Ik wensch me thans daartoe te beperken.
Het is beproefd, voor de opperste maatschappelijke taak een formule te vinden, dus geldt deze ook voor de Vlaamsche Beweging, die slechts een onderdeel van de algemeene maatschappelijke beweging is. Mijn beschouwingen hieromtrent huldigen nooit een ander program: van ons volk een volk van echte menschen maken, die alles zijn wat ze worden kunnen.
Het woord Vlaamsche Beweging roept in ons sommige heroïsche maar ook menige onverkwikkelijke herinnering op. Van den eenen wereldoorlog op den anderen zagen we allerlei oude kwalen weer opduiken, niet het minst de halfheid en kortzichtigheid van degenen, die in een kleinen geestelijken kring voortploeteren. Onder de bezetting hebben we daar genoegzaam de droevige ervaring van opgedaan. De over-overgroote meerderheid heeft zich goed gehouden, maar daarnaast, die zelfs niet omgekocht waren, vergaten te licht, dat de bezetter nog altijd de vijand was!
Ik druk me zoo behoedzaam uit, omdat allen niet over denzelfden kam mogen geschoren worden en hun beweegredenen zeker van verschillenden aard waren, in den heerschenden toestand van malaise. (Ditmaal zijn trouwens de Walen, die mede op de zondaarsbank zitten, op zijn minst even talrijk.)
Maar houd ik slechts rekening met de ‘duitschkiljons’ die wellicht eerlijk meenden de Vlaamsche zaak te bevorderen, en plaats ik me voor een oogenblik op hun standpunt, buiten andere zedelijke bedenkingen om, dan treft die eenzelfde schuld: hun gemis aan werkelijkheidszin. Want, gesteld dat ze wisten wat ze deden, dan moesten ze toch beseffen, dat indien de Duitscher niet hier bleef, hun getimmerte onverbiddelijk zou weggeveegd worden, zooals de vorige oorlog het voldoende geleerd had, en dat, indien de Duitscher wel hier bleef, zij den weg baanden voor Vlaanderens verduitsching, Vlaanderens verknechting.
Hopen we nu maar, dat we gezuiverd uit de crisis treden!
De flaminganten van den ouden stempel hebben zich weer aan versleten romantische ideeën vastgeklampt: b.v. de idee van het ras, - alsof het ‘Germaansche ras’ weten-