Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 758] [p. 758] De idealiste in de cel Voor Maria. Zij heeft het moede hart van die versagen, het branden van haar droom werd veel te plots geblust. Zij leert het leed van deze lege dagen in d'onnatuurlijkheid van té volkomen rust. Zij, die niets weten kon van alle gruweldingen die buiten menslijk denkvermogen staan. Zij bleef haar lied van strijd en liefde zingen terwijl men kindren in de dood deed gaan. Zij, felle kampster tegen voze zonden het wijde denken vol begeestering, zij heeft haar droom onttakeld weergevonden door hen, met wie zij diepvertrouwend samenging. Nu staat als aanklacht in de zure uren het bleke doodshoofd van vermoorde mens en overal langs de luguubre muren gedoofde ogen met gebroken lens. Een mateloze moeheid merkt het oud gezicht niets lijkt haar nog begeerlijk tenzij, misschien, het zingen van een schoon gedicht, zo nutteloos en heerlijk... EUGENIE BOEYE. Vorige Volgende