In steen gebeiteld liet de middeleeuwsche kunstenaar, die aan Gods heiligdom, de Notre Dame, werkte, ons zijn belijdenis na, zijn angstvisioenen en schrikbare droomen van den nacht, in gene vreemdsoortige figuren, monsters en droomfantasieën, die als chimera's nog steeds gedeelte van het heilige huis zijn. In het steen gevangen zit hier de geheime angst en de verborgen vrees van vele eeuwen. De angst van een geheel volk, van het geheele westelijke Europa van den tijd der middeleeuwen heeft hier haar uitdrukking gevonden. De kunstenaars, scheppers van deze symbolische figuren, zijn niet bekend, maar hun schepping spreekt nog heden ten dage met onverminderde kracht tot ons. Hun gevoel, gebonden aan dezen tijd door zijn oorsprong, is zoo menschelijk en zoo algemeen, dat het ook ons gevoel is, dat wij in deze droomfiguren en onwaarschijnlijke monsters herkennen.
Chimera's, niet in het steen gegrift, maar - als wij nu reeds mogen oordeelen over iets dat voor komende geslachten eerst duidelijk zal zijn - even duurzaam met het geweld van het woord en volmaaktheid van vorm en stijl als boek der menschheid en voor de menschheid geschreven, Chimera's als uitdrukking van de angst, de beweging, onrechtvaardigheden, zondigheid van ons, onze tijd, onze wereld: Dat vinden wij in het laatste werk van Martien Beversluis, de ‘Chimera's, een dramatisch gedicht’.
Wij mogen de persoonlijkheid van den dichter niet buiten beschouwing laten als wij zijn nieuw werk, zoo geheel verschillend van zijn vroegere dichtingen en toch als kiem reeds in hen onthouden, willen begrijpen. Beversluis is een eeuwige zoeker, een ‘faustische’ mensch, die de wereld tracht te doorgronden, niet tevreden met het gezicht tot aan het verschiet, een mensch, altijd weer teleurgesteld, op wegen, die niet tot het doel leiden, onder menschen, die niet zijn wat zij lijken, een godzoeker en mensch-zoeker. Een leven heeft hem gedeukt en gerijpt, heeft dichterlijke droomen verstoord en zijn kunstenaarschap gezuiverd.
Met natuurlyriek begonnen, en hij heeft mooie, klankvolle verzen geschreven, zien wij hem weldra als symbolist, voorzoover deze namen iets hebben te beteekenen. Godsdienstig van oorsprong sleept hem een voelend en ontvlambaar hart tot de politiek, wier alledaagsche intrigues en kleinzielige leiders hem niet voor langen tijd