Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Akte van liefde Ik min u bovenal, meer dan mij zelven, o aarde, o leven, eendre eenzelvigheid! 't Onvindbaar mineraal, waarnaar wij delven, bergt gij in u, daar gij het zelve zijt. Gij zijt de onwankelbare onfeilbaarheid, waarop wij vestigen ons vast betrouwen, de steev'ge rots waarop wij mogen bouwen en die 't gebint van onze droomen schraagt: Leven op aarde, zaligste aller vrouwen, wier zonn'ge liefde zeek're vruchten draagt. Leven op aarde, machtig en genadig, mijn minnares en tevens trouwe vrouw, waaraan ik al mijn hunkeren verzadig, als halmen aan den malschen morgendauw; uw warme weelde neemt het niet te nauw met ons; gij laat ons naar believen spelen, als kindren die hun moeder nooit vervelen door hun gedartel los en onversaagd, en vrij de vormen van uw lichaam streelen, wiens zonn'ge liefde zeek're vruchten draagt. Laat andren zich in hemelen vermeien, ik min uw vleesch, waarin ik gulzig grijp, en deze rondheid, die gij laat gedijen van duizend vruchten goud en rood en rijp; [pagina 150] [p. 150] de nectar, dien ik uit uw nerven nijp, maakt me als een stralend godenkind gelukkig en al wat nijdig is in mij en nukkig wijkt voor den glans die uit uw aanblik daagt; alleen om u geraak ik in verrukking, wier zonn'ge liefde zeek're vruchten draagt. Cybele, aan de heuv'len uwer borsten vind ik soelaas voor mijne droogste dorsten en 't dwaas verdriet dat soms aan 't hart mij knaagt; want 't is uw lijf, dat duizend drachten torste, wiens zonn'ge liefde zeek're vruchten draagt. Bert DECORTE. Staatsprijs voor de Poëzie 1946 Vorige Volgende