comparable à la caserne, à la prison, au bagne... La répression des réactions anti-sociales est aussi chimérique qu'innacceptable en son principe. Tous les actes individuels sont anti-sociaux. Les fous sont les victimes par excellence de la dictature sociale; au nom de cette individualité qui est le propre de l'homme, nous réclamons qu'on libère ces forçats de la sensibilité, puisqu'aussi bien il n'est pas au pouvoir des lois d'enfermer tous les hommes qui pensent et agissent.’
En dat zij er morgen aan denken, deze dokters. Op het uur der visite. Zij hebben niets méér dan hun patiënten buiten het geweld waarmee ze hun eigen wil opdringen. A.A. haatte de psychiaters uit het diepst van zijn ziel. Zo leefde hij te Rodez onder de terreur van een enkele zin waartegen hij zich niet verzetten kon, hoe klaar van geest hij ook was: ‘M. Artaud ne mange pas aujourd'hui, il passe au choc (électrique)’.
A.A. heeft het ‘aktieve pessimisme’ tot een waardig einde gevoerd. Hij heeft zijn geschriften aan den lijve ondervonden. Hoe ijdel blijven dan de woorden van Breton in ‘Nadja’:
‘Je sais que si j'étais fou et depuis quelques jours inerné, je profiterais d'une rémission que me laisserait mon délire pour assassiner avec froideur un de ceux, le médecin de préférence...’
Dat is dan wel degelijk literatuur. Niets meer dan dode letterkunde. Artaud, hij is dood. Vertrokken in een delirium.
Komt er ooit een ogenblik om hem te ‘herdenken’? Stel je voor... Een uitzending van zijn hoorspel ‘Pour en finir avec le Jugement de Dieu’? Diezelfde tekst, die men vastgelegd heeft op band en laten beoordelen door een jury waarvan deel uitmaakten: Jouvet, Barrault, Cocteau, René Clair, Paul Eluard, Edmond Sée, Georges Auric, Jean Paulhan en zo vele anderen... En die allen unaniem een gunstig oordeel velden, terwijl daarop de direkteur-generaal van de Franse radio-omroep, M. Vladimir Porcfé, de zaal verliet... en dat nooit werd uitgezonden.
Artaud herdenkt men niet. Nee! Laat die kleine dunne boekjes alleen hun werk verrichten. Laat deze sluiklektuur van hand tot hand gaan. Meer is er niet van doen. Voor de rest... A.A. eist geen standbeeld van het stadsbestuur te Marseille. Waar zou er een nieuwe Queuneau te zoeken zijn om te roepen: ‘Permettez’. Als tot de heren die in Charleville een borstbeeld voor Rimbaud inhuldigden dat het oude moest vervangen, dat door de Duitsers was weggenomen:
‘Mijne Heren. Weet u wel goed voor wie u een beeld opricht? Voor een “défaitiste” die Frankrijk en de “goût français” haat. Iemand die de arbeid en de kultuur haat en u allen inkluis. Het standbeeld, dat vandaag wordt ingehuldigd zal misschien hetzelfde lot ondergaan als het oude dat de Duitsers hebben versmolten in een obus. Met genoegen zou Rimbaud vernomen hebben, dat deze obus uw Place de la Gare en uw Muzeum, waar men zich gereed maakt om zijn glorie te versjacheren, deed instorten.’
Toone Brulin