Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 374] [p. 374] De thuiskomst Dit is dan 't land waarop mijn dromen stonden, gekoesterd dag en nacht onder een zon waarvan wij 't vreemde laaien niet verstonden sinds in die Meimaand onze reis begon. Wel vele morgens zijn sinsdien verstorven en avonden gemerkt met jeugdig bloed. Beschaving, die zo moeizaam werd verworven, ontviel en werd door niets en niets vergoed. Dit land laat aan zijn doden niets gelegen en dood zijn ook wie bleven na de storm. Zij die nu liggen langs de verre wegen hebben met ons slechts dit verschil: hun worm. Mijn eerste nacht onder de lindebomen, wier fijne geur als vroeger nederdaalt, kan ik onmooglijk aan de vraag ontkomen: wie best is, ik of wie de dood gehaald. Vorige Volgende