iets meer te weten dan de goede leerlingen. Het is juist zo waar, diep en verheven als het tegenovergestelde. In ons heelal begint alles en eindigt alles. Het leven op aarde is begonnen en zal eindigen. Elk wezen dat tot dat leven behoort wordt geboren en sterft. Het leven van dat wezen is ingedeeld in dagen, seizoenen, jaren, in jeugd, rijpheid en ouderdom, in toestanden, relaties, werkzaamheden, verblijf op bepaalde plaatsen die beginnen en eindigen. Gezondheid, ziekte, verdriet, vreugde, geluk, liefde, alles begint en eindigt.
Deze geleerde jongens zeggen ook dat een romanschrijver die over derden spreekt, mannen, vrouwen, kinderen, grijsaards, koningen en bedelaars alsof hij alles over hen wist, zou liegen, want hij kent alleen zichzelf en kan dus niet anders dan zijn personages toedichten wat omgaat in hemzelf. Dit is een beschuldiging die ik mij heb aangetrokken. Als er iets is dat ik niet heb willen doen is het liegen. Ik heb dus mijn geweten onderzocht. Ik heb mij scherp de vraag gesteld of ik alleen mijzelf ken, of ik niets weet over anderen.
De moderne psychologie heeft met klem van bewijzen aangetoond dat ieder mens onherroepelijk geïsoleerd is in zijn bewustzijn en dit isolement niet kan doorbreken. Om zich mede te delen heeft hij niets dan woorden, gebaren, klanken, lijnen, kleuren die door allen worden gebruikt en dus niets anders zijn dan conventionele seinen, terwijl elke mededeling strikt individueel is, zijnde elk mens biologisch en dus ook psychisch uniek. Het kind klaagt over hoofdpijn en zijn moeder dicht het de hoofdpijn toe die zij zelf kent en die zeer zeker een andere pijn is. Wij laden woorden met onze individuele zin en wie ze verneemt laadt ze met de zijne.
Is het hierop dat men zich baseert om te verklaren dat de schrijver slechts zichzelf kent en dus niet over anderen kan schrijven, dan beroept men zich op een welbekend en onbetwistbaar feit, maar trekt er een averechts besluit uit. Uit dat feit volgt immers dat mededelingen over zichzelf voor derden onverstaanbaar zijn en mededelingen over derden vals, zodat spreken en schrijven nutteloos is, om het even over wie. Het tekort dat men bedoelt zit niet in de onbevoegdheid van de schrijver, maar in de taal zelf en de ondoordringbaarheid van elke psyche.
Men moet dus iets anders bedoelen, namelijk dat niemand