Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 3
(1948-1949)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 670]
| |
LerenMoeizaam leerde ik 't zwijgend strijden,
Schuw, verbeten, met passie en plicht.
Nog leerde ik niet voor der dagen gezicht,
U, leven, in eenvoud belijden.
| |
Aanziet de mensenPlots, hulpeloos, in 's levens web gevangen,
Van stof naar dauwdrop worstelend in nood,
Blijven zij met millioenen, eenzaam hangen,
Tot hen verrast de loerende spin, de dood.
| |
La vita brevaHij werd al oud, wou nog veel warm beminnen,
Zich op het leven diep en lang bezinnen.
Toen hem de Dood, stil als een dief, kwam halen,
Zuchtte hij: ‘'k Dacht dat alles ging beginnen.’
| |
Spreekwoord‘Eerlijk duurt het langst!’ prijkte er op alle borden
In onze school. Het is een schone spreuk;
Die slechts door 't leven moest volledigd worden:
‘Eerlijk duurt het langst om rijk te worden’.
| |
[pagina 671]
| |
VrijheidAls kind dwingt ons de school in haar gareel,
Dan springen ons moraal en maatschappij
Als nijdge doggen naar de ontblote keel:
Slechts in ons zelve zijn wij waarlijk vrij.
| |
OpvoederEens droomde ik heldentenor te zijn,
Geliefd door de vrouwen, lievend de wijn;
Nu leer ik geduldig, al mijn dagen,
Schoolknapen zich sober en deftig gedragen.
| |
GelukOp twintig heet geluk: 't bezit der wereld,
Op dertig: geld en goed, een vrouw misschien,
Tot eenmaal ons verklaarde blikken zien
De kleine roos, waar nog wat dauw om perelt.
| |
Het doelEen avond, vóór de muren van de stad
Riep er een man die veel geleden had
Wanhopig-luid: ‘Wat is het doel van 't leven?’
En luide gaf hem de echo antwoord: ‘Leven!’
FRANS DE WILDE.
|
|