Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 4(1949-1950)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 266] [p. 266] Ballade van de onschuld Op 't grijs perron, nabij de Docks Een blonde Lady met haar fox, Een geur van wind en visserijen, Van zee, van lis en specerijen, Een lage lucht, een rookkolom, Sirenenkreet, klaksongebrom, Een autosliert, een mensenjagen En zij daarin op 't licht gedragen. Zeer blond, zeer slank, doorschijnend glas, In geur van rozen: roos in was, Als kelk heur haar op 't bont gegleden, Als dauw haar ogen, naar beneden, Onroerbaar staat zij op 't perron En leeft en heerst: door mist de zon. Die gaat voorbij, kijkt op, treedt nader: Denkt ‘Botticelli’ buiten kader. Zij waakt, negeert die gaan voorbij, Blijft vrouw en recht in 't wild getij, Zij streelt haar hond, zij glimlacht even: Dier-ogen zien haar naakt begeven... Vorige Volgende