De Nieuwe Gids. Jaargang 54(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Ik weet ze zitten.... door L.G. van Doorn. Ik weet ze zitten bij de schrale vuren, de stille handen in de schoot, steeds vragend: Zal 't nog lange duren, dat wij weer krijgen arbeid, brood? Ik weet ze zitten d' afgetobde vrouwen, de handen onder 't moede hoofd, die wank'lend door de dagen sjouwen, het licht in d'oogen reeds gedoofd. Ik weet ze zitten in het schemerdonker, de kindren, eens aan 't licht gebracht, voor hen geen vreugde en 't geflonker der sterren in de heil'ge nacht. Ik weet ze zitten met verbeten monden, wier krachten langzaam zijn vergaan, die niet meer kunnen, zóó z'al konden... en die zich weten: afgedaan. Ik weet ze zitten, wie de uren duren, wie 't leven is één bange droom, wier oogen in een ledig turen, die hunk'ren: - dat de dood maar koom. Vorige Volgende