Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 8(1954-1955)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] [Gedichten van Hetty van Waalwijk] Poesje Geef mij terug alles wat ik had mijn tien talenten mijn geluk en mijn onschuld en mijn witte poesje en mijn revolver en mijn groene wereld en vooral mijn pop die pop met het domme poppengezicht en geef me dan ook mijn duikelaartje en mijn witte poesje en mijn schommel tussen de perenbomen perenbomen waar appels aan kwamen en kersen en aardbeien bomen vol met aardbeien en al mijn boeken en mijn kleren en al die mensen waar ik van hield en mijn grootmoeders die liedjes met me zongen liedjes over kleine witte poesjes hele kleine witte poesjes met witte pootjes en witte nageltjes maar die je nooit kon zien en geef me mijn fiets terug dan hoef ik niet meer te lopen mijn voeten worden zo moe van het lopen en mijn schoenen geef me ook mijn schoenen terug [pagina 150] [p. 150] want juist nu ik altijd door moet lopen heb ik geen schoenen meer en geef me mijn theeserviesje en mijn poppenhuis en mijn hockeystick en mijn racket en mijn witte poesje het kleine witte poesje dat ik nooit gehad heb heel klein en heel wit het mag bij me in bed slapen en ik zal het elke dag borstelen en verzorgen en eten en drinken geven het mag drinken aan mijn eigen borst mijn kleine witte poesje ik heb niets meer over helemaal niets meer ook geen piano meer ik heb nooit een piano gehad maar toch zal ik er op kunnen spelen ik zal alles kunnen spelen over mijn witte poesje mijn eigen kleine witte poesje en het zal meeluisteren met een scheef kopje en in zijn pootjes klappen van pret als ik speel het zal van mij zijn van mij alleen en niemand mag het aanraken of zien of aaien het zal helemaal alleen van mij zijn mijn kleine witte poesje het kleine witte poesje dat ik nooit gehad heb. [pagina 151] [p. 151] Indonesische suite Voeten De blote voeten van de mensen de bruine voeten aanrakingen met levende aarde vochtige vruchtbare aarde voeten niet afgeschermd door zolen van leer zoeken naakt hun weg door de grond geurend van leven en bomenwortels van eeuwen her de aarde zij dringt de voeten in maakt er levende wezens van maakt de mensen levend de aarde ze houdt van naakte voeten mensen en dieren geeft ze wat zij te geven heeft mensen en dieren die hun voeten hun blote voeten zetten in het zand de voeten ze zoeken een schuilplaats in de zwarte aarde vochtig van hitte en regen van sappen in beroering met de voeten als zij schuilen in zwangere grond. [pagina 152] [p. 152] Gamelan Ik hoor het met mijn voeten en met mijn nieren mijn wervelkolom de winkelwankelklanken dewirikadina dewirikadina en wons wons het tilt me op ver boven de kleffe bomen de rulle huizen de felwitte schotels met rode spijzen rood van hitte en geluk en alles is verijsd, ingevroren niets beweegt ook de aarde niet ik lig in een bed van klanken winkelwankelklanken van rood goud en zilverwit en zacht en mul en wollig mijn klankenbed rust... [pagina 153] [p. 153] Aarde Aarde vochtig van zon en hitte vloeibaar van vruchten die zoet en vol wijn zijn die wasemt en zweet bij het werken neergesijpeld in de open aarde de aarde geeft in de nacht terug wat zij overdag ontvangt in de alles doordringende warmte van de warrelende zon in de gloeiendwitte lucht de aarde smaakt zuur van tamarinde en de tranen en de regens en alle bruine lichamen die haar beroeren met doorwerkte voeten en handen die de aarde ploegen en strelen de bruine lijven liggen op en in de aarde en de aarde geurt naar bruin. [pagina 154] [p. 154] Mannen De mannen van het dorp lopen naar de rivier om het zweet van de nacht te laten stromen in het zweet van de aarde hun voeten zijn breed en vast gespierd hun benen, hun dijen hun lichamen rank sterk sterkte glanst in flitsen van het aflopende water hun zwarte haren verward het donker woelt er in om in hun ogen straalt nog de glans van de nacht vollemaansnacht waarin de mannen en de vrouwen paren jonge kinderen nog haast paren zij in het licht van de maan waarin zij warm zijn en vol van liefde vol van genot en vol van dank aan de maan en de aarde die hun gaven nachten om in te paren met hun geliefden [pagina 155] [p. 155] de mannen lopen naar de rivier om het zweet van de nacht te laten stromen in het koele zweet van de aarde zij zingen de zang van liefdenachten liefde van maan en aarde van de mensen. [pagina 156] [p. 156] Vrouwen Ik heb ze gezien met lijven van naakt goud de hoge borsten wiegend in de zon wanneer zij liepen de fonkelende haren hangend tot in de holte van hun lenige zachte knieën hun voeten bruin in de grond en hun benen rijzen op tot zwaaiende dijen glad hun buiken en rimpelloos en wiegend als alang-alang liepen ze met hun borsten als gladde vruchten hoog in de zon gezichten geheven naar de warmte van een kus lichamen vragend om de warmte van andere lichamen schouders en armen als wieken van slanke vogels vol van berustend geluk liepen zij in de zon deinend hun lijven van naakt goud op weg naar de plaats waar zij waterdruppels over de gladheid van hun lichaam zullen strooien het water zal dampen op hun huid die warm is van de warmte van de nacht. HETTY VAN WAALWIJK Vorige Volgende