De Nieuwe Gids. Jaargang 53(1938)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 220] [p. 220] Ik zag in droom... door Hélène Swarth. I Logen Terwijl zij spreekt ik weet: haar woord is logen. Rondom haar lippen zie ik zwarte vlekken. Terwijl ik tuur zij 't voorhoofd héel bedekken En smelten saam met zwart van brauwe' en oogen. Dan weemlend spreiden ze over al haar trekken, Tot héel 't gelaat is donker overtogen - Nu welke geest verleende mij 't vermogen Verborgen zwart van zonde in 't licht te wekken? Het was een droom, mysteriepoort, die even Stil openkierde om wijsheid mij te geven, Inzicht in d' afgrond van 't geheime leven. Aan 't raamglas klopte een roozlaar met zijn loten. De blaadren wuifden en de vogels floten - Een hand onzichtbaar had de poort gesloten. [pagina 221] [p. 221] II Veroordeeld Ik zag een man, nog jong, gedoemd te sterven, Die uit een wijnflesch índronk stervensmoed. De wijn was rood als 't wreed vergoten bloed, Als 't eigen bloed, dat straks de bijl zou verven. Toen zag ik weder haar, die, engelgoed, Bezweek aan pijn, die fel haar bleef doorkerven. - Waarom dit lijden eer zij mag verwerven Of slaap of hemel, nu ze ook sterven moet? 'k Zag weer den man, die leven had genomen, Den morgen beidend, tot zijn uur zou komen. Hij hief de flesch, die klokte en dronk den wijn. Hij gaf den dood - zij offerde eigen leven Om vreemde kindren moederzorg te geven - Moest beider lot verbeidend lijden zijn? [pagina 222] [p. 222] III In de broeikas In zoele broeikas bloedrood zag ik bloeien Slanggroene planten, ademend verderven En vruchten hangen, heftig heet van verven, Als dierenoogen, die in duister gloeien En dorens dreigen, die als klauwen kerven. En vreemde geuren voelde ik mij verschroeien, Die 'k niet kon vlieden, die ik moest verfoeien En dáar ontwaarde ik hem, die lag te sterven. In 't zand ik knielde en zegende zijn handen, Die éens mij zegenden - en toen mij banden. Ik zocht een zuivren dronk - doch vond geen water. O liefste lief, die toog naar verre landen, Sterf nu je alleen en moet van dorst verbranden? Zag 'k waar in droom? En zal ik 't hooren, later? Vorige Volgende