Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 5
(1950-1951)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 225]
| ||||||||||||||
[pagina 226]
| ||||||||||||||
Personen
Rijdansen van Bosgeesten en karakteristieke Curaçaose Bloemen.
Plaats van de handeling: Curaçao. Tijd van de handeling: het heden. | ||||||||||||||
[pagina 227]
| ||||||||||||||
Eerste bedrijfIn de voorgalerij van het huis van de familie Darault. Als vele woningen op Curaçao is ook deze eerder gestoffeerd dan gemeubileerd; het schaarse meubilair en de enkele schilderijen aan de wand lijken zo uit een derde-rangsveiling weggenomen. De nonchalance die er heerst, maakt dat de intens burgerlijke sfeer, door de entourage teweeggebracht, gedeeltelijk weer wordt teniet gedaan.
Mevrouw Darault wiegt op en neer in een van de schommelstoelen rond een tafel met marmeren blad. Adela Darault loopt op en neer door de galerij, verdwijnt in het huis, keert terug met twee glazen juice waarvan zij er een neerzet op de tafel bij haar moeder, naast de face-à-main, de zakdoek en enkele folders van een reisbureau.
Mevrouw Darault
Heb ik misschien om een juice gevraagd?
Adela
Dat nou niet juist. Maar dat is geen reden om u dit heerlijk vocht te onthouden.
Mevrouiu Darault
De jeugd van tegenwoordig is altijd bezig iets te doen. Zij zwemmen rond op Piscadera of zij pic-nicken aan het Spaanse water of zij slurpen juice in de voorgalerij. | ||||||||||||||
[pagina 228]
| ||||||||||||||
Adela
Of zij pulken in hun neus in de achtergalerij.
Mevrouw Darault
Vieze praatjes, daar hebben ze allemaal een waar meesterschap in bereikt.
Adela
Ik merk al, de juice is niet aan u besteed. Luid roepend.
Clementina! Er volgt een stilte.
Mevrouw Darault
Dan denk je maar dat die nu thuis is. Die is zich alvast aan het oefenen voor de feesten.
Adela
Wat voor feesten in godsnaam, mama?
Mevrouw Darault
Die maken zij wel, als de behoefte zich maar voordoet.
Adela
Men kan ten slotte niet altijd in het zweet zijns aanschijns rondploeteren.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Neen, dat zeker niet. Zij waait zich koelte toe niet haar zakdoek.
Je denkt dat je een dienstmeisje in huis hebt en het is een rumbera of een guarachera. Adela onderbreekt haar wandeling en danst enige figuren uit de rumba en de guaracha.
Clementina treedt langzaam en geruisloos de galerij binnen. Het is een buitengewoon aantrekkelijke jonge negerin in avondkleding.
Mevrouw Darault
Ben je er eindelijk? Wij zijn een halfuur lang bezig ons hees te schreeuwen. | ||||||||||||||
[pagina 229]
| ||||||||||||||
Adela
Verdomme, mama, kunt u niet anders doen dan overdrijven?
Mevrouw Darault
Mejuffrouw Adela, kunt u niet anders doen dan u van grove woorden bedienen?
Adela
Dat doe ik alleen tegen mijn moeder en tegen jongelui die naar mijn broze hand dingen. In mijn dromen houd ik mij aan de goede vormen en daar komt het maar op aan.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Je bent dus blijkbaar van plan uit te gaan?
Clementina
Ja mevrouw, het is mijn vrije avond.
Mevrouw Darault
Ik zou wel eens willen weten wanneer het je vrije avond niet is.
Adela
Clementina, let niet op moeder. Zij is zo kwaad niet, al heeft zij het wel achter de mouw. Nietwaar, Moesje?
Mevrouw Darault
Ik vraag mij soms af of je mij voor kinds aanziet.
Adela
Clementina, je ziet er prachtig uit. Je ziet er uit om te stelen. Als ik een jongen was, dan liet ik je vanavond niet met rust.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
En zulke praatjes ben ik, eerbiedwaardige weduwe met een schraal pensioen, gedwongen aan te horen.
Adela
Men zegt dat papa geen vrouw met rust kon laten.
Mevrouw Darault
Kind, wat papa tijdens zijn aards bestaan heeft misdreven, heb ik allang op aandringen van de dominé met de mantel der liefde bedekt. | ||||||||||||||
[pagina 230]
| ||||||||||||||
Adela
De mensen praten maar over negers en de zwarten alsof men ze allen over een kam kon scheren. Men heeft er evenveel soorten als onder de Europeanen. Men heeft er lelijke en mooie. De meesten zijn lelijk, noch mooi, maar men heeft ook bizonder mooie en bizonder lelijke. Clementina behoort alvast tot de allermooisten.
Mevrouw Darault
(die de jonge negerin aandachtig met haar monocle heeft opgenomen)
Ja, Clementina. Wij zullen een speciale dansavond voor je arrangeren, hier aan huis of anders op Chobolobo. Wij zullen alle hoogwaardigheidsbekleders uitnodigen. De gouverneur met zijn klein adjudantje, de bisschop met zijn gevolg van heilige steltlopers, de commandanten van land- en zeemacht en de directeuren van de CPIM, KNSM en de Posterijen.
Adela
(de vinger opstekend)
En tot slot zou zij... Zij zwijgt.
Mevrouw Darault
Wat zou zij tot slot?
Adela
Adela
Alle kleren van zich neer moeten laten ritselen. Zij zou daar staan in haar glanzende ebbenhouten schoonheid.
Clementina
Sjonnan, ik geloof maar dat ik ga.
Adela
Veel plezier, Clementina.
Mevrouw Darault
Zorg dat je bijtijds terug bent. Clementina af.
Mevrouw Darault
Hoor eens, Adela. Je bent nog jong. Je moet nog veel leren. Geloof me. Meen niet dat ik kinds ben geworden. | ||||||||||||||
[pagina 231]
| ||||||||||||||
Adela
Ik heb nooit gezegd dat u kinds bent. U is het zelf die het altijd opnieuw weer heeft over de voor- en nadelen van de meergevorderde leeftijd.
Mevrouw Darault
Ik heb ook niet gezegd dat je mij kinds hebt genoemd. Dat moest er nog bijkomen. Kindje lief! Neen, zeker heb je mij zo niet genoemd. Maar je denkt toch niet dat ik geen ogen in mijn kop heb. Ik zie heus wel hoe je mij aankijkt als ik mij zelf koelte toewaai of mijn face-à-main ter hand neem.
Adela
Ha ha. Wat denk ik dan? Nu raden!
Mevrouw Darault
Dat weet je beter dan ik.
Adela
Wedden voor een tientje?
Mevrouw Darault
Neen, voor een rijksdaalder.
Adela
Goed dan.
Mevrouw Darault
Arme moeder met haar hoge bloeddruk... Hoe lang zal ze het nog maken?... Laat ze toch oppassen... Anders blijf ik helemaal alleen achter...
Adela
U hebt de rijksdaalder gewonnen. Moeder en dochter omhelzen elkaar teder.
Mevrouw Darault
Ik zal de rijksdaalder aannemen... onder voorwaarde...
Adela
Dat ik er een verrassing mee mag kopen voor Adela.
Mevrouw Darault
Hoor eens, Adela. Je weet dat je alles voor mij bent. | ||||||||||||||
[pagina 232]
| ||||||||||||||
Adela
Zo nu en dan.
Mevrouw Darault
Wel goed, zo nu en dan denk ik, Adela is zo langzamerhand green kind meer. Ze zal een keuze moeten doen.
Adela
Gaat het over mijn huwelijkse staat?
Mevrouw Darault
U heeft juist geraden, mijn dochter.
Adela
Tussen wie gaat die keuze ook weer? Zingend.
Het lijkt wel vreemd, maar juist dit ene ben ik vergeten.
Mevrouw Darault
Ik zal je een handje helpen.
Adela
Laat het vooral niet na.
Mevrouw Darault
Het gaat tussen een zekere Arthur Morel en een zekere Frans Cijntje.
Adela
Je weet, moeder, dat ik in dat geval niet anders kan doen dan Arthur Morel kiezen.
Mevrouw Darault
Waarom dan toch?
Adela
Omdat het heerlijk zou zijn in zijn armen te liggen en door hem vertroeteld te worden.
Mevrouw Darault
Ach mijn kind. Hartstocht gaat gauw voorbij. Heel gauw voorbij. | ||||||||||||||
[pagina 233]
| ||||||||||||||
Adela
Hoe weet u dat?
Mevrouw Darault
Dat is het enige waar de pastoor, de dominé en de rabbijn het over eens zijn.
Adela
Maar waarom denkt u dat Arthur zich niet de nodige fondsen kan verschaffen om mij gelukkig te maken? Hij heeft toch in Nederland gestudeerd; hij heeft zijn studie zonder moeite beëindigd, hij is nu mr. in de rechten. Er is geen reden om aan te nemen dat hij zich niet als advocaat een onafhankelijke positie zou kunnen verwerven.
Mevrouw Darault
Hij zal het wel kunnen, hij zal het ook wel doen. Maar daarnaast zal hij veel doen waarin je hart, je lief teder meisjeshart, geen vreugde zal scheppen.
Adela
Spreek niet in raadselen, moeder. U heeft a gezegd, u moet nu ook b zeggen.
Mevrouw Darault
Hoor eens, Adela. Hij is nu drie maanden op Curaçao terug. Maar de geschiedenis van het leven, dat hij in de Hollandse steden heeft geleid, is hem maanden tevoren vooruit geijld.
Adela
U wilt toch niet zeggen dat hij zich aan zoiets als moord of verduistering heeft schuldig gemaakt?
Mevrouw Darault
Daar weet ik niets van. Maar wel weet ik dat hij er zijn specialiteit van maakte vrouwenharten te breken.
Adela
God wat lollig.
Mevrouw Darault
Hij heeft ze in alle kleuren en geuren gehad. | ||||||||||||||
[pagina 234]
| ||||||||||||||
Adela
Dat van die geuren had u weg moeten laten.
Mevrouw Darault
Inderdaad, dat is een beetje ongelukkig uitgedrukt
Adela
Inderdaad, weinig kieskeurig. Zij lachen beiden.
Mevrouw Darault
Hij heeft er vier verloofden op na gehouden. De ene was blond en had een kuiltje in de wang als zij lachte. De andere was een brunette; die heeft met de ene voet op de tree van het altaar met hem gestaan.
Adela
De derde was een roodharige met nauwelijks zichtbare sproeten.
Mevrouw Darault
De vierde was een gehuwde vrouw die hij tot een echtscheidingsproces heeft verleid.
Adela
Wat zou een dergelijke blauwbaard bij mij zoeken? Misschien vermoedt hij een beetje negerbloed. Lekker, denkt hij, negerbloed, haha negerbloed!
Mevrouw Darault
Foei, Adela. Hoe kun je zoiets zeggen? Negerbloed! Hoe kun je zoiets zeggen?
Adela
Maar mama, laat u zich toch niets wijsmaken. U gelooft toch niet dat er iemand bij ons rondloopt zonder op zijn minst een tikje Afrikaans bloed in de aderen?
Mevrouw Darault
Zeg dan Indianenbloed. Negerbloed komt bij de familie der Daraults niet voor. | ||||||||||||||
[pagina 235]
| ||||||||||||||
Adela
Adela
Daar wordt aan de deur gemorreld.
Mevrouw Darault
Hoor je dat allang?
Adela
Ja, maar ik dacht dat het de noordoostpassaat was.
Mevrouw Darault
De noordoostpassaat, wat is dat?
Adela
Nou, de wind dan.
Mevrouw Darault
Ja, maar de wind morrelt niet aan de deurknop. Hij stoot tegen de luiken, hij giert door de shutters, maar morrelen aan de deurknop is nou juist iets wat de wind niet doet.
Adela
Dat moet u niet zeggen. De wind is uiterst schunnig. Hij veroorlooft zich zo van allerlei.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Kom toch binnen. De deur gaat open, daar staat dokter Marchena.
Adela
Adela
U is zeker weer eens bang geweest voor uw hoge bloeddruk.
Mevrouw Darault
Mijn dochter, het is voor mij misschien een moeilijker tijd dan voor jou.
Dokter Marchena
Hoe gaat het met Sjon Graciela?
Mevrouw Darault
Gaat u eerst eens rustig zitten.
