Jane Austen begon reeds op zeer jeugdigen leeftijd te schrijven en haar eerste proeven gaven al dadelijk blijk van talent.
Uit een brief van een nicht van Jane, waarin haar wordt aangeraden met schrijven te wachten tot haar zestiende jaar, mogen we opmaken, dat het meisje al vóór dien tijd begonnen was.
De nicht adviseert haar liever zoo veel mogelijk te lezen, daar zij het zelf later altijd betreurd heeft, dit in haar jongere jaren niet te hebben gedaan.
Een van haar vroegste composities heette Lady Susan; het stukje was in den briefvorm geschreven en is wellicht een vage en onvolkomen vroegste conceptie van haar lateren roman Sense and Sensibility.
Haar eerste periode als schrijfster was vruchtbaar maar kort. De romans Pride and Prejudice, Sense and Sensibility en Northanger Abbey werden allen geschreven te Steventon, toen zij eenentwintig tot drieëntwintig jaren telde.
In de acht volgende jaren te Bath en Southampton doorgebracht, produceerde zij niets dan een fragment van The Watsons, waarover zij blijkbaar niet tevreden was, want dat zij nooit geprobeerd heeft af te maken.
Te Chawton herzag zij de drie bovengenoemde romans voor de uitgave in boekvorm en bovendien schreef zij toen Emma, Persuasion en Mansfield Park, tusschen haar zesendertigste en eenenveertigste jaar.
Algemeen neemt men aan, dat zij in elk harer schrijfsters-perioden één meesterwerk voortbracht, ofschoon ook de overige boeken (vooral voor den tijd van hun ontstaan) zeer bizonder waren.
Het is bekend, hoezeer Walter Scott Jane Austin's werk bewonderde. Hij zeide in zijn dagboek:
- The big bowwow strain I can do myself, maar het ragfijne werk, zooals Jane Austin dat vermag, ligt ten eenenmale buiten mijn competentie.
En zijzelve zeide, met schrander inzicht:
- Ik heb dikwijls het gevoel, of ik met een heel fijn penseeltje mijn beeldjes schilder.
En een nieuw blijk, hoezeer zij op de juiste wijze haar eigen talent beschouwde, wordt bewezen door een brief, welken zij aan iemand schreef, die haar om raad had gevraagd.