lukkingen. Zij bieden hem het laatste hart waaraan hij steunen kan. Op het moederhart na.
Het sublieme is niets anders dan de schoonste vorm van het menschelijke. Regel, voorschrift, wet, belang, geld, openbare zaak, - elke abstractie bevat een valbijl. Antigone, très douce et très pure? Regel, wet, openbare zaak, - 't moet al wijken voor die stem van het bloed en de zusterliefde. Krijgt die doolaard geen graf? Sterf dan mede, zoete Antigone. De wet moge heilig zijn. Heiliger is de wet der liefde.
Weest gegroet, moeders en vrouwen, wees gegroet Antigone, weest gegroet zeldzame harten, die de grenzen der eigenliefde overschrijdt, weest gegroet, arme zondaars, en allen, die u menschelijk behandelen kunnen.
Helaas, helaas, alle vriendschap is door eigenliefde begrensd. Erger nog, zij is een vorm van eigenliefde, maar ook daarin is de mensch dikwijls slordig en onaandachtig.
Waarom helaas, helaas? Is zij het steunpunt niet van alle leven? Zelfzucht? Zij vaart met alle zeilen uit. En dan, zij biedt de beste verdediging tegen dien vreemden broer, den mensch.
Verzwijgt men iets uit liefde, dan heet die halve waarheid als die halve leugen goedertierenheid. Verzwijgt men iets uit haat, dan scherpt de geest zich in berekening en list, die samen sluwheid vormen. Pracht van de taal, die alle transsubstantieeringen van haat tot liefde en heel dat stel hartstochtelijke gistingen kan noemen.
En dat wij allemaal uit Brueghel zijn, elkaar als blinden leiden, doen tuimelen in de sloot, bij grollen en bij grienen.
Er is maar één ding erger: wij zien en wie heeft nimmer wie hem lief zijn in een sloot geleid? Van onze vijanden en wie ons onverschillig zijn gezwegen.
Heel veel weldoeners zijn hypocriete gierigaards. Zij worden plotseling zuinig, traag en bovenal censoren van de goede zeden.