zoek de mens
Maeterlinck in de kerk
Of Maeterlinck zich in zijn graf heeft omgedraaid op 8 januari 1961, zullen we waarschijnlijk nooit vernemen maar hij moet toch, op zijn minst gezegd, verbaasd hebben opgekeken. Die zondag, om vier uur 's namiddags, heeft The Vesper Theater van New York voor het eerst sedert 1910 een opvoering gegeven van zijn toneelstuk Marie-Madeleine.
Deze opvoering vond plaats in een van de vuilste, meest uitgewoonde en melaatse buurten van New York, hetgeen heel veel wil zeggen, in de Christ Presbyterian Church van de 36ste straat, West. De kerk zelf is sober, vagelijk gotisch en kaal. De volkstoeloop voor deze gelegenheid kon worden gerekend op een veertigtal toeschouwers waaronder een tiental kleine meisjes, rond de vijf, zes jaar oud, die wellicht door de titel van het stuk waren aangetrokken. Voordat de vertoning aanving, na wat soporifieke orgelmuziek, verscheen de Reverend Richard S. Bauder die in een korte toespraak de aandacht vestigde op de ‘stichtende inhoud’ van het stuk dat stellig zou bijdragen tot een dieper godsdienstig inzicht bij de toeschouwers. Hij voegde er echter aan toe dat, na het tweede bedrijf, de aanwezigen moesten wachten om de kerk te verlaten voor de pauze totdat men een rondhaling zou gedaan hebben tijdens dewelke ‘vrijwillige financiële bijdragen’ zouden worden aanvaard.
De bezetting verscheen in moderne kledij, maar de Romeinse officieren waren gekleed zoals G.I.'s, met op de linkermouw de initialen S.P.Q.R. Ze droegen echter op de heup een kort zwaard in een bordpapieren, gouden schede. Vermits de tekst ergens van toga's gewaagde, werkte dat ietwat verwarrend. De volksscènes werden gesuggereerd vanaf het oksaal: er was veel geschreeuw en geroep en warrelende schaduwen werden op het toneel - daar waar in een Roomse kerk het altaar staat - geprojecteerd.
Wanneer op het eind van het tweede bedrijf Lazarus, op bevel van Christus, Maria Magdalena komt roepen, kwam hij door de middenbeuk van de kerk aangestrompeld in een bijzonder weerzinwekkend vuil, wit laken. Hij zag er meer dood dan levend uit. Maria Magdalena, een in haar toneelvak bekwame juffrouw, had haar eigen toilet bedacht: een combinatie van veel klatergoud, zijde en sluiers maar de extatische uitroepingen van Silanus, Verus en Appius over haar schoonheid klonken sterk overdreven. Nadat men over de initiale schok heen was - het eigenaardige milieu, het feit dat Silanus wanneer hij een ietwat langere beschouwing over leven en dood ten beste geeft dat deed vanaf de preek-