Kerstvreugde in de Verenigde Staten of het gevaar van schrijven op afstand
Toen ik in Goed en Kwaad de Kerstdagen te New York beschreef als ‘een dronken Bacchanaal’ nam R.F. Lissens daar aanstoot aan. Dat scheen hem al te sterke taal en dus litterair buiten proportie. Al was het er mij natuurlijk niet om te doen in mijn tekst een correct naturalistisch beeld van de gebeurtenissen te geven, toch meende ik helemaal niet te hebben overdreven in mijn qualificering, en derhalve verbaasde mij Lissens' verbazing bij mij vermeend onmatige terminologie. Wie de toestanden hier kent geeft mij echter gelijk, wat niet betekent dat Lissens ongelijk heeft: zijn critiek, die op een gebrekkige kennis van de feiten berust, wijst er enkel op, dat mijn vermelding van de toestanden niet plastisch genoeg was en dat de détails, of het ontbreken van détails, om mijn qualificatie te staven, de aanvaardbaarheid van mijn tekst niet ten goede kwamen. Dat komt er van, als men al te sober wil schrijven. Het is dus niet uit gelijkhalerij, maar ten titel van inlichting, dat ik de volgende gegevens meedeel. Verschillende bladen en maandschriften, kerkelijke organisaties en sociale werken hebben dit jaar een campagne ingeluid tegen de gebruikelijke ‘techniek’ der Kerstfeesten. Een tijdschrift stelt zelf de vraag: Are we killing Christmas? door er een commerciële