Het is duidelijk, dat de schrijfster hier goedig den spot drijft met de, toentertijd klaarblijkelijk bestaan hebbende manie, om in alles iets geheimzinnigs en beteekenisvols te zoeken. Met deze onbeduidende, al te gemakkelijk verklaarbare onverklaarbaarheden is Catherine dan ook niet tevreden; haar levendige geest verzint een fantastisch verhaal uit het verleden der familie, bij wie zij logeert.
Generaal Tilney, verbeeldt zij zich, heeft zijn vrouw niet lief gehad (uit allerlei kleinigheden meent zij dit te mogen opmaken) en vanhier tot aan daadwerkelijke misdaad il n'y a qu'un pas. Waarschijnlijk heeft de generaal zijn vrouw vermoord, doch als deze stelling onhoudbaar blijkt, doet haar verbeelding aldra iets anders aan de hand: namelijk, dat mevrouw Tilney in het geheel niet dood is, maar door haar wreeden gemaal opgesloten en afgezonderd van de wereld wordt gehouden in, van het bewoonde gedeelte der Abdij, niet bereikbare vertrekken. Waarom? misschien uit sadisme? misschien uit jaloezie?
Evenwel, ook dit vermoeden is onjuist, en dan berust Catherine maar in het feit, dat Northanger Abdij geen mysterie's of daden, die het daglicht niet verdragen, verbergt.
Dit nu is allemaal maar gekheid, en niet de eigenlijke inhoud van den roman.
Maar wanneer de ernst begint, is de situatie zoo volstrekt onaanvaardbaar, dat ik hier wel even op dien te wijzen.
De vader van den jongen Tilney, dien Catherine lief heeft, en die ook haar heel graag mag, is zóó vol attenties voor Catherine, dat men onweerstaanbaar den indruk krijgt: hij is zelf verliefd op haar.
En, als hij op een gegeven oogenblik, na een reis 's avonds thuis komende, aan zijn dochter mededeelt, dat Catherine den volgenden morgen vroeg zijn huis verlaten moet, en haar de lange reis alleen laat aanvaarden, zonder haar zelfs een bediende mee te geven (iets ongehoords in die dagen!), dan denken wij: o, Generaal Tilney heeft natuurlijk gemerkt, dat zijn zoon Henry en Catherine van elkander houden, en ontzegt haar zoo bruusk en onbeschoft zijn huis uit jaloezie.
Niets ervan! Generaal Tilney had zich eenvoudig verbeeld, dat Catherine zeer rijk was, en dus een goede partij voor zijn