Wijlen Dr. Willem Kloos
Het is mij onmogelijk, om hier te zwijgen over dezen onvergeetlijken Dichter-denker.
Heel veel is er over hem geschreven en er zouden nog boekdeelen over dezen onsterfelijke kunnen worden gevuld.
Steeds ontroerde mij zijn prachtigen Homeruskop met de groote droeve kinderoogen. Dit te aanschouwen, was opzichzelf een heerlijk gedicht vol expressie van diepe menschelijkheid.
Er gaat geen dag voorbij, dat ik niet denk aan mijn grooten Vriend Willem Kloos en ik voel, dat hij vanuit een betere wereld ook mij niet vergeet.
Wanneer hij vertelde, dan namen zijne woorden soms een huiveringwekkende gestalte aan. Ik herinner mij, toen hij op een avond sprak over een grooten hond van Frederik van Eden en voor mij zag ik een monsterdier, een ware hellehond.
Grappig kon hij zijn als een kwajongen, ik denk nu aan zijne gedienstige, die weinig voelde voor beweging. Willem noemde haar daarom eene antilope.
Niets kleins was er in dezen Grooten Nederlander.
's-Gravenhage, October 1939.
Antoon van Welie.