De competenties
In mijn oude knipsels vind ik toevallig weer een document dat luisterrijk illustreert wat ik hier reeds herhaaldelijk heb geschreven over en rond de God de vaders. Ik had beloofd er niet meer op terug te komen, maar waarom toch altijd woord houden.
Het is een artikel van de welbekende Belgische militaire competentie Lieutenant-colonel C. Requette. Het is verschenen in 1937 in het dagblad van Van Zeeland, ‘L'Indépendance Belge’.
De luitenant-kolonel begint met zijn lezers gerust te stellen dat de oorlog niet voor de deur staat, eerlijke mening die hij toen deelde met de militaire competentie G.W. De oorlog staat niet voor de deur, zegt de luitenant-kolonel, omdat de aanvaller slechts aanvalt wanneer hij er van overtuigd is in korte tijd de overwinning de kunnen behalen. Welnu dit is op dit ogenblik niet het geval. Het Reich beschikt slechts over 72 divisies, dat is 12 minder dan in 1914 en dit voor een weerstand die veel sterker is. Het heeft minstens drie jaar nodig om zijn leger op maximum sterkte te brengen en enige jaren voor zijn economische uitrusting indien het vierjarenplan slaagt.
Daarom moet men kalm zijn en niet vrezen voor het einde der beschaving en de terugkeer tot de holbewoners zoals men nu doet. De volgende oorlog zal heel anders zijn dan de vorige. De technische vooruitgang van de laatste halve eeuw heeft vooral de defensieve wapens versterkt. Sic, lezer. De Russisch-Japanse oorlog en die van 1914 hebben de werkelijk buitengewone weerstandskracht van de fortificaties bewezen. Sic, lezer. Het heeft lang geduurd eer de generaals dit ‘fait primordial’ erkend hebben, maar nu weten ze het eindelijk. De grote Westerse mogendheden liggen binnen echte versterkte kampen. Die aanvallen zou te veel verliezen kosten, zoveel ‘folie’, zoveel ‘aveuglement’ kan men bij de militaire chefs niet