De oude Oostersche en Egyptische wijsheid, waarvan ons overgeleverd worden dezen tijdgenooten ongeloofelyke verhalen: van den priester-stand, sterk door de afzondering van, den besten immer parasietischc, samenleving, die wisselde tusschen een breed-kontempleerend en een straf-wiloefenend binnen-tempelleven, stand-van-wijzen houdende het heft van het Rijk, en de Koning of de Pharao, gewijde door zijn geboorte, als het mes dat kaart van land en volk in stukken sneed, en die vouwde en paste al naar den wil van der priesteren verklaring - de wijsheid, volks-daad geworden, lichaam in Mozes en ziel in Jezus, bij de Joden, en door de Middeleeuwen heen ons overgebracht in Plato, heeft te vergeèfs getracht in de vulgariseerende en verbasterende Roomsch-Katholieke Kerk heur heerschappij te verplaatsen naar het Noorden, waar voor ons, kort-geleden de Barbaren, nu 't oude dwingend geloof en een overtuigende synthetische wetenschap onder het puin dier nu neergeslagen muren gebroken liggen -... Het militairisme, zwaarst in de Heiden-koningen-macht, met dien liefdeloozen, bruuten, maar echten, massalen wil, heeft zich versnipperd over mindere potentiën, meer in aantal al meer, en is ten slotte een handels-artikel geworden, waar-mee de perverse bandeloosheid-zelve zich kan vertoonen.
...In de Kunst is de anarchie eene belaching geworden voor het nageslacht, ze schijnt niet meer te vragen wijding, maar wil en talent, en heeft geldswaarde als koffieboonen en theelepeltjes.
Het geld alleen troont, boven de steden en dorpen, waar zij de huisdaken van heeft open gescheurd, als een blind metaal-koud duizendvingerig grijpwijf. Het geld alleen gaat machtig om, als een niet te vertrouwen hysterische, die den vader verlaat voor den zoon, den vriend voor den vriend, om ze in driften allen ontstoken alleen te laten, in arme hun hart etende begeerte zich verteerenden.
Anarchie in alles. En weer komen de gedrochten, waar het leven op pleegt te spuwen, de beestmenschen met de nijdige tijger-begeerten en de olifants-sentimenten, en uit alle