De Nieuwe Gids. Jaargang 9(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Soest, door H.J. Boeken. Als de stoom-wolkjes naast de groot' spoor-treinen Aan de luw-zijde vallen in het gras En daar wel rusten even, of het was Hun zoete rust daar, die wel eeuwig schijnen Hun kon, maar voort de trein gaat en dan rasch Weg zijn zij en weer ligt hij daar zoo rein en Ontdampt de groen grond als hij voren was - Zoo zijn de willetjes en daên dier kleinen; Maar òns waait tegen-wind, wij willen verder Voor ons geen wind-luwte en geen stille plaats, Wij moeten voort en waar de Groote Herder Ons voert en volgende wat is Zijns raads Gemak-zucht niet, wij moeten voort, geen rust Wij zwalken niet op seinen van de kust. 3 Mei 1894. Vorige Volgende