De Nieuwe Gids. Jaargang 54(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 582] [p. 582] Stemmen door Hélène Swarth. O Macht mysterievol! O Macht mysterievol, blijft dit uw eisch: Hoe wreed gefolterd, moet uw liefde loven De moede mensch, die niet meer kan gelooven In hemelliefde en elke hoop gaf prijs? Geschroeid door smartvuur, dat geen tranen dooven, Zal, wen 't bevel van d'Engel klinkt: ‘Verrijs!’ Opzweven licht de ziel naar Paradijs, Beloofd voor eeuwig, hoog in 't blauw Daarboven? O Macht, verborgen in uw heiligdom, Die eens met stem van donder placht te spreken, De lente bloeit, maar hóeveel harten breken, Verbloeden stil en weten niet waarom! Laat niet vergeefs de droeve beden smeeken. Erbarm u, geef den Heiland ons weerom. [pagina 583] [p. 583] Wijsheid - ‘Hoe kan rumoer’, verwijt de wijze doove, ‘Ja, zelfs een woord van menscheblaam u deren? Diep in uw Zelf leer streng u concentreeren. Geen kreet, geen wanklank, die dan rust u roove. Door andrer leed laat niet uw Ik bezeeren. Blijf sterk alleen, laat ongedempt de klove. Verspil uw ziel niet, laat wie lake of love Of beedle om meelij van uw drempel weren.’ - ‘Gedenk de waarde in 't Bijbelboek gegeven Aan 't Woord, weleer tot scheppingskracht verheven. Al lijkt de klacht van 't aardestrand al verder, Wijl ruischt de Zee der Eeuwigheid me in de ooren, Vol aandacht moet ik luistren, om te hooren De zachte roepstem van den goeden Herder.’ [pagina 584] [p. 584] Meditatie - Geloken de oogen, 't brein van beelden ledig, De leden roerloos, de adem diep en vredig, 'k Lig stil en luister naar de stem van God. - Neen, open de oogen, schoonheid aan te schouwen. Gods aarde is groen, zijn lenteluchten blauwen En elke bloem springt open van genot. - Geen blad, geen bloem, geen luchtblauw, dat bevredig'. Gelijk een tempel zuiver, blank en ledig Moet zijn mijn ziel eer God er neemt zijn woon. - Geef als een kind u over, in vertrouwen. Zoo niet, te laat zult ge om uw zonde rouwen Dat niet uw oogen dronken aardeschoon. - Mijn Godsverlangen vraagt geen vreugd der zinnen. Sprak Christus niet: Het Godsrijk is daarbinnen? En welke roepstem sprak tot Samuël? - Hij was een knaap, tot tempeldienst verkoren. Uw hart, die schelp, kan enkel ruischen hooren De klacht der zee als melodieënwel. - Ik zag mijn Engel over mij gebogen. 'k Was nog een kind, zijn kus bevloog mijn oogen, 'k Hoor nog zijn stem, die zong mij liedjes voor. - Uw Engel weet dat nooit gij moogt ontvangen Iets meer van God dan liedjes van verlangen. Wees blij! 't is al waartoe u God verkoor. Vorige Volgende