Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 4(1949-1950)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] Oefening voor de eeuwigheid Ik wil dit uur zo oud als de aarde zijn, mij van geschiedenis en bloed verlossen, bezinken dieper dan de doodste bossen tot waar ik stollend uit mijn beeld verdwijn Niet uit moe heimwee naar een onbestaan, - wat water of een koord zijn gauw gevonden en voeren even goed naar de ijlste gronden -, het hart houdt vroeg genoeg op met zijn slaan. Ik wens alleen te wensen wat ik wil, ik kies de weg terug die we allen kwamen om hier een naam te zijn bij zoveel namen, een warme waan, een kleine, goede gril. Deze aarde en ons gezicht zijn even oud, wij werden allen uit elkaar geboren, geen enkle dode heeft zijn droom verloren, slechts ik word nu en gij wat later koud. De zomer is voorbij, ik ben de zoon en zoek na 't avontuur mijn zerk te kennen, opdat ik mij aan de eeuwigheid mag wennen nog vóór ik binnentreed in de oude woon. Vorige Volgende