Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 882] [p. 882] Opgang Wanneer in 't Oostlijk punt des hemels schemerlicht komt tint'len naar omhoog, dat in steeds breder kringen van uit zijn verre bron wil door het duister dringen, en langzaam aan zijn gang naar 't barre Westen richt, Dan weet ik, dat de poort, die nu in 't Oosten dicht nog is, weldra voor vloeiend goud zal openspringen, dat d'aarde met een gloed van purper zal omringen door zijn vol-diepen glans van onuitputbaar licht. Zo ook, geliefde, als gij daar schromend voor mij staat, de handen in elkaar en de ogen neergeslagen; dan weet ik, dat zo straks, als gij die opwaarts slaat, hun diepe, volle glans mij wederom zal dragen doorheen de poort der liefde die nu opengaat in veel volmaakter gloed dan van de dageraad. FRITS A. BECHT. Vorige Volgende