De Nieuwe Gids. Jaargang 52(1937)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 444] [p. 444] Vrouwen door Hélène Swarth. I. Wesp in wijn. In 't groen priëel, doorzeefd van zonneblond, Zij heft den kelk vol honingzoeten wijn, Tot heildronk, wijdend, als in vroom festijn, Hun vreugdbelovend liefdeblij verbond, Voor héel dit leven en voor 't eeuwig Zijn Met hem, dien God haar in genade zond. - Plots weert, verschrikt, den kelk hij van haar mond. - ‘Een wesp in 't glas!’ behoedend haar voor pijn. En jaren later, in haar tuintje alleen, Waar zwermen wespen met hun zwaar gezoem Rond blanke flox en gouden zonnebloem, Herdenkt zij 't uur van teeder lang geleên - Elk woord van hem nu, stekend, tart en sart En, wesp in wijn, laat d'angel in haar hart. [pagina 445] [p. 445] II. Verpleegster. Met kirrend lachje, een vleiend woordje, een lonk, Een kersrood mondje, roze perzikwangen De arme verp eegster heeft haar buit gevangen - Die tinteloogen, waar hij hoop uit dronk, Die stem! Hij trilt en stamelt van verlangen, Maar weet dat nooit zij hem in de armen zonk Eer 't woord van scheiding blij belovend klonk - Dan zal hij 't mooi verleidlijk meisje ontvangen. Zij triomfeert en weet van geen berouw. Dien rijken man kon licht haar list bekoren En 't weeldrig huis, weldra zal 't háar behooren! Daarboven, eenzaam, weent de zieke vrouw. Tot straf voor lijden weet zij hem verloren. Verbanning dreigt - tot loon van liefde en trouw. [pagina 446] [p. 446] III. Liefdedroom. Na schellen dag haar leden zoel doorloomen Voelt ze avondrust. - Haar taak volbracht zij knap. Weg werpt zij 't boek en dooft de lichten rap. Haar avondbede is weer van hem te droomen. In stille straat al nader hoort zij komen, Dan in de gang zijn welbekende stap, Dan vlug, ál vlugger, rennen óp de trap - Plots voelt zij in zijn armen zich genomen. Haar hart springt open als een roodt roos En tranen, kussen, woordloos, ademloos Mild geeft zij hem, die heeft verwoest haar leven. - De morgen blankt, de droom verzonk in 't niet En trots verwijt hoe liefde kon vergeven Den liefdelooze, die haar wreed verliet. Vorige Volgende