| |
| |
| |
Qu'as tu fait... de ta jeunesse? door Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe.
Wat hebt ge van uw jeugd gemaakt? Hoe hebt ge uw jonge jaren gebruikt, ter voorbereiding op uw latere leven?
Deze vraag is wel een der interessantste en inhoudrijkste, die er in een menschenleven kunnen worden gedaan. En als deze ons onverwacht wordt vóórgelegd... dan zullen wij ons getroffen bezinnen, - en denken: Ja, wat deed ik in mijn jeugd? Hoe gedroeg ik mij, wat mijzelf betreft... hoe gedroeg ik mij, in verhouding tot anderen? En welke verschijnselen deden zich in mijn leven vóór... welke woorden werden er door mij geuit, welke handelingen verrichtte ik spontaan, waaruit voorspellingen omtrent mijn toekomst konden worden gedaan?
The child is father to the man. O, welk een waar spreekwoord is dit. En óók geldt natuurlijk: The child is mother to the woman.
In het algemeen kan, - en men behoeft daarvoor niet eens psychiatrische talenten te hebben, - omtrent het kleine meisje meestal worden opgemaakt, welke haar voorbestemming is. De latere huisvrouw en moeder, de actrice, de schrijfster, de efficiënte zakenvrouw, de coquette... kan men al op zeer jeugdigen leeftijd herkennen. Zijn de omstandigheden gunstig, dan ontwikkelt het karakter zich geleidelijk en vanzelf, langs de logische lijnen van een bepaalden psychischen aanleg.
Maar het belangrijkste is natuurlijk, wanneer een speciale persoonlijkheid zich verdiept in haar verleden, en vertelt, hoe zij zich voelde, wat zij dacht en wat zij deed, hoe haar verbeelding werkte, en hoe zij stond tegenover de haar omringende werkelijkheid.
De argelooze, onbevangen, waarheidsgetrouwe uitingen van zelfs den jeugdigsten, schijnbaar ònbelangrijksten mensch zijn toch altijd
| |
| |
belangrijk. De geringste, oogenschijnlijk onbeduidendste opmerking is toch altijd interessant, omdat zelfs deze ons wat nader brengt tot de ontraadseling der mysterieuse diepten, die verborgen liggen in ieder menschenbestaan.
Onze tegenwoordige tijd staat in het teeken van dagboek en mémoire. In alle landen, Nederland niet uitgezonderd, verschijnen levensherinneringen, bespiegelingen over vervlogen jaren, bewaarde brieven van bekende personen, journalen, bekentenissen... en ik voor mij wil graag verklaren, dat ik geen boeiender, suggestiever, fascineerender lectuur ken dan deze uitgaven. Ik ben, ondanks mijn groote verbeeldingskracht, altijd een realiste pur sang geweest, en het echte, het authentieke, het op exacte waarheid gegronde heeft mij steeds het meeste aangetrokken.
Eenige jaren geleden is, hier te lande, mevrouw Marie van Zeggelen op het voortreffelijke denkbeeld gekomen, aan eenige bekende schrijfsters te verzoeken, het een en ander uit hun jeugd te vertellen. Zij verzamelde deze uitlatingen, met de jeugdportretten er bij, in een bundel, dien zij Onze Mei noemde, en die door de Hollandia Drukkerij te Baarn keurig werd uitgegeven.
Het is een algemeen bekende waarheid, - schreef de uitgeefster in het prospectus, - dat bij ieder mensch de indrukken, in de jeugd ontvangen, het scherpst zijn, en in later jaren het levendigst aan den dag treden...
Het persoonlijke, innige, teere, te beschrijven in een boek...? Toch... wij weten, dat het de roeping, min of meer het fatum als ge wilt, en in elk geval, het groote voorrecht is van den kunstenaar-van-het-woord: voor anderen te mogen uitbeelden, datgene, wat, zij het dan in verschillende vormen, leeft in ons allen.
Met een dergelijke uitgave zal Nederland een levend boek rijker worden, een boek, waarin ieders persoonlijkheid zich vrij heeft kunnen uiten, en dat zeker de harten zal winnen van hen, die de geschriften dezer schrijfsters bezitten en liefhebben...
De gekozen schrijfsters waren: Jo van Ammers-Küller; Ina Boudier-Bakker; Carry van Bruggen; Albertine Draayer-de Haas; Anna van Gogh-Kaulbach; Top Naeff; Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe; Annie Salomons; M. Scharten-Antink; Marie Schmitz; Marie van Zeggelen; Elisabeth Zernike.
Naar mijn meening was dit boek even aardig als interessant.
| |
| |
Hoe komt het dan, dat er niet herdruk op herdruk van is verschenen, dat er geen vervolg met herinneringen van weer andere schrijfsters is kunnen komen... dat de belangstelling slechts flauw was en nauwelijks voldoende? Is het Hollandsche publiek te nuchter, en beschouwt het jeugdige herinneringen als te simpel, te kinderachtig, en zijner aandacht niet waardig? Of kwam het boek te vroeg en was men nog niet ingesteld, zooals heden ten dage wèl het geval is, op authentieke souvenirs uit verleden tijd?...
