Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 1
(1946-1947)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 763]
| |
[2]De rijkste vreugden dragen weemoeds kleed.
O wonder, dieper wonder sinds ik 't weet,
sinds twee dode ogen 't ons verhulde onthulden:
wien 't leven lief heeft, zegent het met leed.
| |
[3]Naar wat gij niet bezit blindlings gewend,
blijft wat ge wel bezit u onbekend.
Zo schat, zo tijd. Voor 't gistren of voor 't morgen
verspilt ge uw enig leven: dit moment.
| |
[pagina 764]
| |
[4]De dingen gaan zoals ze moeten gaan:
geen god zelfs drijft de sterren uit hun baan.
Aanvaard uw vreugd verblijd, uw leed gelaten;
al wat men verder wijsheid noemt, is waan.
| |
[5]Het grootst geluk ligt in de kleinste dingen:
het gras, de dauw, het licht, de ritselingen
van wind en blad, de glimlach van een vrouw,
en, verre leeuwrik, ùw onzichtbaar zingen.
| |
[6]In 't staag lawaai der dagen haast verloren,
door ùw genade eens onverdiend verkoren,
o cosmos in mij, cosmos om mij heen,
geef mij de stilten weer, ùw stem te horen!
GARMT STUIVELING. |
|