van Schendel daarbij aan de Waal gedacht heeft. Maar wat hij ons geeft, is niet zoo beperkt; het is niet één rivier, het is een synthese van alle Hollandsche stroomen. Met Een Hollandsch Drama voert hij ons naar Haarlem en wederom is het niet alleen Haarlem, hoewel men die stad duidelijk herkent, maar een samenvatting van alle steden die als Haarlem doordrenkt zijn met een Nederlandsche traditie van eeuwenher.
Het is één van de merkwaardigste verschijnselen van onze letterkunde, dat juist deze van Schendel, deze zwerver, die het grootste deel van zijn leven buiten het land doorbracht, deze cosmopoliet die zich gemakkelijk aanpaste bij vreemde gebruiken en die vreemde talen vloeiend sprak, de meest Hollandsche van al onze Hollandsche schrijvers zou worden. Hij heeft Holland en het Hollandsche ontheven aan het kleine en tijdelijke en ik geloof dat hij er in geslaagd is een nieuwe wereld te scheppen, een nieuw vaderland, dat veel Hollandscher is dan Holland zelf. Hij ontdeed Holland van het vluchtige, van het onwezenlijke, van het oneigenlijke en hij maakte het tot een symbool, tot een duurzaam beeld, doch zonder het daardoor van zijn levenskracht te berooven. En zoo is het ook met zijn menschengestalten, zij zijn méér dan menschen, zij vertegenwoordigen een menschensoort, belichamen een bepaalde geesteshouding, zonder echter daardoor hun menschelijke waarschijnlijkheid in te boeten. En daarin ligt, geloof ik, het kenmerk van een werkelijk groot kunstenaar: dat hij het bijzondere weet te veralgemeenen, het tijdelijke te verduurzamen, zonder dat hij er de drift en de beweeglijkheid van het leven aan onttrekt.
Arthur van Schendel, die tegelijkertijd teruggetrokken leefde en toch zeer toegankelijk was, die zijn werk boven de actualiteit uit hief en die toch innig belangstelde in de groote gebeurtenissen van de wereld, was voor zijn tijdgenooten en voor de jongeren een klassiek voorbeeld van schrijverswaardigheid. Hij heefd een domineerende plaats in de Nederlandsche letterkunde verworven uitsluitend door zijn werk. Nooit heeft hij één concessie gedaan, nooit heeft hij gunst of bijval gezocht. De liefde en de bewondering die hem van alle kanten toestroomden heeft hem vooral in de jaren voor den oorlog innig verheugd, - de bezetting van Nederland