Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 456] [p. 456] De laatste romantieker Mijn broeders zijn verkocht, of durven zich niet toonen, of spelen met atomen 't huiverige spel; zij vreezen het cynisme van hun sterke zonen, en smoren in hun stalen hart het oud appèl. Men glimlacht om mijn zachten waanzin en de tonen van mijn fluit; want nóg ben ik geen rinkelende schel geworden, want nóg kan ik in de sterren wonen en bekoort mij het ruischen van wind en van wel. Hoe de wereld en de menschen thans ook vervreemden van wat schoon en goed is, nóg maakt een kinderhand mij week, en bezing ik de stille groene beemden en de boomen van Vlaanderen, mijn vaderland; nóg blijf ik, laatste van het nest, naar honig boren in de schamelste bloem, nóg ben ik niet verloren... MARCEL COOLE. Vorige Volgende