Adela
Mag ik u een glaasje juice schenken? | ||||||||||||||
[pagina 236]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
Ik raad iedereen juice aan. Maar voor mijzelf zou dat het ergste gif zijn. Ik zou op slag het bewustzijn verliezen en vervolgens het tijdelijke met het eeuwige verwisselen.
Adela
Nou dan treft u het. Mama heeft niet alleen voor de dokter een speciale fles in de koelkast, maar ook de minnaars van Adela worden de laatste tijd niet vergeten.
Mevrouw Darault
Een moeder moet voor alles zorgen.
Dokter Marchena
De smaak van je talloze minnaars is mij niet bekend, ik hou mij aan mijn recept, een whisky-soda, de whisky twee vingers hoog Hij wijst aan met pink en wijsvinger, zoals Engelse kapiteins doen.
Adela af.
Mevrouw Darault
Denkt u er aan dat u een goed woordje spreekt voor Frans Cijntje?
Dokter Marchena
Sjon Graciela, laat dat aan mij over, ik ben een toverkunstenaar.
Mevrouw Darault
Ja, van geneeskunde weet u niet veel, maar u bent een goeie koppelaar.
Dokter Marchena
Men kan niet in alles uitmunten. Adela komt terug met een strafte whisky-soda en twee glaasjes likeur op een blad, dat zij op de tafel neerzet. Zij gaat ook op een stoel zitten.
| ||||||||||||||
[pagina 237]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
Ja, Sjon Graciela. Een likeurtje zo nu en dan is ook goed voor de bloeddruk. Hij drinkt met zichtbaar genoegen van rijn whisky.
Adela
Hoe gaat het met de politiek, dokter?
Dokter Marchena
Ja, die politiek! De mensen vergeten hun zaken en willen allemaal voor keizer spelen.
Adela
Je hebt toch van die jongens die verstandiger zijn.
Dokter Marchena
Heel zeker, je hebt van die hele verstandige jongens. Zo juist nog kom ik Frans Cijntje tegen.
Adela
En heeft dat uw spijsvertering niet bedorven?
Dokter Marchena
Wat zeg je me daar nou? Mijn spijsvertering bedorven? Integendeel het is een brave oppassende jongen. Hij heeft de mooiste zaak in mannenkleding en vrouwenondergoed in de Herenstraat. Zelfs op Zondag blijft hij wagewijdopen.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Nou wagewijdopen... wagewijdopen, is wel een beetje overdreven, lieve dokter. Cijntje is altijd een bescheiden jongen geweest.
Adela
Maar is dat geen schending van de Zondagrust?
Dokter Marchena
Neen, de bisschop geeft dispensatie op dagen dat er touristenschepen in de haven liggen.
Adela
Een mooie bisschop... zeker een Arubaan... | ||||||||||||||
[pagina 238]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
Integendeel, een verstandige bisschop... En keurig dat hij er altijd uitziet. Nooit opzichtig maar ook nooit slonzig.
Adela
Zoiets zegt men niet van de bisschop.
Dokter Marchena
Ik spreek ook niet over de bisschop, ik spreek over Cijntje.
Adela
O, over die jongen met zijn afstaande oren en zijn opgeblazen koopmansbuik?
Mevrouw Darault
Mijn beste dokter, ik geloof dat het alles verloren moeite is. Adela schijnt haar hart verloren te hebben aan Arthur Morel.
Dokter Marchena
Die doordraaier? Kind, je weet niet wat je doet. Die jongen weet geen vrouw met rust te laten.
Adela
Die geschiedenis ken ik al. De geschiedenis van de vier vrouwen in Holland.
Dokter Marchena
En schrikt je dat niet af?
Adela
Het verleden moet men met de mantel der liefde bedekken.
Dokter Marchena
Het gaat niet alleen om het verleden. Met het heden is het evenmin beter gesteld. Hebben jullie niet van zijn laatste verovering gehoord?
Adela
Wat zegt u?
Dokter Marchena
Arthur heeft een nieuwe verovering. | ||||||||||||||
[pagina 239]
| ||||||||||||||
Adela
Hij gaat trouwen?
Dokter Marchena
Dat heb ik niet gezegd.
Adela
Wat wil u dan wel zeggen?
Dokter Marchena
Hij heeft een nieuwe liaison met...
Adela
Mèt...
Dokter Marchena
Met Clementina.
Mevrouw Darault
Foei!
Adela
Adela
Clementina! Er heerst even stilte.
Adela
Dat is waar ook, zij is uitgegaan. Wie weet liggen zij nu ergens in elkaars armen en smaken het genot van de wederkerige genegenheid.
Mevrouw Darault
Zoiets mag je niet zeggen.
Adela
Adela
Er is zoveel dat men liever niet moet zeggen. Ach dokter, neemt u toch de bloeddruk op. De dokter haalt zijn instrument te voorschijn. Langzaam doet hij de meting en kijkt bezorgd.
Mevrouw Darault
Het lijkt of u niet erg tevreden is.
Dokter Marchena
U heeft teveel opwinding. | ||||||||||||||
[pagina 240]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Hoeveel is dat?
Dokter Marchena
Het is geen gewoonte dat een dokter zulke dingen zegt. Het verontrust alleen maar.
Mevrouw Darault
U kunt het gerust vertellen.
Dokter Marchena
Dokter Marchena
Het is bijna twee honderd.
Adela
Weet u wat, dokter?
Dokter Marchena
Ja mijn kind, zeg het maar 'ns.
Adela
Ze moesten u tweehonderd stokslagen toedienen. | ||||||||||||||
[pagina 241]
| ||||||||||||||
Tweede bedrijfDe woonkamer van de heks Doriana. De wanden zijn van planken opgetrokken, er is geen zoldering; men kijkt van onder tegen het rieten dak aan dat slechts door enkele horizontale en scheve balken wordt gedragen; enkele stengels hebben de nodige steun verloren en hangen er los bij. Aan de wanden ziet men verschoten plaatjes die heiligen voorstellen, met name de byzantijnse Moedermaagd met het Kind. Daartussen in zijn reproducties vastgeprikt van foto's van bekende boksers en veldheren uit de jaren 1910 tot 1920, de generaals Joffre en French en de wereldkampioenen Jeffries en Jack Johnson. Het meubilair bestaat uit vele stoelen met rieten zitting en zwarte houten lijst. Van het dak hangen petroleumlampen in verschillende uitvoering. In de kamer bevinden zich de heks Doriana, zwaar gegroefd van gezicht, mager en tanig van leden, met haar ene waterzuchtige been op een bankje uitgestrekt.
Arthur Morel zit op een stoel naast haar, zichtbaar van zorgen vervuld.
Doriana
Waarom vraagt de sjon zulke dingen niet aan zijn blanke dokters in de stad? Men zegt dat er de laatste tijd een hele boel uit het land van de macamba's zijn gekomen. | ||||||||||||||
[pagina 242]
| ||||||||||||||
Arthur
Dat is waar, Doriana, zij komen hier bij bosjes binnenvallen. Zij verwachten allen hier bij ons een goudmijn te vinden.
Doriana
En zij vinden niets dan hier en daar een bezwangerd maagdekijn. Hebben de macamba's ook weleens last van gevallen deerntjes?
Arthur
Zij vatten het niet zo ernstig op.
Doriana
Hoor 'ns mijn vriend. Je bent hier voor niets gekomen. Doriana maakt geen engeltjes meer.
Arthur
Het kind is nog lang niet geboren. Van engeltjes maken is er geen sprake.
Doriana
Alsof Doriana je niet begrijpt, jongeheer.
Arthur
Je moet me helpen. Je moet hàar helpen. Zij is zo mooi, is zo lief. Zij mag niet te schande worden gemaakt.
Doriana
Hoor 'ns mijn duifje. Vertel 'ns, hoe heb je dat visje gevangen? Vertel maar 'ns aan Doriana. Als je 't mooi vertelt, als je Doriana op haar oude dag, met haar opgebazen rechterpoot, nog weet te prikkelen, dan zal Doriana er nog 'ns over nadenken.
Arthur
Ach Doriana, zulke dingen gebeuren vanzelf.
Doriana
Ja, als zij haar rok en jij je broek laat zakken.
Arthur
Praat niet zo. | ||||||||||||||
[pagina 243]
| ||||||||||||||
Doriana
God gaf mij een valse tong.
Arthur
Ik bedoel, het gaat alles vanzelf. Het gaat buiten ons om...
Doriana
Wil je 'ns opschieten, onbekookte vrouwenjager.
Arthur
Het gaat om Clementina.
Doriana
Het mooiste meisje van Santa Rosa.
Arthur
Zij dient bij Sjon Graciela Darault.
Doriana
Die met die mooie dochter zonder geld. Hoe heet dat geile kind ook weer?
Arthur
Adela.
Doriana
Hemelen, weent! Santa Maria ontfermt u onzer, Santa Cecilia met de afgekauwde borsten, sta niet zo pips te kijken, help een handje mee. Heilige Jozef, geef haar haar maagdelijkheid terug. Het ging dus tussen Adela en Clementina.
Arthur
Zo was het niet precies.
Doriana
Vertel dan hoe het precies was. Au, ik krijg jeuk aan mijn waterzucht.
Arthur
Je kunt begrijpen dat ik in liefde ontvlamd raakte voor Adela.
Doriana
Maar centen heeft ze niet. | ||||||||||||||
[pagina 244]
| ||||||||||||||
Arthur
Zo dacht haar moeder er ook over. Die zei tegen mij: ‘Mijnheer Morel, doet u mij een genoegen en laat u mijn dochter voortaan met rust. Niemand ontkent, mijnheer Morel, uw mannelijke aantrekkelijkheden. Maar, mijnheer Morel, u heeft geen centen en mijn dochter ontbreekt het eveneens aan contanten.’
Doriana
Gelijk had ze. Armelui moeten niet met armelui trouwen. Dat werkt de toename van luizen en vlooien in de hand.
Arthur
Ik zei tegen haar: ‘Mevrouw, ik kan dat argument niet billijken’.
Doriana
Mijnheer Morel, uw argument lijkt excrement.
Arthur
Zij wendde zich om en merkte op dat zij haar onderhoud met mij als beëindigd beschouwde.
Doriana
Wee de hardvochtigen want aan het hartvocht zullen zij omkomen.
Arthur
Maar dat was nog het ergste niet. Spoedig bleek dat ook Adela zich niet langer aan mij gelegen liet liggen. Zij had haar keuze gesteld op Frans Cijntje.
Doriana
Die koopman in muf ondergoed. Die koopman met zijn opgeblazen buik. Die smeerlap met zijn verwaarloosde derdegraads syphilis.
Arthur
Arthur
Dank je Doriana, dank je voor je blijken van diep medeleven. Maar toen gebeurde het wonderlijke. | ||||||||||||||
[pagina 245]
| ||||||||||||||
Doriana
Haha, je ontmoette Clementina op straat. Je wilde haar vragen naar de welstand van Mejuffrouw Adela. Maar de vraag bleef je in de keel steken. Je zag ineens hoe mooi zij was. Je begreep ineens dat er geen reden was om Adela te trouwen.
Arthur
Zo is het precies gegaan, Doriana. Hoe kan je dat weten?
Doriana
De weken gingen voorbij. Jullie leefden gelukkig.
Arthur
Misschien zal ik nooit meer zo gelukkig zijn.
Doriana
Neen, vast niet, schijnheilige donder.
Arthur
Toen kreeg ik eensklaps een brief van Adela.
Doriana
Aangetekend.
Arthur
Gelijk u zegt.
Doriana
Zij verklaarde dat zij zich had vergist. Haar hart had altijd Arthur Morel toebehoord, met Cijntje wilde ze niets meer te maken hebben.
Arthur
Toen stond ik voor de keuze.
Doriana
Het ging dus toch tussen Adela en Clementina.
Arthur
Zo is het. | ||||||||||||||
[pagina 246]
| ||||||||||||||
Doriana
En je koos Adela en merkte tegelijk dat Clementina een kind onder het hart droeg.
Arthur
Zo is het en niet anders.
Doriana
Doriana
Lampoot, Lampoot! Je ligt achter de deur te luisteren. Kom de schobbejak wegjagen. Hij valt mij lastig. Hij slaat er gore taal uit. Hij heeft het over de bezetting van de baarmoeder van een jonge vrouw.
