nog een postulaat. Over Dante en Shakespeare viel vijftig jaar na hun verscheiden slechts te zeggen dat zij twee verouderde auteurs waren, bestemd voor de vergetelheid. Voor de classiciteit van Gezelle hebben wij het argument dat hij na vijftig jaar nog steeds boeit. Zegt dat niet genoeg, het zegt zeer veel, het zegt alles wat op dit ogenblik kan gezegd worden. Wij hebben namelijk geen enkele aanduiding dat hij zal vergeten worden en aanduidingen die wij hebben zeggen dat hij het niet zal worden.
Weliswaar heeft men reeds vermoed dat hij onleesbaar zou kunnen worden indien het algemeen Beschaafd zijn dialect ooit geheel zou verdringen, maar zal dat gebeuren en zo ja, zijn de legende van Beatrijs en het spel van Elcerlyk onleesbaar geworden door hun niet meer mondgemeen Middelnederlands?
Een der huldigers heeft phasen in de Gezelleverering onderscheiden. Eerst zag men vooral, zegt hij, de frisse natuurdichter en poëtische taalvirtuoos, daarna de tragische dichter die twintig jaar zweeg en nu maakt men van beide voorstellingen een evenwichtig beeld. In deze schets is het stadium vergeten dat met de titel van een bekende studie kan gekenschetst worden: Gezelle's Eros. Er is bij vergeten dat de phasen goed dooreenlopen. Terwijl immers de tragisch zwijgende en met Eros strijdende dichter te prijk stond, verheerlijkte Paul Van Ostaeyen het poëtisch taalwonder en terwijl de frisse natuurdichter werd gevierd, schreef Prosper Van Langendonck zijn sonnet op het ‘zwaar peinzend hoofd met eeuwigheid omtogen’.
De phasen zijn er nochtans en uit de jongste herdenkingen blijkt dat we alweer een nieuwe intreden. De mening, het best geformuleerd door Marnix Gijsen, dat het deze gedichten aan menselijke inhoud mangelt, schijnt te worden herzien.
De herziening komt niet helemaal overtuigend voor. De teksten waaruit Gezelle's diepere levensproblematiek blijkt, zijn van zeer ongelijke waarde, of het zijn brieven en het is niet met brieven, krabbels of een zwak vers dat men in deze overtuigt. Zij bewijzen slechts dat Gezelle een dieper mens was dan uit zijn oeuvre blijkt en dat is de kwestie niet. Tragische mensen hebben trein- en kinderlectuur geschre-