Van de wal uit gezien, een tot zinkens toe volgepropte klomp, door uit de korte schoorsteen neerslaande rook soms volkomen verdonkerd. Aan boord, bij zulke dichte vlagen van de open zee en hemel roetzwart afgesloten, een parodie op ‘Meeresstille und glückliche Fahrt’, zooals hij er in verbeelding bij voorbaat van genoten had...
's Morgens vroeg moest er plaats in overvloed wezen. Hij had dien raad niet opgevolgd. Was twee volle dagen in het stadje blijven talmen. Onzeker weer, of hij wel naar het eilandje oversteken zou. Waartoe nog? Tot het in die zonnige balconkamer van het stationshotel ondragelijk warm werd en hij, vertwijfeld, van de ook in den namiddag bestaande vaargelegenheid gebruik gemaakt had...
Van de verhoogde achterplecht, waar hij met zijn handkoffer ingeklemd zat, bleven een molen en de akkers opzij van het station nog even zichtbaar. Daar had hij die beide laatste avonden aan den rand van een wuivend korenveld in het warme gras gelegen. Tot het uitspansel te flonkeren begon en groeiend donker langzaam verkoeling bracht.
In deze volkomen afzondering pas, had hij zich, door niemand meer te benaderen, verantwoord gewaand. Hier eindelijk stuitte zijn denken nergens op tegenspraak. En wat kon hem zoo van een andere wereld, waarbinnen hij zelf nimmer toegelaten was, verloren gaan?
Tegen middernacht in het hotel teruggekeerd, kwam hij er, op zijn kamer voor de spiegel, geheel onvoorbereid met dat plotselinge vreemde tekort aan overtuiging alleen te staan. Die enkele woorden tot afscheid, ter rechtvaardiging ook, daar op tafel achtergelaten, misschien in het oogenblik der voltrekking zelve tot zwijgen gebracht? Ach, niet eens de zekerheid meer van een effect naar buiten. Deze nooit vermoede twijfel vooral had hem wankel, zijn hand onvast gemaakt...
Het laatste gedeelte van de boottocht had onverhoopt nog volop vergoeding voor den bezwaarlijken aanvang gebracht... De vuren walmden niet meer. Het gezang beneden was verstomd. De avond begon te vallen.
Vermoeid door het hinderlijk dicht op elkander zitten, bleven de