Lampoot
Lampoot
Weg jij, hoereloper, tepelzuiger Hij schuift bliksemsnel op Arhur af.
Eruit, schandvlek van het mensdom, eruit!
Arthur
Arthur
Het lijkt hier wel een gekkenhuis!!
Doriana
Ja, je dacht je zin te kunnen doordrijven. Ik zou je kinderen afdrijven. Arthur is verdwenen. De heks en Lampoot zijn alleen achtergebleven. Er heerst een poos stilte terwijl zij hijgen als hagedissen, zichtbaar vermoeid.
Doriana
Kom naast me zitten, Lampoot.
Lampoot
Lampoot
Hebben ze je weer lastig gevallen, Doriana?
Doriana
Wij worden tegenwoordig gauw moe, Lampoot. Wij hebben vroeger wel andere karweien opgeknapt. | ||||||||||||||
[pagina 247]
| ||||||||||||||
Lampoot
Ja, die ene die ik in zijn lies heb gebeten.
Doriana
En die andere die je een messteek in de rug hebt toegebracht.
Lampoot
Ja, dat was de goeie ouwe tijd.
Doriana
De mensen worden hoe langer hoe dommer. Zij kunnen niets meer en zij weten niets meer.
Lampoot
Wie kan nog een goeie beet of een goeie messteek bijtijds toebrengen?
Doriana
Kom dichter bij mij, Lampoot, dat ik je in je hoofd kan krauwen. Hoe lang is het geleden dat ik je van de straat heb opgeraapt?
Lampoot
Toen wist ik nog niets van de tovermiddelen.
Doriana
En ook het bijten kende je nog niet.
Lampoot
Neen, ook dat niet. Alles heb ik van jou geleerd, Doriana.
Doriana
Doriana
De mensen worden met de dag dommer. Zij kunnen niets meer, zij weten niets meer. Daar hoor ik van een politikó die het rassenonderscheid predikt. Wat een kletskous, wat een nietsnut.
Lampoot
Wat een klapoor, wat een poepdoos! | ||||||||||||||
[pagina 248]
| ||||||||||||||
Doriana
Het enig goede wat de blanke mannen deden, is dat zij met de mooie negerinnen hebben gepaard. Zij deden het niet altijd uit lievigheid. Zij hebben het gedaan omdat zij misbruik maakten van de slavinnen. Dat was slecht, maar dat was tegelijk goed. Zij hebben tenminste met de zwarte meisjes gepaard... Zij hebben het later gedaan omdat zij de aantrekking van het andere ras niet konden weerstaan. Dat was onzedelijk, maar dat was ook goed. Zij hebben met de zwarte meisjes gepaard! Straks paren zij met de zwarte meisjes omdat zij er mee in het huwelijk zijn getreden.
Lampoot
In het huwelijk getreden... Huju, wat is dat vervelend! Maar dat is toch goed.
Doriana
Stil, Lampoot, ik hoor de grond trillen.
Lampoot
Lampoot
Ik hoor niets.
Doriana
Het zijn voetstappen van iemand die de heuvel nog niet heeft bereikt.
Lampoot
Ja, daar hoor ik ook wat. Ik zal maar gaan, ik zal eerst de drankjes tegen de tering klaar maken.
Doriana
Doriana
Als hij dood is, zal ik hem missen en als ik dood ben, zal hij mij missen. Er heerst stilte. Doriana zit in afwachting, ineengekrompen.
Doriana
Doriana
Kom toch binnen. Waarom al die gewichtigheid? Kloppen doe je bij de Sjon Grandi. Maar niet bij de arme Doriana.
Clementina
Clementina
Sjon Doriana, ik kom uw hulp inroepen. | ||||||||||||||
[pagina 249]
| ||||||||||||||
Doriana
Ik weet het al, ik kan het aan je ogen zien. Je hebt een bezetting.
Clementina
Zo is het sjon Doriana.
Doriana
En die zou je liever niet hebben.
Clementina
Zo is het sjon Doriana.
Doriana
Is het de bezetting van een blanke man of van een van onze droevige soort?
Clementina
Van een blanke man.
Doriana
Daar gaat me een licht op. De schurk heeft je zelf hierheen gestuurd. Je bent Clementina. Ik had veel van je gehoord, ik ben blij je te zien. Kom naast me zitten, m'n kind.
Clementina
Neen, ik ga weg.
Doriana
Hoor eens, kind. Die vrind van jou heeft mijn medelijden willen opwekken. Maar het zal hem niet glad zitten. Ik drijf alleen blanke kinderen af. Ik drijf ook zwarte kinderen af, maar de bastaarden moeten blijven leven.
Clementina
Ik begrijp u niet.
Doriana
Dat is ook niet nodig, onnozel halsje, dat je mij begrijpt. Als je maar doet wat ik je zeg.
Clementina
Ik ben bang, wat moet ik doen? | ||||||||||||||
[pagina 250]
| ||||||||||||||
Doriana
Je laat het kind met rust maar je vermoordt de vader.
Clementina
Wat zegt u voor vreselijke dingen.
Doriana
Heb je wel eens gehoord van de Franse bloem?
Clementina
Dat is een giftige bloem, sjon Doriana.
Doriana
Ik geef je het afkooksel van de Franse bloem en die giet je hem in een glas champagne.
Clementina
Clementina
Op de dag van de bruiloft!
Doriana
Je bent een goeie leerlinge.
Clementina
Clementina
Ik doe dat niet, ik doe dat niet. Ik wil niets van dat alles. Ik wil mijn kind houden. Ik wil niet dat zijn vader sterft.
Doriana
Doriana
Dat is een goeie leerlinge. Lampoot, heb je het gehoord?
Lampoot
Lampoot
O ja, ik zal maar dadelijk de Franse bloem koken.
Doriana
Doriana
Ach wat Franse oleander. Weet je dan nog altijd niet dat de Franse bloem een verhaaltje is voor de kinderkamer.
Lampoot
Lampoot
Doriana
Hij heeft het begrepen. Hij zal iets brouwen waar zelfs een olifant op slag bij neer valt. | ||||||||||||||
[pagina 251]
| ||||||||||||||
Derde bedrijfDe spreekkamer van Dokter Marchena. Een assistente beweegt zich tussen het karakteristiek ameublement. Het is een aantrekkelijke blonde jonge vrouw. Zij blijft met een urinebuis in de hand voor de instrumentenkast staan; zij kijkt naar de gestalte die zich in de kast spiegelt.
Miep
Ik zie er werkelijk verrukkelijk uit. Die twee puntjes Zij tast naar haar eigen borsten.
zouden menige rakker gelukkig maken. Wat een zonde dat dit alles tussen de urinebuizen moet verloren gaan. Ik zou werkelijk voelen voor het bizonder genot van de wederkerige genegenheid. Hoe heerlijk zou het zijn op kundige wijze bevrucht te worden. Zij slaat met de vrije hand naar haar lippen.
Wat een taal sla ik uit... Dat komt van mijn werkkring... Je ziet hier niets dan excrementen, je hoort hier niets dan intieme praatjes... Wie klopt er nou weer?... De mensen aan het spreekuur houden, is een helse taak... Kom toch binnen, klopperd... Cijntje komt binnen.
Ach mijnheer Cijntje, bent u terug? Dat is tenminste nog eens een schone verrassing. Waar is u al die tijd geweest? Ik heb in geen weken het genoegen mogen smaken uw urine te onderzoeken. | ||||||||||||||
[pagina 252]
| ||||||||||||||
Cijntje
Maar Mejuffrouw Miep, ik mag toch wel aannemen dat de ernst van mijn rampspoed u bij geruchte heeft bereikt?
Miep
Ik weet van niks, lieverd.
Cijntje
Wat zegt u?
Miep
Verontschuldig de familjare toon, ik dacht dat ik met een ander sprak.
Cijntje
Voelt u zich onwel?
Miep
Ik ben de laatste tijd wel eens een beetje afwezig.
Cijntje
Ik ben de laatste tijd ook altijd afwezig geweest, ik bedoel dan op een schip op zee of in vreemde verre landen. Ik werd verteerd door de vlam der liefde voor Mejuffrouw Adela Darault, maar zij deelde mij mede dat zij haar hart reeds aan Arthur Morel had verpand, haar zuiver meisjeshart.
Miep
Zij had dus een keuze gedaan tussen Cijntje met zijn centjes en Morel zonder zijn moreel.
Cijntje
Is dat weer zo'n afwezige opmerking van u?
Miep
Neen, dat is meer in de trant van het hupse bijdehandje.
Cijntje
Zou Adela krankzinnig zijn?
Miep
Zij heeft tenminste de nodige aantrekkelijkheid voor het mansvolk. | ||||||||||||||
[pagina 253]
| ||||||||||||||
Cijntje
Mejuffrouw Miep. Nu moet je eens naar mij luisteren. Morel en ik hebben ons hart verpand aan een krankzinnige. Je moet weten, hetzelfde antwoord heeft Adela ook aan Morel gegeven. Zij zei dat zij haar hart had verpand aan Cijntje.
Miep
Miep
Haar zuiver meisjeshart...
Cijntje
Maar denkt u dat zo iemand nog wel bij haar verstand kan zijn?
Miep
Liefdesteken, liefdesstreken.
Cijntje
Is dat een spreekwoord?
Miep
Helemaal vroeger is het er een geweest. Het krijgt de laatste tijd weer nieuw leven ingeblazen door de vrijpostige bemoeienissen van de Culturele Stichting.
Cijntje
Ik heb ook eerst gedacht dat zij de koketterie beoefende, maar het is mij duidelijk geworden dat hier een geheim achtersteekt.
Miep
En is u toen op reis gegaan om achter het geheim van Adela te komen?
Cijntje
Neen om haar te vergeten. Of zij van Morel houdt of niet, ik begreep dat ik haar nimmer de mijne zal mogen noemen. Ik heb toen het voor de hand liggende middel gekozen om te vergeten. Ik heb een reis rondom Zuid-Amerika gemaakt.
Miep
En u heeft haar toch niet kunnen vergeten! | ||||||||||||||
[pagina 254]
| ||||||||||||||
Cijntje
Neen, het mocht niet baten.
Miep
Dan moet u dokter Marchena raadplegen. Hij zal u wel het geheim van Frans Cijntje openbaren.
Cijntje
Mijn geheim?
Miep
Mannen met een ongelukkige liefde zijn egoïstische personen die in het zondig vrijgezellenleven willen volharden.
Cijntje
U meent dus dat mijn ongelukkige liefde aan mijzelf te wijten is?
Miep
Wis en waarachtig. U is een monster van egoïsme. Gewoonweg een verstokte vrijgezel.
Cijntje
Is uw verwijt niet enigszins overdreven?
Miep
Ik zal tezijnertijd een vuil puntdicht op u maken.
Cijntje
Cijntje
U wilt toch niet zeggen dat u behoort tot de boosaardige anonymelingen die hekeldichten in onze gemoedelijke gemeenschap rondstrooien?
Miep
Ik zal binnenkort een bundel gepeperde gelegenheidsgedichten uitgeven op papier maché.
Cijntje
Heer in de hemel, in wat voor handen ben ik gevallen! | ||||||||||||||
[pagina 255]
| ||||||||||||||
Miep
Luister. Ik heb er laatst een gemaakt op de leden van de Rotary die elke week hun buik volproppen in het Hotel Americano. Cijntje stopt zijn beide oren dicht terwijl Miep reciteert.
Grote heren van de handel.
Onbesproken levenswandel.
Big shots van het gouvernement.
Idealen u welbekend.
Cijntje
Cijntje
Neen, maar die is goed. Het is toch maar goed dat ik stiekem geluisterd heb. Waarom heeft u er nooit een gemaakt op de Olie. Ik wed dat u niet durft. Ja, op de Rotary dat gaat nog. Maar de Olie... de Olie... En daar ontslaat men de mensen zo maar zonder reden. Dat doen wij in de stad ten minste niet.
Miep
Maakt u niet bezorgd. Die krijgen ook hun deel. De Lorito mag voor de olie terugdeinzen, Miep doet dat niet. Luistert u maar. Zoek je onheil voor vrouw en kroost
wend je tot de Isla, vooral bij Droost
Maar wil je voorgoed verschimmelen
wend je dan tot van Grimmelen.
Cijntje
Cijntje
Nog eens, mijn schattebout, nog eentje, mijn lekkere meid!
