Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 3(1948-1949)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 539] [p. 539] Handen Aan Julien Kuypers. Schuif nu de paarse floersen dicht, En doe de kandelabers branden, Van avond mag geen ander licht Dan vlam van waskaarsen, gericht Op sybarieten-handen. Aanschouw uw handen niet in 't licht Der zonne van de groote daden, Bedek ook niet uw aangezicht, De hand die 't eigen leven richt Moet 't masker vallen laten. ‘Mijn hand, die geen verraad en droeg, Zal ik niet met het water spoelen Waarnaar de Roomsche rechter vroeg - hij die de waarheid van zich sloeg - Om zijnen pols te koelen. Is zij een harde roe geweest Tegen elk onrecht opgeheven? Was zij aan 't trillen niet, bij 't feest Der zinnen, langs een vrouwenleest Toen 't noodsein werd gegeven? Liet zij de grauwe hand nooit los, Om de gesmukte hand te drukken? Speerde zij 't moordend wild in 't bosch? Liet zij de teugels niet op 't ros Liever dan op te rukken? [pagina 540] [p. 540] ‘Zij heeft mijn naam nedergezet Tegen den wil van dwingelanden, Zij brak, in duur betaald verzet De regels van de onrechtge wet, En kent slechts eigen banden. Uw hand heeft roekloos goud vergooid. En wie heeft drank des doods gedronken Uit roemers, die, te rood getooid Met rozen, beter weggestrooid, Te vol werden geschonken? Heeft uwe hand medegebouwd Aan 't huis van vreugde voor geringen? En heeft zij nooit uit lust geklauwd? Is zij met het truweel vertrouwd Of met de gouden ringen? ‘Zij is 't die 't droomland zelf ontgint, Zij snoeide zelf de zielestruiken; Men werkt niet slechts in zon en wind, Hij arbeidt ook, die zangen vindt Door diep in zich te duiken. 't Is 't leven dat de hand bevlekt. Doch zij die wischt de weenende oogen Zij die des naastens naaktheid dekt, Zij, die geen wonden openrekt, Kan bloên, doch niet verdrogen. ‘Zij bouwen ook die baan of brug Van een mensch naar een ander spannen, Ik schoot nooit iemand in den rug. 'k Reik u de hand. Druk ze terug. En zwijg.’ De kaarsen tanen. FIRMIN VAN HECKE. Vorige Volgende