Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] En verder ging het leven Voor J. En verder ging het leven. En wij maten de tijd elk met zijn eigen hartslag. Is het anders mogelijk onze kleine baten te bergen veilig in ons groot gemis? Ons zo nabij ging toen het blinde leven voorbij, dat zelfs de lichte, zoele tocht van deze ontmoeting onze hand deed beven die wij malkander reikten aan de bocht waar wij gescheiden zijn, lijk allen scheiden - éénmaal voorgoed, - al gaan nog elke dag hun schaduwen dezelfde weg in 't wijde verluwde licht. Geen enkele vermag nog een van alle tot haar te bewegen, al zenden zij in de eenzaamheid der nacht gedachten uit, de sterrenbeelden tegen, die wij de namen gaven der verwach- ten, die niet kwamen en waarin de jaren, die wij niet zagen, bergen hun gelaat. Zij keren echter niet terug, al staren wij nog, lijk blinden zonder toeverlaat, de nanacht in. Wij trachten te vergeten de wonden, die de tijd misschien geneest: waarom dan willen wij de wegen weten, die wij verkiezen konden? Toen uw leest [pagina 368] [p. 368] omsloten werd door levensmoede handen - zij was zo licht van leven en zo broos - en u twee woorden als een vloed vermanden, ontlookt gij zacht als een ivoren roos over de wereld en mijn eigen beemden daarbuiten. Ach, het is zo lang voorbij! Ik zag u weer: wij waren plots geen vreemden nog ééns, maar tevens van elkander vrij. Ik hield de regelmaat mijns harten tegen, gij waart ontroerend, zo volmaakt ontdaan van jeugd, dat u de wonderbare zegen der schoonheid, rein gewonnen zaad uit waan, die luwde lijk het licht, mild was geschonken. Wij stonden in de schaduw der herinnering: gelijk ik u zo vaak had toegedronken, hief ik de beker uit de bleke schemering. Wij gaan nu voort de weg, die wij gekozen en afgebakend hebben: zeg vaarwel nog eens en laat de zilvergouden dromen van vroeger voort u boeien lijk een spel. JAN VERCAMMEN. Vorige Volgende