Miep
Miep
Onder de politieke meters
telt men ook gouverneur Beters
Ik hoor al: pief poef paf.
Wie scheidt het koren van het kaf?
Cijntje
Cijntje
Mejuffrouw Miep, ik heb mij in u vergist, ernstig in u vergist. Natuurlijk is het mij bekend, dat uw familie nauwelijks twee geslachten op ons eiland gevestigd is. Natuurlijk is het | ||||||||||||||
[pagina 256]
| ||||||||||||||
mij bekend dat uw heer vader nauwelijks onze dierbare taal sprak...
Miep
Maar van de ‘coba mama’ -techniek was hij uitnemend op de hoogte.
Cijntje
Cijntje
Natuurlijk is mij dat alles als oude Curaçaose koopman volkomen bekend. Maar u is zelf op Curaçao geboren, u is ten slotte een landskind. Van u hadden wij een andere houding mogen verwachten. Waarom beruchte gelegenheidsgedichten op onze samenleving maken? Waarom geen beminnelijke lofliederen gezongen?
Miep
Lofliederen lofliederlijk.
Cijntje
Mejuffrouw Miep, u is door de wol geverfd, u is een loeder. Hij snelt heen.
Miep
Miep
De lieverd! Wat moet ik nu doen? Moet ik maar weer het gele vocht onderzoeken? Of zal ik weer eens mijn krachten beproeven op een puntdicht? Neen, laat ik liever mijn diepste gevoelens uitstorten in het beroemde sonnet van de urinebuis. Zij ‘zegt’ daarop het navolgende gedicht.
In maannacht wacht haar de geliefde,
het is er donker, vast niet pluis.
Niemand verplicht haar, diepgegriefde,
te drentelen met de urinebuis.
Zij is te schoon om aan te vatten
nachtlijk verlicht haar sterregruis,
nimmer besmeurd met hete spatten
uit de steeds bruisende urinebuis.
Zo is het hier, zo is het ginder.
Wij zwoegen maar, zij heeft geen hinder
van het gedoe met de urinebuis.
| ||||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||||
Maar het verschil wordt later minder.
Zij hijgt zich dood, zij krijgt de kinders
en levert vocht voor de urinebuis.
Vervolgens voert zij een felle dans uit, waarbij de jurk hoog opgetild wordt. De blote benen dienen een verleidelijke indruk te maken op het publiek. Eensklaps staakt zij het dansen, dokter Marchena blijkt ongemerkt te zijn binnengekomen.
Dokter Marchena
Ik neem aan dat je de urines hebt nagekeken voor dat je je aan het vuur van de dans hebt overgegeven.
Miep
Ik ben ongelukkig, diep ongelukkig. Zij valt wenend met haar hoofd tegen de schouder van Dokter Marchena.
Dokter Marchena
Maar wat is er dan, mijn kind? Is er dan zoiets verschrikkelijks gebeurd?
Miep
Ik ben in liefde ontvlamd voor Frans Cijntje.
Dokter Marchena
Hoe is het mogelijk?
Miep
Ik zou hem toegang willen verlenen tot mijn heiligdom, tot het nachtwoud van mijn onderbewuste, tot de heuvels van mijn wellust.
Dokter Marchena
Ga eens even rustig zitten en kom tot je zelf. Je begint je te onttrekken aan de ere-code van het maagdeleven. Zij gaan zitten. Dokter Marchena aan het bureau. Miep op de stoel, bestemd voor de patiënten, naast Marchena.
| ||||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
Het lijkt wel of iedereen van de liefde bevangen is op ons afgelegen eiland
Miep
En met zo weinig succes.
Dokter Marchena
Morel en Cijntje op Adela. Clementina op Morel en Miep op Cijntje en Adela op...
Miep
Adela op wie?
Dokter Marchena
Ik mag het niet zeggen. Als Mevrouw Darault het zou horen, zou ze dood blijven.
Miep
Is het dan zoiets onoirbaars?
Dokter Marchena
En het vreemde is dat Mevrouw Darault het wel weet, maar het zichzelf niet wil bekennen.
Miep
Wie is het dan?
Dokter Marchena
Zebedeus Silié!
Miep
Een bastaard!
Dokter Marchena
Je moet wel bedenken, Miep, dat Zebedeus toch nog een vrij lichte kleur heeft. Er zijn velen die donkerder zijn dan hij, en toch nog voor Spanjaard doorgaan.
Miep
En bovendien is het toch een zeer beschaafde jongeman. Hij heeft zich op velerlei gebied van kunst, wetenschap en politiek bekwaamd. | ||||||||||||||
[pagina 259]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
En nog wel in de hoofdsteden van Europa en Amerika!
Miep
Kunnen wij hem dan niet tot Spanjaard verheffen?
Dokter Marchena
Dat zou nog mogelijk zijn als hij niet een ander verschrikkelijk gebrek had.
Miep
Een gebrek? Dokter Marchena fluistert Miep iets in het oor.
Miep
Miep
Ik kan niet tegen fluisteringen in mijn oor, ik ga er van lachen. Wat heeft u gezegd?
Dokter Marchena
Miep, die man heeft een ander ernstig gebrek. Die man maakt puntdichten op onze samenleving.
Miep
U bedoelt dat hij zich onttrokken heeft aan de beoefening van het loflied.
Dokter Marchena
Zo is het en niet anders.
Miep
Nou dokter, dan moet ik direkt naar hem toe. Dat is vast een man naar mijn hart. Niets is mij zo lief als het polemische gelegenheidsgedicht.
Dokter Marchena
Ik geloof dat een man met een fluwelen oogopslag je nog liever is.
Miep
Onder ons gezegd, dokter Marchena, ik voel er niets voor mijn meisjesleven aan het gele vocht te wijden. U denkt toch niet dat ik levenslang veroordeeld wens te worden tot de maagdelijke sponde? | ||||||||||||||
[pagina 260]
| ||||||||||||||
Vierde bedrijfDe woonzaal van de familie Darault. De kamer is op dezelfde wijze, slechts een weinig luxueuzer ingericht dan de galerij. Links een piano, de klep open. Rechts een brede divan, met wijnrode sjaals overdekt; daarnaast een lage ronde rooktafel. Midden in de kamer een grote ronde tafel, met enkele fauteuils slordig er omheen. De achtergrond wordt gevormd door twee donkerbruine gordijnen, die dichtgetrokken zijn; terzijde een radiokast, die het geluid voortbrengt als van een orkest heel uit de verte. De stilte wordt onderbroken door een gil achter de deur rechts.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Wat een verschrikkelijke droom! Je zou er grijze haren van krijgen als je ze niet al had. Clementina! Clementina! Het schijnt dat er hier muziek wordt gemaakt... Wie doet dat?... Ach ja In een nerveuze lach.
... Natuurlijk de radio.
Clementina
Clementina
Heeft sjon Graciela mij geroepen?
Mevrouw Darault
Hoor eens, Clementina, als we niet oppassen, loopt het verkeerd af. Hoor 'ns, Clementina, blijf er niet zo onderdanig bij staan, het is er tegenwoordig niet de tijd naar. De politiek en zo heeft alles veranderd. Ga er maar rustig bij zitten. | ||||||||||||||
[pagina 261]
| ||||||||||||||
Clementina
Dank u, sjon Graciela. Zij blijft niettemin in de vorige houding.
Mevrouw Darault
Clementina, je moet er eerlijk voor uitkomen. Zul je dat doen, Clementina?
Clementina
Ja, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Welnu, Clementina, zeg mij eens ronduit. Geloof je in dromen?
Clementina
In dromen, sjon Graciela?
Mevrouw Darault
Ik vraag je ten slotte wat ik je vraag, je moet mij niet voortdurend mijn vragen laten herhalen.
Clementina
Soms geloof ik erin, soms hecht ik er geen waarde aan.
Mevrouw Darault
Ik had een vreselijke droom. Eerst zag ik het gezicht van Frans Cijntje. Je weet toch wel dat die ook gedongen heeft naar de hand van Sjon Adela.
Clementina
Ja, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Welnu, een bepaald fijn gezicht heeft die niet. Ik heb hem indertijd geholpen, want aan cijntjes ontbreekt het Cijntje niet.
Clementina
Clementina
Mijnheer Cijntje heeft veel voorspoed in zijn zaken gehad. | ||||||||||||||
[pagina 262]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Welnu meisje, in mijn droom vertoonde zich aan mij het gezicht van deze welvarende koopman. Lelijk zoals het in de werkelijkheid is. Met zijn terugwijkend voorhoofd, zijn afstaande oren, zijn grote kromme neus en de ogen achter grote brilleglazen.
Clementina
U maakt er ook wat van.
Mevrouw Darault
(staat op om de radio af te zetten, gaat weer zitten en vervolgt)
Langzaam, terwijl hij mij scherp aankeek, trad de verandering in de tronie op. Het begon met de oren, die zich met een steeds dichter wordende beharing bekleedden. Ten slotte was het een tijgerkop, die ik voor mij zag en waren het tijgerogen die mij meewarig maar met de nodige wreedheid aanstaarden.
Clementina
Een vreselijke droom...
Mevrouw Darault
Toen begreep ik dat het een tijger was, die zich tot springen voorbereidde. Ieder ogenblik kon ik in zijn klauwen worden vermorzeld.
Clementina
U moet met een gil wakker zijn geworden. Ik was al door een ongewoon geluid gewekt, toen ik u mijn naam hoorde roepen.
Mevrouw Darault
Hoor 'ns, Clementina, geloof je dat Frans Cijntje ons kwaad zal doen omdat Sjon Adela de voorkeur aan Mijnheer Morel heeft gegeven?
Clementina
Mijnheer Cijntje ken ik niet.
Mevrouw Darault
Zeg hoor 'ns, meisje, je spreekt alsof je mijnheer Morel wel onder je intieme kennissen telt. | ||||||||||||||
[pagina 263]
| ||||||||||||||
Clementina
Mijnheer Morel ken ik evenmin.
Mevrouw Darault
(die even zwijgend om zich heen heeft gekeken)
Maar begrijp je dat ze zo lang wegblijven? Zij kijkt op haar polshorloge.
Het is al over twaalven.
Clementina
Clementina
Ja maar, sjon Graciela, zij zijn verloofd.
Mevrouw Darault
Verloofd of niet, men moet zich aan de goede zeden en gewoonten van ons land houden. In mijn tijd ging het er heel anders toe. De jongeman kwam aan huis, maar er werd streng toezicht gehouden door de chaperonne. Het jonge meisje zette zich aan de piano. De jongeman drukte zich zo dicht mogelijk in haar buurt. Het spelen werd er niet altijd door vergemakkelijkt.
Clementina
Heeft u ook veel piano gespeeld tijdens uw verloving?
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Zeg, hoor 'ns, ik mag toch aannemen dat er geen dubbelzinnigheid in het spel is?
Clementina
Hoe bedoelt Sjon Graciela?
Mevrouw Darault
Vergeef mij, mijn duifje, ik zie, je bent de onschuld zelf. Ja, sjon Graciela heeft veel piano gespeeld tijdens haar verloving. Het liefst speelde zij Schumann, neen, Grieg, het liefst nog Chopin. Zij zet zich aan de piano en begint enigszins gebrekkig een nocturne van Chopin te spelen maar houdt dadelijk weer op en loopt onrustig door de kamer op een neer.
Zij moesten toch al lang weer terug zijn. Er zal toch geen ongeluk gebeurd zijn? | ||||||||||||||
[pagina 264]
| ||||||||||||||
Clementina
Ach neen, sjon Graciela. Er is vast geen ongeluk gebeurd. Zij zijn naar de film van negen uur gegaan. Nou, dat duurt tot over elven. Toen zijn zij opgestapt. Zij hadden de bedoeling naar huis te gaan, maar het was maanlicht. Toen zijn zij in de auto gestapt, zij rijden op goed geluk in de maannacht.
Mevrouw Darault
Zeg hoor 'ns, je spreekt of je een vrouw van ervaring bent.
Clementina
Het lag niet in hun bedoeling een lange rit te maken.
Mevrouw Darault
Ik heb toch de indruk dat de woorden van dit meisje niet vrij zijn van dubbelzinnigheid.
Clementina
Zij wilden niet lang wegblijven, maar daar loopt een band leeg. Mijnheer Arthur moet de handen uit de mouwen steken en aan het werk gaan.
