En zoo wij er belangstelling voor verlangen, dan is het beslist niet terwille van haar erotische inhoud, maar wel omdat deze novelle ten zeerste illustratief is voor een typische stijlopvatting, t.w. deze van de tot zijn extreemste mogelijkheden doorgedreven beknoptheid. Wij laten hier de eerste paragraaf volgen van dit verhaal, wiens titel reeds op zichzelf een fraaie ellipse is:
La comtesse de *** me prit sans m'aimer. Elle me trompa. Je me fâchai, elle me quitta: cela était dans l'ordre. Je l'aimais alors, et, pour me venger mieux, j'eus le caprice de la ravoir quand à mon tour je ne l'aimais plus. J'y réussis et lui tournai la tête: c'est ce que je demandais. Elle était l'amie de Mme de T..., qui me lorgnait depuis quelque temps, et semblait avoir de grands desseins sur ma personne. Elle y mettait de la suite, se trouvait partout où j'étais, et menaçait de m'aimer à la folie, sans cependant que cela prit sur sa dignité et sur son goût pour les décences! car, comme on le verra, elle y était scrupuleusement attachée.
Ik ken geen enkel voorbeeld van een passus die, in zoo weinig woorden, zooveel dramatische wendingen weergeeft, zonder dat de psychologische motiveering dezer verwikkelingen verwaarloosd weze. Het is echter evident, dat deze stijlgedrongenheid niet verder zou kunnen gedreven, wat zeg ik, zelfs volgehouden worden, zonder den lezer te ontmoedigen. Deze gebaldheid stelt zijn aandacht op een al te strak gespannen proef! Trouwens in het aangehaalde fragment bemerkt men reeds dat, in de tweede helft, het tempo merkelijk vertraagt. Maar niettemin lijkt mij deze inzet meesterlijk! Hij is als een waterval, waaruit een rivier ontspruit die dan, met wisselende stroomversnellingen of -vertragingen voortvloeit. In den loop van zijn vaart, pauzeert onze auteur-ontdekkingsreiziger zelfs even om een nachtelijk landschap te suggereeren; maar geen moment verliest hij zijn doel: de monding der ontknooping, uit het oog.
Si l'on diffère, c'est raffinement. Le refus est timide, et n'est qu'un tendre soin. On désire, on ne voudrait pas; c'est l'hommage qui plait... l'âme en est exaltée... on adore... on ne cèdera point... on a cédé.
Men stelle zich voor wat een schrijver die, stylistisch gezien, aan de antipoden staat van Vivant Denon, ik bedoel Maroel Proust - hij die vijftig bladzijden besteedt aan een Petite esquisse d'un chagrin et des progrès irréguliers de l'oubli - van voorgaanden passus zou gemaakt hebben! Hoe zouden bij hem de ‘drie puntjes’, die telkenmale de psychologische situaties afbakenen en onderscheiden: ‘plait... flatte... exalte... adore... cèdera point... cédé...’ uitgegroeid zijn tot gigantische, wijdlopige interpollaties!
Aldus teekenen zich twee technieken, twee ontdekkingsmethoden af voor de kunstenaar, die de terra incognita der menschelijke ziel op de kaart willen brengen: De stroomvaarder Denon die den voorspoedigen loop der handeling niet loslaat en den kapitein op de lange omvaart Proust, die langsheen het pakijs, nu eens naar het