De moderne lezer echter schijnt, méér dan fictie, feiten te verlangen, en méér dan fantasie realiteit. En inderdaad... wát kan den mensch ook verder brengen, wát kan hem beter helpen, om het geheimzinnige leven te leeren begrijpen, dan het royale, oprechte verslag van, door andere beleefde, gebeurtenissen en het psychologisch reageeren van die menschenzielen daarop? Van de eerlijke biecht hunner aandriften, gedachten, daden... en de wijze, waarop een individualiteit, al worstelend en zoekend, zijn weg in het leven gevonden heeft...? Wij worden onszelf door deze bekentenissen beter bewust... en worden daardoor... stellig berustender! maar... misschien óók... gelukkiger.
* * *
Een boek, dat wèl op tijd is gekomen, - ja, men zou bijna kunnen zeggen: op het psychologische moment, is: Myself when young, met als ondertitel: A book of famous women of to day, verzameld door de bekende Margot Asquith (befaamd en berucht tegelijk door haar eclatante Autobiography) de Countess of Oxford and Asquith, en uitgegeven door de firma Frederick Muller Lmd., Great James Street, London.
Ik ontving dit prachtige boek van den uitgever uit Engeland ter bespreking. (Ondertusschen is er reeds een tweede druk van verschenen.)
Myself when young... deze uitdrukking is ontleend aan een kwatrijn van den Perzischen dichter Omar Khayyam, dat aldus luidt:
Myself when young did eagerly frequent
Doctor and Saint and heard great argument,
About it and about: but evermore
Came out by that same door as in I went.
| |
| |
Uit de hier samengevoegde vijftien opstellen (die ik met de diepste aandacht en overgegeven belangstelling letter voor letter heb gelezen, blijkt ten duidelijkste, dat deze efficiënte vrouwen na al hun worstelen en volhardend voortschrijden op den, door hen gekozen weg, - geenszins dezelfde deur weer uitgaan, die zij waren binnen gekomen; zij hebben zich integendeel ruim baan gemaakt, en allen, op de een of andere wijze, hun doel, hun bestemming bereikt.
Nu moet men ook constateeren, dat mevrouw Asquith, met een ongelooflijk fijne en juiste intuïtie, haar keuze heeft gedaan.
Vele der, hier het woord voerende, vrouwen zijn in Nederland onbekend. Maar hééft men hun zelfbeschrijving gelezen, dan is dit niet meer het geval! en zijn wij dankbaar, dat ons op zoo interessante wijze de gelegenheid werd geboden, telkens een kennis te maken, die ons een nieuwe openbaring was, en die ons een duidelijken blik geeft op levensrichtingen en bestrevingen, waarvan wij tot dusverre volkomen onwetend waren. Toestanden worden ons geschilderd, omstandigheden verklaard, nooden en behoeften beschreven, die door kracht en doorzettingsvermogen kunnen worden gelenigd, - hoe misstanden kunnen worden opgeheven... en wat een energie en wil er noodig is, om zich het gewenschte bestaan te kunnen verschaffen... en zijn eigen levensrichting te kunnen volgen, - dat alles lezen wij in dit rijke boek.
In haar voorwoord zegt mevrouw Asquith:
In editing this book I have tried to get women of influence and achievement to write of their youth, for as I say in my own contribution, the most interesting chapters in all autobiographies, biographies and lives of well-known people, are those, in which the writers describe the early years of their heroes, heroines, or themselves. These are the years of ease and struggle, confidence or diffidence, - and above all, the years of an inner aspiration and enthusiasm which can never recur.
It is spring in the calendar of our lives, where both promising and impromising soil produce buds from the punctual earth, which ultimately develop into blossom.
Zij verdedigt de uitgave van haar boek met de volgende voortreffelijke argumenten:
| |
| |
Men denkt algemeen, zegt zij, dat vrouwen in geen enkel opzicht competent zijn, om te rivaliseeren met mannen. Dat mag zoo geweest zijn in vroeger eeuwen, toen de vrouw als een kanarie in een kooi opgesloten werd gehouden en ruimschoots tevreden was, als zij daar haar liedje mocht zingen... maar ik heb nu lang genoeg geleefd, om te zien, hoe volslagen de vrouw in staat is, te wedijveren met den man op elk denkbaar gebied... op dat van politiek, studie, sport en spel... en dat zij elke betrekking tot tevredenheid van haarzelf en anderen vervullen kan. De vrouwen worden dokter en advocaat, prediker en professor, chirurg en chauffeur, leeraar en ambtenaar, uitvinder en chemicus, ingenieur en filosoof, en met volle gerustheid heb ik mijn vraag: Qu'as tu fait... de ta jeunesse... gedaan aan de meest verschillende categorieën van vrouwen ladies uit de groote wereld als wel aan wie zich hebben opgewerkt uit de armoede en het gebrek; een vliegenierster, een actrice een predikster, een costuum-ontwerpster, een zendelinge, een wereldreizigster, een schrijfster, een suffragette, een dokter, een cabaretière, een onderwijzeres.
