De Dommelende Zondagsruiter.
Er zijn nu eenmaal in dit leven van die kleine dwaasheden, door groote menschen uitgehaald, die eenerzijds niet de moeite van een serieuze behandeling waard zijn, maar anderzijds te lollig zijn om geheel in de vergetelheid te verzinken. Men zou ten eenen male verkeerd doen, veel van wat er gewichtig schijnt, ook ernstig te nemen; er een keer om lachen is juister en gezonder.
Een der heeren, die tot zulk een lachje wel eens aanleiding geven, is in de litteratuur een groot man, wiens Ridderlijke naam, prijkend tusschen Zondagsche bijdragen aan het ‘Utrechtsch Dagblad’, vanzelf zijn karakter van Zondagsruiter demonstreert. Onze grief tegen dezen man is waarlijk niet, dat hij mee deed aan de gratis reclame voor ‘De Nieuwe Gids’, door Dr. Gerversman zoo vriendelijk op touw gezet. Wij zijn hiervoor slechts dankbaar. Onze grief is alleen maar, dat deze Zondagsruiter zijn paardje zoo inconsequent berijdt, dat men op den Parnarsus toch eigenlijk ook om hem moest lachen.
Dr. P.H. Ritter Jr. immers zette zijn handteekening onder de proclamatie der ‘beroemde’ 28 - waarin gewezen wordt op der heeren zorg voor de humanistisch-democratische richting die de Nieuwe Gids zou bezeten hebben.
Dr. P.H. Ritter Jr. schreef in het jubileum-nummer van zijn lijfblad, d.d. 3 September, een schets van ‘De ontwikkeling der letterkundige gedachte’ (bedoeld is: in de veertig jaar, dat Koningin Wilhelmina regeerde). Uiteraard begint dit artikel met enkele woorden over de Nieuwe Gidsbeweging, waarover schr. niet te veel wil zeggen omdat er reeds zoo veel over gezegd werd. Op één ding echter wil hij de nadruk leggen:
‘Alleen moet, tot begrip der historische ontwikkeling dit omtrent haar worden vastgesteld, dat zij, geboren uit een reactie tegen de verstarring der negentiendeeeuwsche humanistische cultuur’.... etc. Sliep Dr. P.H. Ritter Jr. een klein weinigje, toen hij dit schreef, of wou hij zelf eens aangeven, dat zijn onderteekenen van 't meergenoemde manifest in een slaap-uurtje geschiedde? Aanbeveling verdient het toch wel, zijn paardje niet vandaag naar links en volgende week naar rechts te sturen; de beklimming van den Parnassus lukt op die wijze niet.