Mevrouw Darault
Of zij hebben geen benzine meer of de radiator is lek en de auto is met inhoud en al in brand gevlogen. Nou, Clementina, ik dank je voor je hartelijke troostwoorden. Maar ga nu maar slapen. Morgen is het weer een nieuwe dag. En deze week moeten wij alle zeilen bijspannen om klaar te komen met onze voorbereidingen voor het officiële verlovingsfeest.
Clementina
Goede nacht, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Ach, was het al maar zover...
Clementina
Clementina
Hoe zegt u?
Mevrouw Darault
Ik bedoel het verlovingsfeest. | ||||||||||||||
[pagina 265]
| ||||||||||||||
Clementina
Ja, sjon Graciela, was het maar zover... Clementina af.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
De onschuld maakt vaak de indruk van dubbelzinnigheid. Tante... hoe heette die tante potverdikke ook weer? Die oude vrijster? Tante Gloria, ja, tante Gloria. Als je haar hoorde praten, dan dacht je dat je met een heks, een wolf in schapenvacht te maken had en zij was zo onschuldig als een lam. Overigens hou ik niet van mensen die in zichzelf rondlopen te praten. Dat heeft iets van de naderende ouderdom... Als de winter komt... Nou, hier op Curaçao kon je best een beetje winter gebruiken... Zij zet zich weer aan de piano en begint weer de nocturne van Chopin te spelen, thans minder gebrekkig.
Adela
Adela
Zij zit in nachtpon Chopin te spelen. Je moet je wel ongerust hebben gemaakt.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Hoor 'ns, meisje lief, je moet eens naar mij luisteren. Wie de goede zeden niet in acht neemt, die vergaat het slecht.
Adela
Hoe bedoelt u?
Mevrouw Darault
Dat je met Arthur alleen naar de bioscoop gaat, dat is tegenwoordig allemaal gewoon. Maar dat jullie daarna tot over twaalven in de auto blijven rondrijden, dat kan ik niet goedkeuren. Zeg hoor 'ns, doe mij een plezier en praat mij niet over de benzine, die op is en de radiator die hopeloos lek is. Ik ben geen monteur, ik heb geen belangstelling voor het moderne voertuig.
Adela
Maar wie zegt u dat ik met Arthur ben uitgeweest? | ||||||||||||||
[pagina 266]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Zeg, hoor 'ns, je wilt mij toch niet vertellen dat je niet met Arthur bent uitgeweest?
Adela
Ik ben niet met Arthur Morel in het moderne voertuig geweest, maar met Frans Cijntje.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Met Frans Cijntje! Zeg kind, laat mij even bijkomen. Ik voel mijn bloeddruk stijgen. Zij zet zich in een stoel neer.
Adela
Neen mama lief, maakt u zich niet ongerust. Deze gunst heb ik Cijntje uit medelijden toegestaan. Dit was niet het knipoog van een Maria Magdalena, maar het hulpbetoon van de barmhartige Samaritaan.
Mevrouw Darault
Ik had mij gewapend tegen de techniek van het moderne voertuig en nu word ik bestookt met de parabelen uit de Heilige Schrift. Ik geef het op, Adela. Vertel mij maar wat er aan de hand is. Als je wilt kun je een juice nemen uit de refrigerator. Wij hebben heerlijke pear-juice gekregen vandaag.
Adela
Neen, dank je voor de juice. Het is zo gegaan. Eergisteren belde mij Frans Cijntje op. Hij wilde mij voor het laatst nog eens spreken. Ik zei dat het geen zin had, dat ik zijn grote liefde niet waardig was, dat ik al mijn keuze had bepaald.
Mevrouw Darault
Ik zie hem al, als een tijger houdt hij zijn slachtoffer in zijn blik gevangen.
Adela
Wat zegt u?
Mevrouw Darault
Neen, ga maar door. En wat gebeurde er toen? | ||||||||||||||
[pagina 267]
| ||||||||||||||
Adela
Ik gaf ten slotte toe en sprak af met hem voor vanavond.
Mevrouw Darault
Maar je had er mij niets van verteld.
Adela
Stel u voor als ik u dat verteld had. Wat een spektakel zou dat hebben gegeven. Ik heb het natuurlijk evenmin aan Arthur verteld.
Mevrouw Darault
Dat begrijp ik. Als man van eer, zoals hij algemeen bekend staat, zou hij een dergelijke stap van zijn aanstaande ten strengste hebben afgekeurd.
Adela
Moeder u kunt zich niet voorstellen hoeveel Frans Cijntje van mij heeft gehouden.
Mevrouw Darault
Ik zou maar oppassen voor de hartstochtelijkheid van die koopman.
Adela
Hij heeft zoveel van mij gehouden, dat hij zelfs plannen beraamd heeft om mij van het leven te beroven.
Mevrouw Darault
O, zo de welvarende koopman wilde je niet aan een ander gunnen.
Adela
Je moet de liefde van Frans Cijntje niet onderschatten. Hij had op de bruiloft de Franse bloem in mijn champagne willen dopen.
Mevrouw Darault
Ach kind, wie hecht nog waarde aan het verhaaltje van de Franse bloem. Dat kan je hoogstens een buikloop bezorgen, maar de dood is er nooit een gevolg van geweest. | ||||||||||||||
[pagina 268]
| ||||||||||||||
Adela
Dat weet Frans Cijntje net zo goed als wij. De Franse bloem had hij dan ook alleen maar willen gebruiken als dichterlijk garnituur. Hij zou het werkelijke vergif evenmin hebben vergeten.
Mevrouw Darault
En daar heeft hij je tijdens de rit door de maannacht van in kennis gesteld.
Adela
Hij vertelde dat hij bovendien geen gevaar zou hebben gelopen in handen van de strafrechter te vallen. Want alle verdenking zou op Clementina zijn gevallen.
Mevrouw Darault
Op Clementina?
Adela
U wilt toch niet ontkennen dat er een onstuimige verhouding heeft bestaan tussen Clementina. de lieftallige, en Arthur, de wispelturige?
Mevrouw Darault
Geloof mij, Adela, dat is alles laster. Ik heb vanavond met dat kind gesproken. Zij is de onschuld zelf. Dat verhaal komt uit de koker van Cijntje. Dr Marchena en ik hebben het gepropageerd toen wij de candidatuur van de koopman ondersteunden.
Adela
Adela
Moeder, ik voel mij ineens draaierig worden. Vreselijk draaierig worden. Zij legt zich languit op de divan. sluit de ogen, maakt braakbewegingen.
Mevrouw Darault
Wat is er aan de hand, kind? Heb je iets gegeten of iets gedronken? | ||||||||||||||
[pagina 269]
| ||||||||||||||
Adela
Niet voor zover ik weet. Alleen maar van de bonbons en de champagne die Cijntje in de auto had meegenomen.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Zo, verkeerd aangesloten? Nou dat is ook wat moois. Het is altijd verkeerd aangesloten. Ze moesten die Ir Willems van de telefonie voor z'n kont geven. Wat zeg ik: voor z'n kont? Neen, dat mag ik niet zeggen. Draait nogmaals.
Dokter? Ja? Hoort u eens. Wilt u dadelijk komen! Wat? Moet u naar een bevalling? Dan gaat u er deze keer maar eens niet naar toe. Adela is vergiftigd!
Adela
Adela
Wat maakt u daar nou weer van? Ik ben alleen maar wat moe. Ik heb een paar glazen champagne gedronken en heb me wel erg moeten inspannen om die verhalen over vergiftiging bij te houden. Hoor 'ns, ik ga nu naar bed. Die dr Marchena wil ik niet spreken. Als hij mijn kamer binnenkomt gooi ik hem een schoenhaak naar het hoofd.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
O, wat ben ik gelukkig dat ze je niet vergiftigd hebben. Wees toch voorzichtig met die vreselijke mannen. Wat ben ik gelukkig, mijn zieleheil, mijn hartegoud. Ga maar rustig slapen, die dr Marchena raak ik wel kwijt. Zij begeleidt Adela naar haar kamer, terwijl men van buiten reeds het gemorrel aan de deur hoort.
Mevrouw Darault
Kom binnen, dokter. De mensen gaan dood en u morrelt maar.
Dokter Marchena
Waar is de zieke?
Mevrouw Darault
U bent te laat. | ||||||||||||||
[pagina 270]
| ||||||||||||||
Dokter Marchena
Dokter Marchena
Wat zegt u?
Mevrouw Darault
Zij is weer opgeknapt.
Dokter Marchena
Waar ligt zij?
Mevrouw Darault
Laat haar maar met rust, dokter.
Dokter Marchena
Ik feliciteer u, sjon Graciela, dat het een wending ten goede heeft genomen.
Mevrouw Darault
Toch maak ik mij wel eens ongerust.
Dokter Marchena
Ach, uw hoge bloeddruk valt mee. Ik heb die laatst zo hoog aangegeven om Adela angst aan te jagen.
Mevrouw Darault
Ik maak mij niet ongerust voor mijzelf, maar voor Adela.
Dokter Marchena
Is er dan iets aan de hand?
Mevrouw Darault
Zij heeft het vroeger nooit gehad, maar de laatste tijd klaagt zij nogal eens over draaiingen in het hoofd. Het gaat meestal gauw over, maar zij heeft het vroeger nooit gehad.
Dokter Marchena
Zij heeft toch geen last van haar ogen?
Mevrouw Darault
Wat bedoelt u?
Dokter Marchena
Het is een publiek geheim dat zulke draaiingen met een eenvoudige bril kunnen verdwijnen. | ||||||||||||||
[pagina 271]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Van de geneeskunde, goede dokter, heeft u nooit veel geweten.
Dokter Marchena
Je kind zou toch niet ondeugend zijn geweest?
Mevrouw Darault
Daar steek ik mijn hand voor in het vuur.
Dokter Marchena
Ik zou ze niet de kost willen geven, de moeders die haar handen aan dit vuur hebben gebrand. Maar sjon Graciela, het is toch waarschijnlijk nog eenvoudiger. Adela staat op de drempel van het leven, met de beker aan de lippen. Wie aarzelt dan niet te drinken?
Mevrouw Darault
U heeft gelijk, dokter. Dank u dat u gekomen is. U is altijd erg vriendelijk voor ons.
Dokter Marchena
Ja, laten wij nu gaan slapen. Dokter Marchena verdwijnt. Mevrouw Darault loopt langzaam het huis door; men hoort haar enige luiken sluiten. Dan staat zij weer in de woonzaal, enigszins verwezen, en kijkt om zich heen.
Mevrouw Darault
Als dit maar goed afloopt. | ||||||||||||||
[pagina 272]
| ||||||||||||||
Vijfde bedrijfWij bevinden ons in dezelfde kamer als in het vorige bedrijf. De nacht is verder voortgeschreden. Mevrouw Darault en Clementina zitten in nachtkleren op enigszins onwennige wijze naast elkaar op de divan.
Mevrouw Darault
Ik moest mij wel een beetje schamen dat ik je weer uit je slaap heb gehaald. Ik ben ten slotte geen kind meer.
Clementina
U maakt zich voor niets zorgen, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Als je dat maar niets noemt.
Clementina
Sjon Adela is lief en mooi, maar zij is ten slotte ook een meisje van vlees en bloed.
Mevrouw Darault
Welke kant gaat het gesprek nu weer uit?
Clementina
Het is niet anders dan gewoon dat sjon Adela aarzelt nu zij de keuze voor haar leven moet doen.
Mevrouw Darault
Jullie jonge meisjes denken allemaal eender. Jullie denken maar dat wij een idée fixe hebben. Dat wij nergens anders aan denken kunnen dan aan het levensgeluk van onze innig geliefde dochter. | ||||||||||||||
[pagina 273]
| ||||||||||||||
Clementina
Vergeef mij, ik heb u misverstaan.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Ik heb ook nog mijn eigen leven. Het is niet om het een of ander, maar dat heb ik ook nog. Die dokter Marchena, die zak van een vent...
Clementina
O, ik wist niet dat u zulke vreselijke woorden kon gebruiken.
Mevrouw Darault
Die dokter Marchena zegt dat Adela op de drempel van het leven staat met een beker aan de lippen. Ik sta op de drempel van de dood, maar ik heb ook een volle beker aan de lippen.
Clementina
U moet niet letten op wat dokter Marchena beweert. De mensen zeggen dat hij tegenwoordig alles door elkaar haalt.