Is het te verwonderen, dat men deze bladzijden leest en herleest, dat men verrast wordt door de eene openbaring na de andere, dat men ontzaglijk veel leert uit deze bekentenissen, en dat men dit werk bij de hand houdt als een naslaboek, omdat men het telkens noodig kan hebben, en er aldoor wat nieuws en interessants en wetenswaardigs in ontdekt...?
De eene lezer zal zich meer aangetrokken voelen tot het eene opstel en daar meer belang in stellen, en een anders-geaarde weer tot een ander.
Mij persoonlijk heeft o.a. de levendige, schilderachtige beschrijving van Lady Londonderry's jeugd machtig geboeid. Maar... ik heb altijd ontzaglijk veel van paardensport gehouden!... Diep ben ik getroffen door Marjorie Bowen's tragisch verslag. Het is onmogelijk, om daarvan los te komen, en wij huiveren bij de herinnering eraan. Welke moderne vrouw zou zich niet interesseeren voor den ontwikkelingsgang van Amy Johnson, die geen weerstand kon bieden aan het air appeal, en niet rustte, eer zij haar brevet van lucht-pilote had gehaald. De mémoires van Sylvia Pankhurst, de militante suffragette, waren een openbaring voor mij. Hoe hebben wij, in onze jongere jaren, de vrouwen niet hooren
| |
| |
bespotten, die politieagenten sloegen, gebouwen in brand staken, eigendommen vernielden, die luidruchtig betoogden, zich opzichtig gedroegen, en die slechts één parool schenen te kennen: het doel heiligt de middelen...? maar die, miskenning, haat, tegenwerking ten spijt, niet hebben gerust, vóór het doel was bereikt: het doel, om de vrouw vrij te maken uit dwang en slavernij, en haar de plaats te geven, die haar rechtens toekomt: naast den man, en niet ondergeschikt aan hem, en op den rang van kinderen of krankzinnigen, terwijl de vrouw bewezen heeft, in intellect, kracht en bedrevenheid niet beneden den man te staan. Bovendien, in Augustinus' De Civitate Deï lezen we het al:
- Als God de vrouw bestemd had, om meesteres over den man te zijn, dan zou Hij haar uit zijn hoofd hebben geformeerd. Wilde hij haar als des mans onderdaan, dan had Hij haar uit diens voeten genomen; doch opdat zij des mans gelijke en gezellin zoude zijn, vormde Hij haar uit diens zijde...
Ik kan iedereen aanraden het hoofdstuk, dat Sylvia Pankhurst heet, te lezen. De slot-indruk, die ook de mijne was, zal ongetwijfeld wezen, dat men eerbied krijgt voor deze vrouwen, die onnoemelijk hebben geleden, die lichamelijk letsel kregen en geestelijk werden geteisterd, en tòch volhardden en niet versaagden, die grooter moed hebben getoond, dan menig man in den oorlog. Maar... zij hebben gezegevierd. Het bloed der martelaren is het zaad der Kerk.
Wie zal ik nog méér noemen? The Countess of Minto, die zoo trouw en zoo humoristisch haar ondervindingen als globetrotter beschrijft? Madame Chanel, die met echt-Fransche luchtigheid over haar onderwerp heenloopt? Elisabeth Sloan Chesser, die geboren werd in den tijd van gebaleineerde corsetten en volumineuse onderkleeding, en het er toch doorkreeg, om voor dokter te mogen studeeren? Edith Picton Turbevill, die zoo suggestief het geluk, dat zij in het geloof gevonden heeft, weet te beelden, - of wie?...
Laat mij het nogmaals mogen zeggen: àl deze uitingen zijn interessant en van het hoogste belang voor de kennis der vrouwelijke psyche.
Toen eenigen tijd geleden er, verzameld door Jo van Ammers-Küller, een bundel verscheen over Twaalf bekende vrouwen, heb ik de verschijning daarvan ten zeerste toegejuicht, en het boek hoogst gunstig besproken. Dit waren echter meer interviews, en de
| |
| |
opstellen uit Myself when young komen geheel uit de personen zelf.
Mevrouw Asquith, die wij ons nog o, zoo goed herinneren uit haar tweedeelige Autobiography (die in Engeland heel wat stof heeft doen opwaaien! omdat de ondeugende Margot, met een bewonderenswaardige Unverfrorenheit, alles er uit flapte, wat personen en gebeurtenissen betreft, - wat natuurlijk niet voor iedereen even aangenaam was!) moeten wij dank weten voor haar onderneming, en vooral ook voor haar geestige reminiscenzen, waarmee het boek geopend wordt. En de vijftien mooi-uitgevoerde portretten, welke het boek bevat, maken de uitgave nog meer waardevol.
|
|