De Nieuwe Gids. Jaargang 54(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 319] [p. 319] Sonnet voor Marie door Pierre de Ronsard. Vertaald door Hendrik Kroon Zooals men op haar takje in Mei de roos aanschouwt In schoone jonkheid, in haar eersten bloei en gloed, Die 's hemels afgunst op haar kleur verwekken doet, Wen met zijn tranen haar de dageraad bedauwt: De zwier der blaadren, en de liefde in rust zich houdt, Balsmend geboomte en hoven met haar geurenvloed: Maar niet voor regens, of het zonnevuur behoed, Verkwijnt ze en stervend zijn haar blaadjes losgevouwd. Dus heeft in eerste jeugd en nieuwheid van uw wezen, Als aarde en hemel om het best uw schoonheid prezen, De dood u neergelegd, uw asch haar rust nu beidt. Ontvang ter uitvaart mijn geheele tranenschat, Een vaas vol melk, en bloemen in een korf gevat, Opdat gij dood en levend enkel rozen zijt. Vorige Volgende