Mevrouw Darault
Niemand zou kunnen zeggen welke beker het meeste gif bevat.
Clementina
Wat een vreselijke gedachte, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Bestonden er alleen maar vreselijke gedachten, de werkelijkheid is duizendmaal erger. Hoor eens Clementina, je moet me helpen.
Clementina
Waarmee, sjon Graciela?
Mevrouw Darault
Eerst zeggen of je mij helpen wilt.
Clementina
Hoe ondankbaar zou het van mij zijn als ik u weigerde te helpen, die altijd in alles zo goed voor mij is geweest. | ||||||||||||||
[pagina 274]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Ja, vergeet toch vooral niet het stel nylon ondergoed dat ik je laatst heb gegeven?
Clementina
Neen, sjon Graciela, ik vergeet niets wat n voor mij hebt gedaan.
Mevrouw Darault
Ik heb ze met 10% korting bij Cijntje gekregen.
Clementina
Maar dan heeft u nog altijd veel te veel betaald. Zij lachen even.
Mevrouw Darault
Hoor eens Clementina. Je moet eens even achter die gordijnen kijken.
Clementina
Sjon Graciela, u maakt mij bang.
Mevrouw Darault
Neen, je moet eens achter die gordijnen kijken. En vertel mij dan of alles er 's nachts net eender uitziet als overdag. Clementina loopt naar de gordijnen en kijkt voorzichtig naar buiten.
Waarom, zeg je niets, Clementina. Zie je dan iets bizonders?
Clementina
Neen, het ziet er net uit als anders.
Mevrouw Darault
Wat zie je dan?
Clementina
Ik zie het dak van de veranda en de trinitaria, die er tegen aan bloeit.
Mevrouw Darault
Zie je verder niets? | ||||||||||||||
[pagina 275]
| ||||||||||||||
Clementina
Verderop staan de karawara's op het erf. Zij staan er zoals zij er altijd hebben gestaan.
Mevrouw Darault
Een enkele keer valt een blad of een bloem van de takken.
Clementina
Ja, zo is het precies, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Hoe droevig eigenlijk. Zo hebben onze voorouders ze ook gezien. Na een kort zwijgen, terwijl Clementina langzaam naar haar plaats op de divan terugkeert.
Hoor 'ns Clementina. Ik zal je iets vertellen. Dat moet je aan niemand overbrieven.
Clementina
Op Curaçrao komen ze toch alles te weten.
Mevrouw Darault
Ja, dat is waar, wij wonen in een glazen huis, maar vertel het toch maar liever aan niemand.
Clementina
Neen, sjon Graciela, ik zal het aan niemand vertellen.
Mevrouw Darault
Hoor 'ns, kom wat dichter bij mij zitten. Anders moet ik zo luid praten en Adela zou wakker kunnen worden.
Clementina
Clementina
Neen, het is beter dat die blijft slapen.
Mevrouw Darault
Die heeft het maar dadelijk weer over Cijntje en Morel. Je zou er gek van worden.
Clementina
Neen, het is beter dat die blijft slapen. | ||||||||||||||
[pagina 276]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Hoor 'ns. Daar heb ik al de hele week last van. Ik kan de slaap niet vatten. Ten slotte vat ik het besluit en neem een halve seconal.
Clementina
Ja, dat is een goed slaapmiddel.
Mevrouw Darault
Nou ja, daar zijn vast betere, maar dit helpt ook wel.
Clementina
Als het maar helpt, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Dat wil zeggen, het helpt en het helpt toch niet. Nauwelijks heb ik de slaap gevat, of een eindeloze verwondering maakt zich van mijn geest meester. Ik zie hoe de gordijnen langzaam vaneen gaan, zoals in de schouwburgen in de grote plaatsen buiten ons eiland.
Clementina
Clementina
En wat gebeurt er dan?
Mevrouw Darault
Luister goed, Clementina. Ik zie een grote zaal met chandeliers met vele armen. Daar wordt een bruiloftsmaal gehouden, zoals er voor dertig jaar zovele werden gehouden. De mensen dragen de kleren van die tijd. In het midden zit ik, met een gelukzalige uitdrukking op het gezicht. Naast mij zit wijlen mijnheer Darault, met zijn snorretje, zijn kinderwangen en zijn guitige uitdrukking alsof hij op het punt staat het buskruit uit te vinden.
Clementina
Heeft hij het buskruit uitgevonden?
Mevrouw Darault
Dat is zo een van die uitdrukkingen van de macamba's. Het heeft niets om het lijf.
Clementina
Neen, het heeft zeker niets om het lijf. | ||||||||||||||
[pagina 277]
| ||||||||||||||
Mevrouw Darault
Er zitten nog verschillende andere personen aan het bruiloftsmaal van dit tweetal. Maar ik kan ze niet allen onderscheiden. Sommigen zijn als in een waas gehuld. Wel herken ik de dominé met zijn hoge boord en mijn vader met zijn gezellige walrussnor.
Clementina
En stemt u dat alles niet gelukkig?
Mevrouw Darault
Het terugzien van het verleden wekt tegelijk verrukking en de diepste neerslachtigheid.
Clementina
Clementina
Ach, wat ben ik ongelukkig.
Mevrouw Darault
Wat is er mijn kind?
Clementina
Ik had het u willen verzwijgen, ik heb alle moeite gedaan om het te verzwijgen, maar ik draag een kind onder het hart.
Mevrouw Darault
Natuurlijk van Arthur Morel.
Clementina
Hoe hebt u dat kunnen raden?
Mevrouw Darault
Ik heb het niet geraden, ik heb het van jullie oogopslag afgelezen.
Clementina
Wat moet ik doen, sjon Graciela, wat moet ik doen?
Mevrouw Darault
Nou je begrijpt wel, van een huwelijk of zoiets dergelijks met Arthur Morel, daar komt niets van in. | ||||||||||||||
[pagina 278]
| ||||||||||||||
Clementina
Neen, sjon Graciela, dat begrijp ik wel. Hij heeft het mij zelf uitgelegd.
Mevrouw Darault
Of hij het uitgelegd heeft of niet, daar komt niets van in. Na veel heen en weer gezanik hebben wij hem voor Adela bestemd.
Clementina
Heeft u samen met dokter Marchena hem voor sjon Adela bestemd?
Mevrouw Darault
Neen, mijn kind, wij hebben daar niets over te vertellen. Dat heeft de openbare mening gedaan.
Clementina
Neen, dan is er niets meer aan te doen!
Mevrouw Darault
Maar wij moeten natuurlijk een uitweg vinden. Wij kunnen niet bij de pakken gaan neerzitten.
Clementina
Alsjeblief niet. Laten wij dat niet doen, sjon Graciela.
Mevrouw Darault
Heb je niet een jeugdvriend die met je zou willen trouwen?
Clementina
Neen, een jeugdvriend zou ik niet willen bedriegen.
Mevrouw Darault
Je hoeft hem ook niet te bedriegen, je vertelt hem precies wat er is gebeurd.
Clementina
Neen, dan worden zulke jongens vrijpostig.
Mevrouw Darault
Maar dat is precies wat je nodig hebt. | ||||||||||||||
[pagina 279]
| ||||||||||||||
Clementina
Neen, zij zouden een wrok tegen mij houden.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Ik heb het gevonden. Je moet in het huwelijk treden met Frans Cijntje.
Clementina
Die zal mij niet willen. Mevrouw.
Mevrouw Darault
En waarom niet?
Clementina
Sjon Graciela vergeet dat ik een zwart meisje ben. Dat is ook mijn ongeluk geweest bij meneer Morel.
Mevrouw Darault
Meneer Morel laten wij verder rusten. Bovendien is Frans Cijntje een koopman. Ik vertel hem dat gouverneur Pieters zegt, dat de regering in handen van het volk zal worden gelegd. Wie niet van het volk is, zal het eiland moeten verlaten. Ta nos ta manda.
Clementina
U denkt dus dat hij met mij in het huwelijk zal willen treden?
Mevrouw Darault
Wis en waarachtig. Het vraagstuk is opgelost.
Clementina
Clementina
Ik ongelukkige, ik moet met Frans Cijntje in het huwelijk treden.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Ja, ik moet toegeven dat het geen Apollo is. Maar het is niet de eerste keer dat een vrouw een verbond met een monster aangaat. | ||||||||||||||
[pagina 280]
| ||||||||||||||
Clementina
Clementina
Ik moet met Cijntje het huwelijksbed delen.
Mevrouw Darault
Neen, nu ik mij dat zo indenk, moet ik zeggen dat dit wel veel geëist is voor een mooi meisje met nylonondergoed.
Clementina
Ik zal doen wat sjon Graciela beveelt.
Mevrouw Darault
Kijk eens, je treedt met hem in het huwelijk, je bent dan verzekerd van je bestaan en dat van je kind. Het huwelijksbed zal je met hem niet delen, ik zal hem op het bruiloftsmaal een Franse bloem in de champagne dopen.
Clementina
Ik zal doen wat sjon Graciela beveelt.
Mevrouw Darault
Mevrouw Darault
Je begrijpt wel, de Franse bloem bij wijze van spreken, par manière de dire, zeggen de Fransen. Vervolgens op angstige toon.
Maar Clementina, je moet mij ook helpen. Ik voel mij zeer angstig vannacht. Doe mij een genoegen, blijf op de divan slapen. Dan hoef ik je niet te roepen als ik wakker word. Dan ben je bij de hand. Clementina, geloof mij, ik zal alles doen wat in mijn vermogen ligt om je te helpen. Maar laten wij eindelijk eens gaan slapen. Tot morgen, Clementina.
Clementina
Si dios kier, sjon Graciela. Mevrouw Darault heeft zich in haar kamer terugetrokken, na het licht te hebben uitgedraaid.
Clementina
Clementina
Zo hebben wij allemaal wat. Lampoot kan niet lopen, Doriana heeft waterzucht, Sjon Adela teveel vrijers en Sjon Graciela lijdt aan gordijnen die langzaam open gaan. En Clementina zal nimmer meer liggen in de warme armen van haar dierbare Arthur Morel. | ||||||||||||||
[pagina 281]
| ||||||||||||||
Men hoort haar heftig snikken. Terwijl het snikken afneemt, hoort men het spel van violen, als in de verte; de muziek, die wordt gespeeld, draagt een uitgesproken romantisch karakter. Langzaam gaan de gordijnen vaneen. Men ziet een zaal feestelijk verlicht door chandeliers in het midden. Op zij bevindt zich een lange tafel, waaraan een bruiloftsmaal wordt gehouden. Men ziet jonge en oudere paren, alle gekleed in de mode van omstreeks 1920. In het midden zitten de jonge Graciela en André Darault. De achterwand van de zaal wordt geheel ingenomen door een enorm spinneweb met in het midden een reusachtige spin, met een mensekop, deels monsterlijk, deels vriendelijk. Vijf jonge paren, onder wie ook Graciela en haar man, staan op en voeren een langzame wals uit onder de luchters en gaan vervolgens weer zwijgend zitten aan de feestdis.
De Spin
Zij slaapt en verwondert zich dat haar dromen, eens vervuld van monsters, thans de innigheid hebben verkregen van schone herinneringen. Zij weet het niet maar steeds sterker groeit in haar het voornemen het geluk van haar dochter niet langer te weerstreven. Spoedig zal haar besluit zijn genomen en ook ik zal dan als een laatste onooglijkheid zijn verdwenen. Er zal dan niets zijn overgebleven dan de herinnering aan een schone droom. De muziek speelt weer uit de verte. De vijf jonge paren staan weer op ten dans. Midden in de dans staan zij stil en kijken elkaar in de ogen.
De Spin
De gifbeker is de lustbeker en de lustbeker is de gifbeker. Wie zal de afschuwelijkheid en de schoonheid van het leven doorgronden? | ||||||||||||||
[pagina 282]
| ||||||||||||||
Langzaam trekken de gordijnen weer naar elkaar toe. Een korte poos is het donker en stil. Dan wordt er weer licht gemaakt. Men ziet Mevrouw Darault ergens tegen een van de wanden geleund. Op haar tenen sluipt zij vervolgens naar de divan waar Clementina ligt te slapen.
Mevrouw Darault (over Clementina gebogen)
Hoe rustig slaapt zij, zij weet niet van de boosheden in het hart van haar sjon Graciela. Dan wekt zij de jonge vrouw.
