Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 268] [p. 268] De maagd en de lente Nu stijgt het sap weer in de boomen. Nu zwelt de wingerd voor mijn deur. Er gaan door mij weer dwaze droomen Als ik doorheen mezelve speur. Mij roepen vreemd de merelaren, De jonge musschen op het dak. Wat in mij roert kan 'k niet verklaren: Mijn borsten spannen stout en strak. Er gaat een hunkren door mijn handen, Een vreemd verzoeken grijpt mij aan. Ik voel mijn bloed onrustig branden. Mijn God, heb ik U goed verstaan? Is deze Lente mij het teeken Dat ik in vreugde zal vergaan, Dat hij mag komen en mij spreken, En in mij delven zijn bestaan? PAUL ROGGHÉ. Vorige Volgende