoner.
Wat de schone en beeldende kunsten zijn, kan positief en rechtstreeks worden gezegd zo goed als men zeggen kan wat wiskunde en wijsbegeerte is, zo nauwkeurig als de onnauwkeurige menselijke taal en het arme Nederlands het mogelijk maken.
Zij zijn het menselijk vermogen om gedachten, gevoelens en beelden in woorden, klanken, kleuren, lijnen of vormen weer te geven met uitzonderlijke vaardigheid.
Wat moet verstaan worden onder gedachten, gevoelens, beelden, woorden, kleuren, lijnen, klanken, vormen en uitzonderlijke vaardigheid, dat is voor strikte en brede interpretatie vatbaar en voor discussie, zoals in elke definitie, maar als men die betwistingen wil ontwijken door te zeggen wat kunst niet is, blijft men er vele mijlen verder van af.
Of kunst nu al of niet levensverfraaiing, ethisch, nuttig of sociaal is, dat heeft te maken met de kwaliteit, niet met het wezen.
Gelijk een kunstsmid het smeden tot een ongewone vaardigheid heeft opgevoerd, zo is een kunstenaar iemand die uitzonderlijk goed kan schrijven, schilderen, toondichten, beeldhouwen, bouwen. Zoals in de wetenschap en de ambachten kan men in de kunsten ongeveer alles in de school leren en van anderen afkijken, behalve een perfectibiliteit die ingeboren moet zijn, gegeven door de natuur.
Evenmin als met wetenschap, wijsbegeerte of vakmanschap is met kunst enig mysterie of groot avontuur gemoeid, zwemmen in een snelle rivier, verschrikkelijke nieuwsgierigheid of ontmoeting met het onbekende. De kunstenaar gaat van Stratford naar Londen om zijn brood te verdienen als acteur, probeert nog meer te verdienen door zelf het stuk te schrijven, keert naar Stratford terug zodra hij van zijn renten