De littera van de litteratuur
Onlangs werd het jaarfeest gevierd van de Noordnederlandse meestertypograaf Van Krimpen, die door zijn scheppingen de Hollandse drukkunst tot zo hoge en zuivere stijl heeft opgedreven.
Naar aanleiding daarvan bundelde ik enkele esthetische en technische waarheden over de letter saam, gezant uit zovele lessen van Alain, de Franse kunsttheoreticus. En omdat deze tekst een kurieus protest uitlokte van niemand minder dan Gerard Walschap, wil ik hem in zijn integrale vorm mededelen. Ziehier:
‘Alain, mijn meester onlangs ter ziele gevaren, placht te leren dat, van de drie voornaamste woordkunsten, het proza de jongstgeboren is. De poëzie, kunst van het gezongen woord, is haast zo oud als de stem. En de welsprekendheid, kunst van het betogend woord, is zo oud als de rede. Maar het proza, kunst van het geschreven woord, is niet ouder dan de letter. De phonetische begrensdheid van de letter brengt mede dat hun aantal betrekkelijk gering is. Bovendien hebben zij op zich zelf geen betekenis. En zij verschillen ondereen niet het minst van waarde. Hun functie is er uitsluitend een van componenten. Uit hun talloze mogelijkheden van samenstelling ontstaan de woorden, die zelf, door hun gehoorzame ordening, vorm geven aan de volzin. Hoe ook het wezen van de woorden zij, de componenten ervan blijven ongewijzigd. De letters zijn elementaire eenheden, zelfstandig ongeveer als de atomen. Deze geboden eenderlijkheid komt volkomen aan het licht in de typographie, die de letters in hun identiteit van streng geijkte tekens handhaaft. De typographie is daarom zoveel betrouwbaarder dan het handschrift, dat de gemoedsbewegingen van de schrijver verraadt en een gave