Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6
(1951-1952)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 208]
| |
2Men spreekt de namen der seizoenen
als van een eeuwge wederkeer.
Maar geef mij snel uw mond te zoenen,
het is weldra de laatste keer.
| |
3Alleen, en met u bezig zijn,
geld, zorgen, wereld, plicht vergeten,
en als de droom wijkt, toch nog weten:
geld, zorgen, wereld, plicht zijn schijn.
| |
4‘Ik slaap met de man met wie ik slaap,
en vraag mij niet hem te bedriegen.
Ik min u zeer, als ik ooit met u slaap,
merkt gij wel dat ik niet kan liegen.
R.H. |
|