De Nieuwe Gids. Jaargang 54(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 301] [p. 301] [De Nieuwe Gids. Jaargang 54. Deel 9] Een bloemenballade (Geschreven bij de geboorte van Princes Irene) door Jacques Idserda. Nog hing het vochtig waas van zachten zomernacht als een beschermend gaas, waardoor het daglicht lacht', om bloem en blad; een groote droppel dauw viel als een zegening van 't web, dat aan den grauwen muur te glinst'ren hing, op 't vale pad. Alsof 't een teeken was, ontloken toen de bloemen en over 't natte gras kwam al een bij aanzoemen in d' eerste zon. Daar achter d' oude schuur, daar dansten twee kapellen in 't al te vroege uur om donkere morellen: de dag bego. [pagina 302] [p. 302] Toen spraken die kapellen, al stoeiend om de planten: ‘Wij hebben te vertellen als hooge afgezanten naar allen kant dat in den stillen nacht, nog lang vóór 't ochtendgloren, het door ons lang verwacht princes je is geboren van Nederland.’ Toen boog de zonnebloem zijn groot gelaat uit eerbied: ‘'k Geef al mijn zomerroem aan U, klein kind, want méér niet heb ik te schenken.’ De goudsbloem zei: ‘Mijn franje heb ik aan U gewijd uit liefde voor Oranje, en 'k zal daar t' allen tijd aan blijven denken.’ De simpele margriet ontvouwd' haar kanten kraag, en dacht: ‘Veel heb ik niet, princes, maar 'k geef U graag mijn hart van goud.’ En verder vlogen weer de vroolijke kapellen, ze zweefden hoog en neer om 't nieuws te gaan vertellen, hun toevertrouwd. [pagina 303] [p. 303] 't Was van zijn eigen gave, dat elke plant iets gaf, de vurige papaver schudde zijn bladen af voor 't kleine princesje, de lathyrus omvlocht haar koninklijke handje, en trosjes, nog bevocht met dauwe, gaf 't oranje, lief lijsterbesje... En overal vertellen de dartele kapellen, dat vóór het morgengloren 't princesje is geboren. Vorige Volgende