De Nieuwe Gids. Jaargang 54(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 632] [p. 632] Verzen door Steven Barends. Lied van het legioen Viva la muerte! Kameraad, wij hebben zoovéel al gekend rijkdom en weelde en armoe op 't end - Wat is ons van alles gebleven? Geen paard en geen flesch en geen cent. Wij hebben in zoovéle armen gerust, hebben rijpe en bittere monden gekust. Wat hebben we nog in ons leven? De vlag van het regiment! En er is nog zooveel, wat ik lang al vergat sinds ik 't eerst een geweer op mijn schouders had; Straks gaan we de andren weer tegen; dan weet ik niets meer dan den dood. Maar nooit hebben wij nog iets beters gedaan, dan zoo, halfgebukt, door den nacht te gaan in dien allergenadigsten regen van lood. [pagina 633] [p. 633] Wij schrijden noordwaarts Voor Truuske. Wij schrijden Noordwaarts. Ook wanneer wij Zuidlijk zwerven, blijft onze laatste, hoogste hoop het Noorderlicht. Wij kunnen strijdend leven en rechtopstaand sterven wanneer ons hart maar steeds op Thule is gericht. Wij droomen Thule diep in sterke droomen waar eer nog telt, waar heeren machtig zijn met onbevlekt blazoen, wier moed niet is te toomen en blonde vrouwen leven, wonderbaarlijk rein, zoo groot van oog als strak-volmaakt van leden en trotsch en vruchtbaar. Waar het dennenwoud der zielen van die lang in 't niet vergleden bewaart. Wanneer de herfst de toppen goudt ten laatsten avond, staan hun stemmen op en spreken en spreken steeds van wat elk hunner leed om Thule, wat elk droeg en wist te wreken en van het laatste zwaard, dat door den harnas beet. Dit is ons ras. Dit roept ons om te keeren waar wij nog zuiver zijn, en onvermengd van bloed Laat andren zon en Zuid. Ons is het land speren. Wij schrijden Noordwaarts - Thule tegemoet. Vorige Volgende