Clementina!
Clementina
Voelt u zich weer zo ongelukkig?
Mevrouw Darault
Heb je niets gehoord? Heb je niets gezien?
Clementina
Neen, alleen maar in mijn droom.
Mevrouw Darault
Wat zag je, wat hoorde je in je droom?
Clementina
Vindt Sjon Graciela het goed dat ik dat niet vertel?
Mevrouw Darault
Clementina, zeg mij nu voor eens en altijd. Hou je van Arthur Morel?
Clementina
Ja, sjon Graciela, met heel mijn hart.
Mevrouw Darault
Dan zal ik er voor zorgen dat je met hem in het huwelijk treedt. Ik zal die Morel zonder zijn moreel wel mores leren. Ik vraag je nu voor het laatst: zul je met hem willen trouwen?
Clementina (onderdanig)
Ik zal doen zoals sjon Graciela beveelt. | ||||||||||||||
[pagina 283]
| ||||||||||||||
Zesde bedrijfIn de hut van de heks Doriana. In twee van de talloze petroleumlampen brandt een lage pit. Men ziet niemand anders dan Doriana in de kamer, het waterzuchtige been op een lage stoel uitgestrekt.
Doriana
Wat ben ik droevig, Lampoot. Na een poos zwijgen
...Of hoor je mij niet, hoerekind?
Lampoot (vanachter het schot)
Ik was in een liefdesdaad met mijn droomvrouw gewikkeld.
Doriana
Ik ben bedroefd, Lampoot. Kun je je droomvrouw niet even laten rusten en naar mij luisteren?
Lampoot
Zij is schoon, Doriana. Zij heeft haar als groen koperdraad en wimpers als de cactushaag bij Savaneta. Zij is schoon, Doriana, maar als het om jou gaat, kan ze voor mijn part verrekken. Wat bedroeft uw edel waarzegstershart? Of heb je teveel gezopen van de basora pretoe en de lamoengras?
Doriana
Ik word oud.
Lampoot
Ouderdom komt zonder gebreken. | ||||||||||||||
[pagina 284]
| ||||||||||||||
Doriana
Ik word oud, Lampoot, ik mis vandaag de kracht mijn geest tot helderziendheid op te wekken. Zou je even willen kijken wat er op Curaçao en zijn omgeving gebeurt. Ik kan niet afgaan op de onvolledige en onbetrouwbare berichtgeving van de Curaçaose pers.
Lampoot
Ik probeer maar het wil niet.
Doriana
Doe zoals ik het je heb geleerd. Druk je hoofd op je rechterschouder. Druk je wijsvinger in je linkeroor. Wacht tot je een zoemtoon hoort en wek vervolgens je geest op tot helderziendheid.
Lampoot
De gebeurtenissen dringen zich aan mij op. De zoemtoon houdt op storende wijze aan.
Doriana
Klets niet, straatrover, biecht op, wat zie je?
Lampoot
Een brede grijze rivier. Ik zie Chinezen, die er bij duizenden overtrekken, in ponten.
Doriana
Dat is buitenlands nieuws, ik stel er geen belang in, laat de Chinezen maar hun eigen oorlog uitvechten.
Lampoot
Ik zie een flink gebouwde man die op een w.c. zit.
Doriana
Doe niet zo banaal.
Lampoot
Ik zie een triestige weg, grijs en rose, lichtgebogen met een onbeschrijfelijk liefelijke glinstering. | ||||||||||||||
[pagina 285]
| ||||||||||||||
Doriana
Zoals ze alleen bij ons op Curaçao bestaan in een eenzame maannacht.
Lampoot
Ook na onze dood zal Curaçao in onze ziel gegrift blijven. Curazao, tu nombre adorado
en mi alma immortal vivirà.
Doriana
Zie je alleen een weg? Zie je niets anders? Druk toch je hoofd beter tegen je rechterschouder.
Lampoot
Ik moet zeker mijn nek breken!
Doriana
Je torenschedel op je rechterschouder, melkmuil!
Lampoot
Daar verschijnen drie figuren op de weg. Ze komen langzaam aangelopen.
Doriana
Kun je ze niet herkennen?
Lampoot
Ze slenteren voort, op een afstand van elkaar af. Ze lopen niet, ze zweven niet en ook slenteren doen ze eigenlijk niet. Het zijn zwevende slenteraars. Het zijn schimmen. Het zijn vast geen levende mensen.
Doriana
Levend of dood, dat maakt geen onderscheid. Maar kun je ze niet herkennen?
Lampoot
Die ene herken ik wel. Dat is de vader van de mooie Adela, dat is meneer André Darault.
Doriana
De ongelukkige die de dood gevonden heeft door in staat van dronkenschap in ondiep water te duiken. | ||||||||||||||
[pagina 286]
| ||||||||||||||
Lampoot
Nadat hij zich tevoren had tegoed gedaan aan de versnaperingen van Venus en haar gezusters. Hij ziet er net uit als vroeger met zijn deftig dophoedje, zijn snorretje en zijn gezicht dat van drankmisbruik een beetje gezwollen is.
Doriana
En de anderen, kun je die niet herkennen?
Lampoot
Het lijkt wel of die twee uit een circus of het krankzinnigengesticht zijn weggelopen. De een draagt een broek van wit satijn, die niet verder reikt dan zijn knie, en een jas van zilver brokaat.
Doriana
En hij heeft lobben aan zijn polsen, een brede witte das om zijn hals en een witte pruik op het hoofd.
Lampoot
Van de drie heeft hij de weemoedigste oogopslag.
Doriana
Ik heb je zo vaak gezegd dat je je op de hoogte moest stellen van het leven van de grote minnaars, alias Venusheuvelklauteraars of vrouwejagers, die de geschiedenis heeft voortgebracht. Anders kun je ons vak niet deskundig uitoefenen. Je blijft anders een kwakzalver, een flut, een prutser, die het heilig beroep in discrediet brengt. San Expedito, heilige gifmenger, sta ons bij. San Antonio, die alles terugvindt, laat ons niet langer zoeken naar het rechte pad! De schim met de pruik is niemand anders dan de beroemde Casanova, die vóór twee eeuwen heeft geleefd en vele dames het genot van de wederkerige genegenheid en de boezemhijging heeft geschonken.
Lampoot
De ander naast Casus Novus heeft...
Doriana
Lange kousen aan, met iets als een brede kraag om zijn lendenen en eveneens een kraag om zijn hals. Aha, aha, dat is niemand minder dan Don Juan el Tenorio. | ||||||||||||||
[pagina 287]
| ||||||||||||||
Lampoot
Die kijkt als mensen die niets zien.
Doriana
Die heeft nooit iets gezien. Tijdens zijn leven pleegde hij zijn liefdes uit balorigheid, na zijn dood keert hij naar de aarde terug uit louter slechte gewoonte.
Lampoot
Maar vanwaar de weemoedige oogopslag van de man met de bepoederde pruik?
Doriana
Die komt terug op aarde om nogmaals de tedere geuren in zich op te nemen van de plekken waar hij vóór twee eeuwen heeft liefgehad.
Lampoot
Nou het bevalt hun niet in het dodenrijk als ze zo telkens weer naar boven terugkruipen.
Doriana
Lampoot, Lampoot, het leven op aarde, vrees ik, wordt pas begeerlijk als het niet meer voor ons bereikbaar is.
Lampoot
Doriana, zulke dingen mag je niet zeggen, je maakt me aan het grienen.
Doriana
Het leven is geen pretje.
Lampoot
Kijk, daar loopt een jonge vrouw voor ze uit. Die herken ik direct. Dat is Adela Darault. Die is schoon, van vlees en bloed.
Doriana
André Darault komt naar de wereld terug om zijn dochterke weer te zien. Hij was een kwast, hij was een schavuit, maar voor zijn dochterke heeft hij een tedere liefde gekoesterd. | ||||||||||||||
[pagina 288]
| ||||||||||||||
Lampoot
Casanova en Don Juan slaan nu rechts af, zij lopen nu vlak achter elkaar, het is een smal pad tussen kreupelhout. Darault volgt op zijn eentje zijn dochter op de brede eenzame weg van Willebrord naar Siberië. Als zij zo doorlopen, komen ze nog hier bij ons terecht. Potverdikke, ja, Doriana, als ze zo doorlopen, komen zij bij ons terecht. Zal ik voor de gelegenheid een das aandoen?
Doriana
Die ik vóór tien jaar voor je gekocht heb?
Lampoot
Neen, die andere met pauweogen.
Doriana
Wat zal er nu omgaan in het levende hart van de ene en het dode hart van de ander?
Lampoot
Darault zet zich op een steen neer. Het is of hij zijn dochter heeft vergeten. Er tekent zich diepe zorg op zijn gezicht.
Doriana
Zijn schimmentronie. Doden zijn nog grilliger dan de levenden. Zij volgen maar hun oude gedragslijn, uit gewoonte, die tweede natuur is geworden of uit stuursheid die zich van ieder op zijn tijd meester maakt. Maar het duurt niet lang of zij worden weer hardhandig herinnerd aan de eis der gedaantewisseling. Niemand mag blijven die hij is. De mens moet eeuwig veranderen temidden van de eeuwige veranderingen van het heelal.
Lampoot
Praat niet zo, Doriana. Angst slaat mij om het hart. De deur gaat onverwacht open. Adela Darault stuift binnen, kijkt verwilderd om zich heen, gaat dan op de grond zitten bij Doriana.
Adela
Doriana, Doriana, waar is Zebedeus Silié? | ||||||||||||||
[pagina 289]
| ||||||||||||||
Doriana
Een mooie bastaard. Zijn vader heet Paduro, zijn moeder heet Omzigtig. Hoe in godsnaam komt hij aan die naam van Silié?
Adela
Doriana, Doriana, vertel mij toch waar mijn geliefde is.
Doriana
Hij bevindt zich in het toevluchtsoord van alle diepontgoochelden.
Adela
Waar is die plek? Hoe moet ik daar komen?
Doriana
Het is niet zo ver hier vandaan. Een kwartier lopen hier vandaan en de mooie Adela is er, met alles wat bij haar hoort, haar gouden haar, haar warme wimpers, de ogen, de neus, haar hals...
Lampoot (luid)
Met alles wat bij haar hoort!
Adela
Waar is dat, Doriana? Waar is dat?
Doriana
Het manzanillebos van Ascensión.
Adela
Waarom zou hij naar het manzanillebos zijn getrokken?
Doriana
Je bent als alle goeie Curaçaoërs. Je kent niet het natuurschoon en de geheime zeden van je land. Wat anders doet men in een manzanillebos dan eten van de giftige vrucht die van alle aardse lijden verlost.
Adela (in huilen uitbarstend)
Hoe heb je dat kunnen doen, Zebedeus? Hoe heb je dat kunnen doen? | ||||||||||||||
[pagina 290]
| ||||||||||||||
Doriana
Hoe weet je dat hij het al gedaan heeft? Niet alle plannen worden uitgevoerd.
Adela
Ik moet er dadelijk been. Vergeef mij dit ogenblik van zwakte.
Doriana
Mijn zegen heb je, mooie Adela. Adela is vertrokken. Doriana drukt nu voorzichtig het hoofd op de rechterschouder en de vinger in het linkeroor.
Doriana (opgetogen)
Lampoot, Lampoot, je mag je gerust weer met huid en haar overleveren aan de geneugten met je blankebuik-zwanehals-droomvrouw. De helderziendheid is weer in mij teruggekeerd. Geprezen zij de Heer! Haleluja! Gezegend zij de naam Gods en van alle heiligen die mij hebben bijgestaan met hun voorspraak. Bestaat er iets schoners dan de helderziendheid?
Lampoot
Wat zie je dan? Wat zie je dan?
Doriana
Het is het ogenblik dat Curaçao op de knieën valt en zich de voordelen toeëigent van het gebed. Curaçao gaat straks naar bed, maar op het ogenblik bevindt het zich in gebed.
Lampoot
Zouden zij bidden voor Silié?
Doriana
Dat kan je net denken! Ook in het gebed zoeken zij alleen zichzelf. Kijk, daar valt dr. Bengels op de knieën.
Lampoot
Doet hij zich nog altijd zo bar gewichtig voor? | ||||||||||||||
[pagina 291]
| ||||||||||||||
Doriana
Hij bidt vurig dat de Curaçoaënaars hem voor de grootste kunstenaar van alle eeuwen mogen aanzien.
