De Nieuwe Gids. Jaargang 2(1887)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 304] [p. 304] Bij een Trouw-mis. Door Albert Verwey. Aan Willem Witsen. Als gindsch goedleefsch pastoor den geel'gen wijn Toont boven 't hoofd, dan leêgt en 't weidsch bokaal Vóorhoudt aan 't vól-doend knaapje, - en zóo, driemaal, Zwelgt, en maakt, midde' in 't heiligste, een festijn Van wijn en reukwerk, bloeme' en lichtjes-schijn Op hooge kaarsen, - 't veel-mannig koraal Dreunt de ooren dronke', - en loom van zíjns lusts maal Wijdt hij hún lust: die zal in Gods Naam zijn: - Zóo viert elk mensch, midde' in elk' heil'gste daad, Zijn droom van zonde, en draagt zijn dronken ziel Hoog tusschen nucht're ceremoniën; - En ik, die in mijzelf dit mensch-volk ken, Moet lachen dat wie éens in 't kwade viel Stéeds schijn van goeds knoeit rond zijn ziel-zelfs kwaad. Vorige Volgende