Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6(1951-1952)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 700] [p. 700] [Gedichten Maurits de Doncker] Rondeel Indien je wil wordt dit het uur dat onze monden zich verenen. Nog is der liefde laaiend vuur uit onze harten niet verdwenen. Gaat veel verkoelen op den duur, wij slaan nog vonken uit de stenen op dit gezegend eenzaam uur dat veel verweesde paren wenen. Elks leven is een avontuur, waaraan hij vreugden kan ontlenen veel meer dan veel verblinden menen. Dat is 't besef dat op den duur mijn deel werd in dit avonduur. [pagina 701] [p. 701] Lied zonder zin Dit lied heeft geen beduiden. Ik zing wat voor mij heen. Wie zou zulks euvel duiden? 't Is beter dan geween. ‘Waartoe nog verder fluiten dit altijd eender lied dat tranen schreit met tuiten? Ziet gij de vreugde niet? Waarom nog langer lallen in roes van dronkenschap als zoveel duizendtallen wel dorstig zijn, maar krap? Waarheen dan met uw vreugde? Waarheen met uw verdriet? Vermits het een niet deugde, versmaad het ander niet. Verdriet moet men verdrinken en vreugde dient gesmoord, want liederen verklinken die niemand heeft gehoord.’ [pagina 702] [p. 702] Zo zou ik kunnen zingen nog uren, dagen lang van allerhande dingen van min of meer belang. verzadigd avonduur, Alsdan alleen te wezen. Vorige Volgende