Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 3(1948-1949)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1025] [p. 1025] [Nummer 10] Her- en nageboorte I. Zoals een vis in 't water van de weelde Die onze wereld met zijn wijsheid deelde Zwommen wij eenzaam rond aquariumbeelden En stroomden uit Toen kwam een drama 't heilig vuur verbranden En strandden wij op 't strand waarop de zinnen stranden En landden in 't bordeel op allerhande handen En schoten kuit II. En weer een nieuwe liefde die kwam kijken En een vermolmd hart dat ging prijken Met pluimen en geschonden lijken Van vogels en princiepen Bezwijken In iets dat niet heeft willen wijken Is aan de gang der ziel gelijken Zolang wij veilig sliepen [pagina 1026] [p. 1026] III. En waar het hemd is nader dan de rok Zoals de klepel nader dan de klok Zoals wij allen nader zijn dan alleen Bij 't maken van amok Staat er iets hoger dan de wrok Die wij verwringen tot een gekke gok En die al met zijn gekheid op een stok Ons in de val doet vallen IV. En weer een nieuwe liefde die ging duren En zonder blazen in haar voze vuren Zou koelen weer ter elfder ure In ruimt' en tijd Omdat in 't warrelen van haar fiorituren Wij tuk op dingen op de dingen turen Die zuur tot zoet staan te verzuren Van heiligheid [pagina 1027] [p. 1027] V. En weer de laatste liefde die ging slinken Zoals de vissen in de schaduw zinken Van 't water dat is gaan verdrinken In eigen bodem En zo liggen wij weer van ongeduld te stinken Omdat wij in ons zelf zijn gaan verzinken En dronken uit de poel de droesem klinken Met ongenode doden VI. Wij weten niet meer hoe te leven Noch zeker dood te gaan wij zweven Boven de ravijnen het cijfer zeven Der pijnen te gemoet Zo worden wij maar zonder drift gedreven Op drift in 't visnet dat wijzelven weven Uit een verloren drift als wij ons leven leven Van 't koudste bloed [pagina 1028] [p. 1028] VII. Zoals een donker woud aan heldere zomen Zoals een donker lied in heldere dromen Zoals een donkere wind op heldere bomen Zijn schaduw werpt Zo werpen wij als donkere gnomen Een liefde die helder is en genomen Zo uit een vromvenrib waaruit men een gewone Maar schone schaduw scherpt GASTON BURSSENS. Vorige Volgende