De Nieuwe Gids. Jaargang 6
(1891)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 462]
| |
[pagina 463]
| |
II.
o Mijn fijne geluid,
Dat zoo blij altijd
Hebt geluid: -
Als ik lag en maar dacht
Door mijn nacht als een klacht
Getógen zijt: -
Hebt ge dàt beduid,
Dat ik weer eens uit
Dat gedenk zou komen met niets in mij
Dan uw stem, dan uw blij
Geluid? -
| |
[pagina 464]
| |
III.
Als de aard al donker is
Zijn heuvele-tóppen
In 't licht: -
Diens aardpraat somber is
Lacht in 't hel-óppe
Gedicht...
| |
[pagina 465]
| |
IV.
Een blij geluid, niet meer -
Een blij gebaar:
Wie ze eens voeld' smaad' ze, maar
Vergeet z' niet weêr...
|
|