Lampoot
Special pa mucha. Laat de onnozelen tot mij komen, ik zal misbruik van ze maken.
Doriana
Daar vallen de Scharloïeten op de knieën!
Lampoot
Eloïm! Eloïm!
Doriana
Die bidden vast voor een ereplaats voor zichzelf en echtgenote op het aanstaande diner van de Prins der Nederlanden.
Lampoot
Zij hebben Jehovah reeds 500 gulden Curaçaose courant per plaats aangeboden.
Doriana
Daar vallen de oude protestanten op de knieën. De bodem van Van Engelen en Otrabanda siddert van dit blijk van godsdienstzin.
Lampoot
Die bidden vast dat de oude tijd mag terugkeren.
Doriana
Met ‘hopi’ slaven en huisdieren voor vrouw en kroost. Daar valt de Apostolische Vicaris op de knieën.
Lampoot
Monseigneur laat geen gelegenheid voorbijgaan om te bidden om de vroegtijdige dood van don Moisés, zijn politieke tegenstander.
Doriana
Terstond ligt ook doctor Moisés Gomez op de knieën en smeekt oorlog, pest en hongersnood af over Monseigneur en diens medestanders. | ||||||||||||||
[pagina 292]
| ||||||||||||||
Lampoot
Huju, zouden die mensen allen afzonderlijk en in vereniging aan zware geestesstoornis lijden?
Doriana
Daar valt ook Cola Debrot op de knieën en vraagt om een gemakkelijke manier van geldverdienen zonder met de strafrechter in aanraking te komen.
Lampoot
Ik hou niet van die Antilliaanse intellectueel, hij heeft mij eens op mijn tenen getrapt.
Doriana
Daar vallen de macamba's op de knieën, allen, die aardige jongens van de marinebasis bij inbegrepen.
Lampoot
Hou eens eindelijk op met je Curaçao in gebed.
Doriana
Je voelt zeker meer voor Curaçao op de plee.
Lampoot
Ik voel voor Curaçao in het donzen bed.
Doriana
Het zij je van harte gegund, brave borst.
Lampoot
Ik lig voor eeuwig in de armen van mijn droomvrouw. | ||||||||||||||
[pagina 293]
| ||||||||||||||
Zevende bedrijfAls het doek opgaat, bevindt men zich in een manzanillabos. Maanlicht schemert door het vrij dichte gebladerte. André Darault, Casanova en don Juan liggen ieder tegen een brede manzanillastam aan, te slapen.
Darault (overeind komend)
Daar zitten die Casanova en don Juan weer vlak naast mij. Ik dacht dat ik ze eindelijk kwijt was. Kleverige kerels... kleverige kerels...
Casanova (terwijl hij en don Juan eveneens overeind komen)
Neen, Darault, zo makkelijk kom je niet van ons af. Je bent ook een fanatieke vrouwenjager geweest.
Darault
Wat is dat nou weer voor moois, een vrouwenjager?
Don Juan
Nou, de kerel schijnt toch al enigszins te vergeestelijken.
Casanova
Zijn woordenschat verarmt naar de zijde van het nachtleven.
Darault
Men wordt hier vreselijk slaperig.
Casanova
Dat is de eerste aanloop voor de gedaantewisseling. | ||||||||||||||
[pagina 294]
| ||||||||||||||
Don Juan
Praat toch niet altijd over gedaantewisseling. Ik geloof dat ik altijd dezelfde zal blijven.
Casanova
Daar ben je ook een Spanjaard voor. Jullie zijn niet onder een gelukkig gesternte geboren.
Darault
Waarom moet men nog tot diep in de dood in nationaliteiten verdeeld blijven? Het lijkt wel of wij bij de neus genomen zijn. Ik zie niets van hemelrijk, noch van hel of vagevuur. Het is allemaal eender gebleven, alleen maar een beetje meer uiteengeslagen.
Don Juan (lachend)
Waarom je dan niet gewend tot de schepper van hemel en aarde?
Casanova
Bluf niet zo, doe niet zo hemeltergend.
Don Juan (hoffelijk)
Ik bied jullie mijn excuses aan.
Darault
Nu is het mij opeens weer duidelijk waarom ik mij naar het manzanillabos heb begeven.
Casanova
Licht ons in. Wie weet stel je ons van onszelf op de hoogte.
Don Juan
Nevermind.
Casanova
Nevermind wat?
Don Juan
Daar ging mij een gedachte door het hoofd. Ik sprak tot mijzelf. | ||||||||||||||
[pagina 295]
| ||||||||||||||
Casanova
Dat moet je niet meer doen, dat maakt me zenuwachtig.
Don Juan
Ik bied je mijn verontschuldiging aan.
Darault
Ik ben hier gekomen omdat ik mijn dochter zocht.
Casanova
Wist je dan dat ze hier zou zijn?
Darault
Zij is stellig hier.
Casanova
Mogelijk ook is het al twee eeuwen geleden dat zij hier is geweest.
Don Juan
Dat is het beroerde van ons, doden, dat wij geen behoorlijke afspraak kunnen maken. Wij zijn de kluts kwijt. Wij zijn ten minste het gevoel voor de tijd kwijt.
Casanova
Laten wij maar weggaan.
Darault
Ja, laten wij maar gaan. Wie weet wacht zij sedert twee eeuwen in het dodenrijk, dat ik terugkeer.
Casanova
Twee eeuwen of tien eeuwen, wat doet het er toe? Bij de een eist de gedaantewisseling niet meer dan een enkele seconde, bij de ander is het een kwestie van aeonen.
Don Juan
En ik ben in dit giftig bos gekomen omdat ik hier de aanwezigheid van onvergetelijke bloemen verwachtte.
Casanova
Jullie, Spanjaarden, zijn hartstochtelijk maar weinig gevoelig. | ||||||||||||||
[pagina 296]
| ||||||||||||||
Don Juan
Laat mij je dan, Casanova, Italiaanse klepsijker die je bent, het Vers van de Bloemen voordragen. Don Juan treedt dramatisch naar voren en ‘zegt’ het navolgende gedicht.
Bloemen bloeien alleen
waar het gif uit de bomen druipt
waar de slang bij gebrek aan teen
op zijn buik langs de grassprieten kruipt.
Dies dansen wij zonder spijt
tot alles voorbereid.
Bloemen bloeien alleen
waar de waan door de struiken sluipt
waar, schoon ik dit geenszins meen,
de maan door de wolken gluipt.
Dies dansen wij zonder spijt
tot alles voorbereid.
Casanova
Als alle gedichten bevat het louter onwaarheid.
Darault
Laten wij terugkeren naar de nevelen van het dodenrijk. De schimmen hebben zich tussen de bomen teruggetrokken. Er verschijnen thans een twaalftal bosgeesten, die een rijdans uitvoeren, terwijl zij het door don Juan voorgedragen vers zingend herhalen. Wanneer ook de bosgeesten zich tussen de bomen hebben teruggetrokken, treden naar voren Zebedeus Silié en Adela Darault.
Adela
Vind je niet, Zebedeus, dat er hier een beetje griezelige sfeer heerst? | ||||||||||||||
[pagina 297]
| ||||||||||||||
Zebedeus
Dat komt van de schemerige maan.
Adela
Ik heb soms het gevoel dat er hier bosgeesten rondwaren.
Zebedeus
Wanneer de maan door de bomen schemert...
Adela
Soms is het mij ook of wij de schimmen van dierbare overledenen zullen tegenkomen.
Zebedeus
Wij zijn misschien ongelukkige mensen.
Adela
Maar hoe ben je er in godsnaam toe gekomen je naar het manzanillabos te begeven?
Zebedeus
Er zijn dingen die men maar liever moet verzwijgen.
Adela
Ben je dan zo ontgoocheld?
Zebedeus
Misschien ben ik dat ook wel.
Adela
Je had je nooit met de kunst moeten inlaten. Men krijgt er vreemde gedachten van.
Zebedeus
Wie zich aan de kunst waagt, zal ook het gevoel van machteloosheid leren kennen. Maar hij zal het nimmer betreuren dat hij er zich mee opgehouden heeft.
Adela
Wetenschap doet niet anders dan de mens van zijn natuur vervreemden. | ||||||||||||||
[pagina 298]
| ||||||||||||||
Zebedeus
De ignorantia docta heeft mij niet veel kwaad gedaan.
Adela
Politiek is leugen en verraad.
Zebedeus
Ik heb nooit anders verwacht dan daar leugenaars en verraders te zullen aantreffen.
Adela
Maar waarom ben je dan ontgoocheld?
Zebedeus
Het zijn degenen, die de vraag stellen, die het antwoord weten.
Adela
Wat bedoel je toch, Zebedeus, mijn Zebedeus?
Zebedeus
Adela, Adela, je weet even goed als ik dat ik aan de aardse liefde ziek ga.
Adela
Wordt je liefde dan niet beantwoord?
Zebedeus
Misschien meer dan voor mij of voor haar goed zou zijn.
Adela
Waarom ben je dan ongelukkig?
Zebedeus
Omdat zij een blanke is en ik een bastaard.
Adela
En wat betekent dat, als zij zich daar niet om bekommert?
Zebedeus
Maar haar moeder bekommert er zich wel om. Het zou haar moeder doden. | ||||||||||||||
[pagina 299]
| ||||||||||||||
Adela
Wat gaat je haar moeder aan?
Zebedeus
Ik ben nog niet zo vooruitstrevend om mij daar in het geheel niets van aan te trekken.
Adela
En als haar moeder, door een schone droom gewaarschuwd, niets anders koestert dan de vurige wens dat de liefde tussen dit wit maagdekijn en deze vurige bastaard tot werkelijkheid wordt?
Zebedeus
Kan dit de waarheid zijn?
Adela
Het is de waarheid. Ik zweer.
Zebedeus
Dan heb ik mijn geluk in het manzanillabos gevonden! De hoofden buigen naar elkaar toe voor een kus zonder weerga. Op ditzelfde ogenblik treden een twaalftal bloemen op de voorgrond, reseda's, karawara's, anglo's en magdalena's, en voeren een rijdans uit. Zie zingen daarbij het volgende vers, dat als een zinvolle variatie moet worden beschouwd op het gedicht van don Juan.
Bloemen bloeien alleen
waar geluk uit de bomen druipt
waar Venus op zoel-zachte teen
met gemak langs de grassprieten sluipt.
Dies dansen wij zonder spijt
tot liefde voorbereid.
| ||||||||||||||
[pagina 300]
| ||||||||||||||
Bloemen bloeien alleen
waar geluk tegen wanhoop kuipt
waar, schoon ik dit alleszins meen,
de maan door de wolken gluipt.
Dies dansen wij zonder spijt
tot liefde voorbereid.
Op dit ogenblik treedt Mevrouw Darault naar voren, gevolgd door Morel en Clementina en vervolgens door Cijntje en Miep.
Mevrouw Darault
Eindelijk hebben we ze gevonden.
Cijntje
Zijn ze nog niet overleden?
Mevrouw Darault
Naar hun wijze van handelen moet men het tegendeel aannemen.
Clementina
Hoe gelukkig dat geen schaduw op ons jong geluk zal vallen, Arthur.
Arthur
Je bent een schat, Clementina, maar doe niet zo misselijk.
Cijntje
Ik zal de champagne, die bestemd was als medicijn om hen uit de dood te wekken...
Miep
Thans laten knallen ter viering van het schone leven!
Clementina
Ja, laten wij alle misselijkheid laten varen en er even flink van nemen.
Mevrouw Darault (bezorgd)
Maar hebben wij ook voldoende champagne voor de bloemen, die het dansen niet kunnen laten? | ||||||||||||||
[pagina 301]
| ||||||||||||||
Cijntje
Dit is een van de vele vraagstukken op Curaçao, die om een onmiddellijke oplossing vragen. Op dit ogenblik treden de bosgeesten naar voren. Zij blijken op de hoogte te zijn van de gebeurtenissen van de laatste minuten, zij hebben glazen en champagne meegebracht, die aan de bloemige danseressen worden aangeboden.
Allen
(terwijl zij het glas aan de lippen brengen)
Geluk voor eeuwig! Bokaal aan de lippen! Slagbaai, Aug. 1949. COLA DEBROT. |
|