Herman Robbers, onvergetelijker nagedachtenis.
Herman Robbers was de vriend onzer jeugdiger jaren, toen wij hem vereerden en liefhadden om zijn ‘Bruidstijd van Annie de Boogh’, en wij zijn ‘De Roman van Bernard Bandt’ een revelatie vonden van het mysterieuze jongeluisleven, dat voor onze naïve zielen zooveel aantrekkelijke geheimen te verbergen scheen....
Herman Robbers werd later voor ons de beelder bij uit-nemendheid van het typische Nederlandsche leven, dat op dat van geen enkel ander land in Europa lijkt, en dat toch zoo waard, zoo overwaard is, te worden beschreven.
Wat hij ons gaf in zijn milieu-schilderingen, in zijn karakter-ontledingen, is een brok geschiedenis, waar elke historie-schrijver rekening mee te houden heeft.
‘De gelukkige familie’ geeft in zijn groote verscheidenheid van figuren een meesterlijk overzicht van het gezinsleven, dat ongeveer een kwarteeuw omspant. Hetzelfde is het geval met de drie deelen van Een mannenleven: Sint Elmsvuur, Op hooge golven, De thuisreis, een trits boeken, die elk op zichzelf een tipje oplichten van den sluier, die de menschelijke psyche voor de buitenwereld verbergt.
Een geniaal auteur als Herman Robbers heeft een aangeboren intuïtie, die hem, met onfeilbare juistheid zijn conclusies doet trekken. De twee andere factoren die den volmaakten kunstenaar maken, zijn geest en gemoed, en ook deze beide qualiteiten mocht Herman Robbers in ruime mate bezitten.
Hoe houden wij van Helene Servaes, die fijne ontrafeling van vrouwenleven. Zijn laatste boek ‘Redding’ zou men daarvan een pendant kunnen noemen, want hoe heel anders is de daarin